Operation Manual

7-80
SYSTEEMINSTELLINGEN
Inhoudsopgave
Hiermee stelt u het internetfaxadres, faxnummer van de
machine en naam van de gebruiker in.
Registratie zendergegevens
Gebruik dit om de naam van de afzender op te slaan
voor fax, internetfax, afzendernummer voor fax, en
afzenderadres voor internetfax.
De opgeslagen afzendernaam en het
fax-afzendernummer of internet-afzenderadres wordt
bovenaan de ontvangen fax afgedrukt.
Naam afzender
Voer de naam van de verzender in. Voor de naam van
de verzender mogen maximaal 20 tekens worden
ingevoerd.
Faxnummer afzender
Dit wordt gebruikt om het faxnummer van de verzender
in te stellen.
Voer het faxnummer in via het numerieke toetsenbord.
Druk op de [Onderbreking]-toets om een pauze tussen
de getallen in te voeren.
Druk op de toets [Spatie] om een spatie tussen de
getallen in te voegen.
Eigen adres I-Fax
Voer een standaard verzendadres in (maximaal 56
tekens).
Registratie van eigen naam
selecteren
Sla gebruikte afzendernamen op in "Registratie van
eigen naam" in de speciale functies. Er kunnen 18
afzendernamen worden opgeslagen.
Nieuwe toevoegen
Naam verzender opslaan. Er kunnen maximaal 20
tekens worden opgeslagen.
Druk op de toets [Opslaan] na het invoeren van een
afzendernaam. Het laagste ongebruikte
registratienummer van 01 tot 18 wordt automatisch aan
de afzendernaam toegewezen. Dit nummer kan niet
worden gewijzigd.
Lijst van Naam van afzenders
Hiermee wordt een lijst van de opgeslagen
afzendernamen weergegeven.
De naam van de afzender kan worden geselecteerd om
deze te wissen.
Eigen naam en bestemming
instellen