Operation Manual

46
4
Instellen van het videosysteem
De standaardinstelling voor het videosysteem
is “Auto”; het is echter mogelijk dat u geen
duidelijk beeld kunt ontvangen van de
aangesloten audiovisuele apparatuur omwille
van verschillen in het signaal.
In dat geval wijzigt u het videosignaal.
Beschikbare instellingen
Auto
PAL
SECAM
*NTSC4.43
NTSC3.58
PAL-M
PAL-N
PAL-60
* Bij weergave van NTSC-signalen met
PAL-videoapparatuur.
Het videosignaal kan alleen in de S-VIDEO of
VIDEO functie worden ingesteld.
Wanneer “Auto” is ingesteld voor het
“Videosysteem”, is het mogelijk dat u geen
duidelijk beeld kunt ontvangen vanwege
verschillen in het signaal. In dat geval dient u
handmatig over te schakelen naar het
videosysteem van het bronsignaal.
Opmerking
5
Video-instelling
Beschikbare
instellingen
Beschrijving
0 IRE Stelt het zwartniveau in op 0 IRE.
7.5 IRE Stelt het zwartniveau in op 7.5 IRE.
Deze functie is beschikbaar voor de volgende
signalen.
Met COMPUTER/COMPONENT 1 of 2 invoer:
- 480I
Met S-VIDEO of VIDEO invoer:
- NTSC3.58
Opmerking
Signaalinstelling (“SIG-INS” menu)
(vervolg)
Menubediening n Blz. 40
6
6
Controleren van het
ingangssignaal
Deze functie stelt u in staat om de informatie
betreffende het huidige ingangssignaal te
controleren.