Operation Manual

81
Meerdere handsets gebruiken
Gig SL100/SL150 colour / nl / A31008-M1572-M121-2-5419 / registration.fm / 28.10.2005
Bijschakelen in een extern gesprek (inbreken)
U voert een extern gesprek. Een interne deelnemer kan zichzelf in het gesprek schake-
len en meespreken. Het bijschakelen wordt bij alle gesprekspartners gesignaleerd met
een signaaltoon.
Voorwaarde: De functie Inbreken? is ingeschakeld (standaardinstelling: uit).
Inbreken in- en uitschakelen
v ¢ í ¢ Spec. Functies ¢ Inbreken?
Intern bijschakelen (Conferentie)
Op het display van de handset verschijnt Lijn bezet. U wilt zich in een bestaand extern
gesprek bijschakelen.
Handset voor ruimtebewaking gebruiken
Met deze functie wordt een eerder opgeslagen intern of extern telefoonnummer gebeld
zodra het ingestelde geluidsniveau in de desbetreffende ruimte bereikt wordt. Wanneer
u de oproep beantwoordt, hoort u het geluid in de ruimte waar het toestel staat. Ook
nadat de verbinding verbroken is, blijft de ruimtebewaking op de handset ingescha-
keld.
De afstand tussen handset en een eventueel geluidsbron dient tussen 1 en 2 meter te
liggen. De microfoon moet op de geluidsbron gericht zijn.
Wanneer de functie ruimtebewaking is ingeschakeld, worden binnenkomende oproe-
pen op de handset die voor ruimtebewaking wordt gebruikt zonder oproepsignaal
gemeld en alleen op het display weergegeven. Let er bij het invoeren van een extern
nummer op dat de aansluiting waarnaar de ruimtebewakingsoproep wordt doorgescha-
keld, niet geblokkeerd is door een ingeschakeld antwoordapparaat.
~
Systeem-PIN (pagina 95) invoeren en bevestigen
(= Aan).
a
Lang indrukken (terug naar ruststand).
OK
c
Verbindingstoets indrukken. U wordt in het gesprek
geschakeld. Alle deelnemers horen een signaaltoon.
Bijschakelen beëindigen:
a
Verbreektoets indrukken (signaaltoon).
i
Als de eerste interne deelnemer op de verbreektoets a drukt, klinkt een
signaaltoon. De verbinding tussen de bijgeschakelde handset en de
externe deelnemer blijft behouden.
W
Voordat u vertrekt, dient u absoluut de instelling van de ruimtebewa-
king te testen, bijvoorbeeld de gevoeligheid en het maken van de
verbinding.