Operation Manual

18
Instellen van de projector
Instellen van de projector
Voor een optimaal beeld moet de projector loodrecht ten opzichte van het scherm worden
geplaatst met de voetjes van de projector vlak en horizontaal. Er hoeft dan geen trapeziumvorm-
correctie te worden uitgevoerd en u kunt genieten van het beste beeld. (Zie blz.
29.)
Standaard opstelling (projectie van voren)
Zet de projector op de juiste afstand van het
scherm voor de door u gewenste
beeldgrootte. (Zie blz. 19.)
300" (762 cm)
200" (508 cm)
100" (254 cm)
40" (102 cm)
34'0
"
–41'3"
(10,4 m – 12,6 m)
22'8
"–
27'6
"
(6,9 m – 8,4 m)
11'4
"–
13'9
"
(3,5 m – 4,2 m)
4'6
"–
5'6
"
(1,4 m – 1,7 m)
240"×180"
(610 cm × 457 cm)
160"
×
120"
(406 cm
×
305 cm)
80"
×
60"
(203 cm
×
152 cm)
32"
×
24"
(81 cm
×
61 cm)
Beeldgrootte
Projectie-
afstand
Relatie tussen de projectiebeeldgrootte en de projectie-afstand
Voorbeeld: 4:3 Invoersignaal (Normaal-stand)