Operation Manual

Gebruiksvriendelijke functies
61
Annuleren van het
toetsvergrendelingsniveau
Wanneer het toetsvergrendelingsniveau Normaal
is ingesteld, werken alle toetsen.
Selecteer Niv. toetsvergr. in het menu
Opties (2) en stel Normaal in. Zie
bladzijde 38 voor de instellingen.
Opmerking
Wanneer een wachtwoord is ingesteld en
Niv. toetsvergr. wordt gekozen, verschijnt het
wachtwoordinvoerveld.
Als zowel een wachtwoord als een
toetsvergrendelingsniveau zijn ingesteld, zal
het wachtwoord nodig zijn om het
toetsvergrendelingsniveau te kunnen wijzigen.
Instellen van een wachtwoord
De gebruiker kan een wachtwoord instellen om te voorkomen dat bepaalde instellingen in het menu
Opties (2) kunnen worden gewijzigd. Het gebruik van een wachtwoord in combinatie met het
toetsvergrendelingsniveau (bladzijde 60) is effectiever.
Invoeren van het wachtwoord
Selecteer Wachtwoord in het menu
Opties (2) Zie bladzijde 38 voor nadere
bijzonderheden.
1 Druk op
of
om het
gewenste nummer te selecteren
en druk dan op
.
2 Voer de 3 overige cijfers in en druk
op
.
3 Voer het wachtwoord nogmaals in
na Herbevestigen en druk op
.
Opmerking
Wanneer een wachtwoord is ingesteld,
moet u het wachtwoord invoeren om de
instellingen Projectie, Niv. toetsvergr.,
Anti-diefstal en Alles terugstellen te
wijzigen.