Operation Manual

101
Conguratie apparaat programmeren
Gebruik de volgende procedure om een programmering van de conguratie van het apparaat te selecteren:
Procedure
1.
In het venster SETTING (instellingen) selecteert u “11
DEVICE CONFIG” (11 cong. apparaat).
• Het scherm DEVICE CONFIG (cong. apparaat)
verschijnt.
2.
Selecteer uit de volgende optielijst een willekeurige optie.
1 KEYBOARD
Toetsenbord
2 DISPLAY
Display
3 PRINTER
Printer
4 ONLINE
Online
De volgende afbeelding toont deze opties die in deze programmeringsgroep zijn opgenomen.
11 DEVICE CONFIG
1 KEYBOARD
l
Zie "Toetsenbord" op pagina 101.
2 DISPLAY
l
Zie "Display" op pagina 102.
3 PRINTER
l
Zie "Printer" op pagina 102.
4 ONLINE
l
Zie "Online" op pagina 102.
Toetsenbord
Procedure
Programmeer als volgt elk item:
• BUFFERING (gebruik de selectieve invoering)
YES: Schakelt het bufferen van het toetsenbord in.
NO: Schakelt het bufferen van het toetsenbord uit.
• TOUCH SOUND (gebruik de selectieve invoering)
YES: Ingesteld op geluid.
NO: Niet op geluid.