Operation Manual

12
Benaming en functie van de onderdelen (vervolg)
De nummers aangegeven in Z verwijzen naar de bladzijde in deze
gebruiksaanwijzing waar het betreffende onderwerp hoofdzakelijk wordt behandeld.
2
3
4
8
10
11
6
1
7
9
12
13
14
16
18
20
21
22
19
17
5
15
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
35
Voor het selecteren van de menu-
onderdelen.
9
ON toets
23
Voor het inschakelen van de stroom.
1
STANDBYtoets
23
Om de projector in de ruststand (standby)
te zetten.
2
BREAK TIMER toets
30
Voor het weergeven van de pauzetijd.
5
MAGNIFY toetsen
31
Voor het vergroten/verkleinen van een deel
van het beeld.
3
POINTER toets
30
Om de cursor weer te geven.
8
INPUT toetsen (P/R)
27
Voor het kiezen van de ingangsfunctie.
14
EFFECT toets
30
Voor het wijzigen van de cursor of het
spotlicht gebied.
10
KEYSTONE toets
26
Voor het inschakelen van de
trapeziumvorm-correctiefunctie.
11
AUTO SYNC toets
31, 46
Voor het automatisch instellen van het beeld wanneer
de projector op een computer is aangesloten.
16
FUNCTION toets
49
Voor bediening en uitvoering van een functie,
toegewezen aan ā€œFUNCTION knopā€.
12
ECO+QUIET toets
30
Voor het reduceren van het geluid van de
koelventilator en het verlengen van de
levensduur van de lamp.
21
FREEZE toets
31
Voor het stilzetten van het beeld.
4
AV MUTE toets
27
Voor het tijdelijk weergeven van een zwart
scherm en het uitschakelen van het geluid.
6
VOL +/ā€“ (Volume) toetsen
27
Voor het instellen van de geluidssterkte
van de luidspreker.
13
SPOT toets
30
Om het spotlicht weer te geven.
7
ENTER toets
35
Voor het invoeren van de selecties of
instellingen die in het menu zijn gemaakt.
19
RETURN toets
35
Voor terugkeren naar het vorige
menuscherm tijdens menubediening.
20
MENU toets
35
Voor het weergeven van de instelschermen.
18
RESIZE toets
28
Voor het omschakelen van het
schermformaat (NORMAAL, 16:9 enz.).
17
3D MODE toets
52
Weergeven van het 3D-modus menuscherm.
22
PICTURE MODE toets
31
Voor het kiezen van het juiste beeld.
15