Operation Manual

6-13
DOCUMENTARCHIVERING
Inhoudsopgave
EEN BESTAND OPSLAAN MET "Bestand"
Bij het kopiëren, afdrukken of verzenden van een document in de kopieermodus, afdrukmodus of
afbeeldingverzendmodus (met uitzondering van de modus USB-geheugenscan) kunt u "Bestand" selecteren om een
afbeelding van het document op te slaan in de Hoofdmap of een eerder gemaakte aangepaste map. De afbeelding kan
op een later tijdstip worden opgehaald, zodat u het document kunt afdrukken of verzenden zonder dat u het origineel
hoeft te zoeken.
Als voorbeeld wordt hieronder de procedure voor het gebruik van "Bestand" tijdens het kopiëren uitgelegd.
1
Plaats het origineel.
Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de
invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
2
Druk op de toets [Bestand].
3
Selecteer de "Bestand"-instellingen.
(1) Selecteer de instellingen voor
bestandsinformatie.
Raadpleeg voor het selecteren van de gebruikersnaam,
bestandsnaam, map en de vertrouwelijkheidsstatus de
paragraaf "BESTANDSINFORMATIE" (pagina 6-15).
Een gebruikersnaam specificeren: (pagina 6-15)
Een bestandsnaam toewijzen: (pagina 6-16)
De map specificeren: (pagina 6-16)
Een bestand opslaan als vertrouwelijk: (pagina 6-17)
Hebt u bovenstaande instellingen geconfigureerd, dan
keert u terug naar dit scherm. Ga door met de volgende
stap.
Als u geen gebruikersnaam of andere informatie wilt
toekennen aan het bestand, gaat u verder met de
volgende stap.
(2) Druk op [OK].
U keert terug naar het basisscherm van de kopieermodus
en de toets [Bestand] wordt gemarkeerd.
Spec. Functies
Normaal
Dubbelz. Kopie
Uitvoer
Bestand
Snelbestand
Kopieerfactor
A4R2.
B4
3.
A34.
1.
A4
Origineel
Papierformaat
Auto
A4
Normaal papier
Auto
A4
Belichting
Auto
A4
100%
Voorbeeld
Bestandsinformatie
OKAnnuleren
Vertrouwelijk
Gebruik.Naam
Gebr. Onbekent
Kopiere04042010_112030
Hoofdmap
Bestandsnaam
Opgeslagen in
Wachtwoord
(1) (2)