User Manual

12
Benaming van de onderdelen
26
Aan/uit-toetsen (ON/OFF)
Voor het in- en uitschakelen van de
netspanning.
32
MENU-toets (MENU)
Voor het weergeven van
instelschermen.
32
Insteltoetsen
(', ", \, |)
Voor het selecteren van menu-items.
29
Trapeziumvorm-toets (KEYSTONE)
Voor het inschakelen van de functie
voor het corrigeren van
trapeziumvervorming.
29
Toets voor ongedaan maken
(UNDO)
Voor het ongedaan maken van een
bediening of het terugkeren naar
het vorige display.
Vooruit/terug-toetsen (FORWARD/BACK)
Zelfde functie als de toetsen [Page
Down] en [Page Up] op een
computertoetsenbord bij gebruik van de
(optionele) afstandsbedieningsontvanger.
27
38
42
Vergroten/verkleinen-toetsen
(ENLARGE)
Voor het vergroten of verkleinen
van een deel van het beeld.
Automatische-synchronisatietoets
(AUTO SYNC)
Voor het automatisch afstellen van
beelden bij aansluiting op een computer.
Volume-toetsen (VOL)
Voor het afstellen van het
geluidsniveau van de luidspreker.
Ingangsfunctietoetsen (INPUT)
Om te wisselen tussen de
verschillende ingangsmodi.
42
27
Stilstaand-beeldtoets (FREEZE)
Voor het stilzetten van beelden.
Schermgroottetoets (RESIZE)
Voor het veranderen van de
schermgrootte (NORMAAL, KADER,
enz.).
AV-dempingstoets (AV MUTE)
Voor het tijdelijk weergeven van
een zwart scherm en het
uitschakelen van het geluid.
40
27
35
Invoertoets (ENTER)
Voor het instellen van in het menu
geselecteerde of gewijzigde items.
Nummers in verwijzen naar de hoofdpaginas in deze gebruiksaanwijzing waar het
onderwerp wordt uitgelegd.
Afstandsbediening (vooraanzicht)