Operation Manual
Instelling 5: ACTIVERINGS MODE
Deze instelling zet de herkenning van de code voor het activeren van
faxontvangst vanaf een neventoestel aan of uit. Toets "1" om de herkenning
aan of, "2" om de herkenning uit te zetten..
• Fabrieksinstelling: ,,1“
FUNCTION
4
Indrukken
tot op het
display wordt
weergegeven:
ACTIVERINGSMODE
STOP
2
JA
NEE
of
TRANSACTIE LIJST
1
Instelling 6: TRANSACTIE LIJST
Deze instelling regelt de voorwaarden voor het printen van een
transactieverslag. Voer een nummer van ,,1“ tot ,,5“ in als volgt:
1 (ALTIJD PRINTEN): Print een verslag na iedere overdracht of fout.
2 (FOUT/TIMER): Er wordt een bericht geprint na een fout of een
timer bewerking.
3 (ALLEEN ZENDEN): Print alleen een verslag na het verzenden van een
document.
4 (FOUT ALLEEN): Print alleen een verslag wanneer er een fout
optreedt.
5 (NOOIT PRINTEN): Print nooit verslagen.
• Fabrieksinstelling: ,,4“
FUNCTION
4
Indrukken
tot op het
display wordt
weergegeven:
TRANSACTIE LIJST
Voer een cijfer in
van
1 tot 5
KIES MODE
STOP
Optionele instellingen
85










