User Manual

52
Kiezen van de beeldweergavefunctie
Wijzigen van de
beeldweergave bij gebruik van
verschillende ingangssignalen
Druk op .
Bij iedere druk op verandert het display zoals
weergegeven op bladzijde
52 en 53.
Info
Bij de “Dot by Dot”-weergave worden de beelden
weergegeven met de oorspronkelijke resolutie en
kunnen ze bijgevolg niet worden vergroot.
Om terug te keren naar het standaardbeeld,
drukt u op
terwijl “GROOTTE AANPASSEN
op het scherm verschijnt.
Deze functie stelt u in staat om de beeldweergave te wijzigen of aan te passen om het ontvangen beeld
te verbeteren. Afhankelijk van het ingangssignaal kunt u kiezen tussen “NORMAAL”, “VOLLEDIG”,
“DOT BY DOT”, “KADER”, “REK” of “SLIMME REK”.
Schermgrootte-
toets (RESIZE)
Schermdisplay van beeldweergavefunctie
4:3 beeldverhouding
Andere beeldverhoudingen
SVGA (800 × 600)
XGA (1024 × 768)
SXGA (1280 × 960)
SXGA+ (1400 × 1050)
SXGA (1280 × 1024)
NORMAAL
800 × 600
800 × 600
800 × 600
800 × 600
750 × 600
VOLLEDIG
800 × 600
DOT BY DOT
1024 × 768
1280 × 960
1400 × 1050
1280 × 1024
Lagere resolutie
dan SVGA
NORMAAL
Projecteert het beeld op het
volledige scherm met behoud
van de beeldverhouding.
VOLLEDIG
Projecteert het beeld op het
volledige scherm
ongeacht de beeldverhouding.
DOT BY DOT
Projecteert het beeld met het
oorspronkelijke resolutie-
signaal.
4:3 beeldverhouding
Ingangssignaal
Weergavebeeld
SVGA
Hogere resolutie
dan SVGA
COMPUTER
“NORMAAL” wordt vastgelegd wanneer SVGA-signalen (800 × 600) worden ingevoerd.
4:3 beeldverhouding
4:3 beeldverhouding
SXGA (1280 × 1024)