Umschlag_BasicI_SE_NL_0408.
Gebruiksaanwijzing 3-32 | Montage- en installatievoorschrift 33-47 Gebruiksaanwijzing Hierop moet u letten _________________________________________ 3 Veiligheidsvoorschriften ............................................................................... 4 Materiële schade .......................................................................................... 6 Uw nieuwe apparaat _________________________________________ 7 Het bedieningspaneel .........................................................
2
Hierop moet u letten Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door Alleen dan kunt u uw apparaat goed en veilig bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift goed, samen met de verschillende toebehoren. Geeft u het apparaat door aan anderen, doe de gebruiksaanwijzingen en de toebehoren er dan bij. Transportschade Controleer het apparaat na het uitpakken. Bij transportschade mag u het apparaat niet aansluiten.
Veiligheidsvoorschriften Dit apparaat is alleen voor huishoudelijk gebruik bestemd. Gebruik het uitsluitend voor het bereiden van gerechten. Volwassenen en kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht gebruiken • wanneer ze daartoe lichamelijk niet in staat zijn, • of wanneer ze niet over de kennis en ervaring beschikken om het apparaat veilig te bedienen. Hete oppervlakken Verbrandingsgevaar! Nooit de hete gas-kookzones, de binnenvlakken van de oven of de verwarmingselementen aanraken.
Onvoldoende ventilatie bij het koken op gaskookzones Nooit de gas-kookzones gebruiken in nietgeventileerde ruimtes. Bij gaskookzones komt extra warmte en vocht vrij. Bij een langere kooktijd de afzuigkap inschakelen of intensief ventileren. Brandgevaar! Nooit de afzuigkap inschakelen wanneer de kookzones niet met kook- of bakgerei zijn afgedekt. Vetresten in het filter van de afzuigkap kunnen in brand vliegen. Door de grote hitte kan de afzuigkap worden beschadigd.
Materiële schade Schade aan de kookplaat Gebruik de gas-kookzones alleen wanneer er kookof bakgerei opstaat. Verwarm geen lege pannen. De bodems van de pannen raken dan beschadigd. Zorg ervoor dat de pannen niet leegkoken. Dit geldt vooral voor email- en aluminiumpannen. De bodem van de pan moet schoon en droog zijn. Let bij speciaal kook- en bakgerei op de informatie van de fabrikant. Aluminiumfolie of vormen van kunststof smelten op de hete gas-kookzones.
Uw nieuwe apparaat Hier leert u uw nieuwe apparaat kennen. U krijgt informatie over het bedieningspaneel, de kookplaat, de oven, de verwarmingsmethoden en de toebehoren.
De kookwekker De kookwekker loopt achteruit en geeft na afloop van de ingestelde tijdsduur een geluidssignaal. Bedieningsknoppen 8 Met deze bedieningsknop stelt u de tijdsduur in.
De kookplaat Normale brander (1,75 kW) Wokbrander (3,30 kW) Spaarbrander (1,00 kW) Sterke brander (3,00 kW) Pannenhouder Soorten gasbranders Gasbrander Diameter van de pan Spaarbrander Bedieningsknop gasbrander 8-16 cm Normale brander 12-20 cm Sterke brander 18-22 cm Wokbrander 22-26 cm Met de bedieningsknoppen kunt u het verwarmingsvermogen van de gasbranders instellen. Aan het symbool boven de bedieningsknop kunt u zien bij welke gasbrander de knop hoort.
Toebehoren Toebehoren Beschrijving Wokring Extra pannenhouder voor een wok; om op de wokbrander te leggen. Espresso-opzetstuk Opzetstuk voor een espressokan; om op de spaarbrander te leggen. De oven Functiekeuzeknop 10 U kunt de oven bedienen met behulp van de twee bedieningsknoppen, een functiekeuzeknop en een temperatuurkeuzeknop. Met deze bedieningsknop stelt u de functie van de oven in.
Temperatuurkeuzeknop Met deze bedieningsknop stelt u de temperatuur in. Stand Betekenis 50-max (250) Temperatuurbereik in °C Toebehoren De toebehoren kunnen op 5 verschillende hoogtes in de oven geschoven worden. U kunt de toebehoren voor twee derde naar buiten trekken, zonder dat ze omkantelen. Zo kunnen de gerechten gemakkelijk uit de oven worden gehaald. Toebehoren kunt u kopen bij de servicedienst of in speciaalzaken.
Voor het eerste gebruik Neem de volgende aanwijzingen in acht voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt. Verwijder de verpakking van het apparaat en voer deze volgens voorschrift af. Oven verwarmen Oven voorreinigen Neem de toebehoren uit de ovenruimte. Verpakkingsresten, zoals stukjes piepschuim, dienen volledig uit de ovenruimte verwijderd te worden. Enkele onderdelen zijn voorzien van kraswerende folie. U dient deze te verwijderen. 1.
Branderdeksels en -kelken reinigen Hiervoor gaat u als volgt te werk: A 1. Maak de branderdeksels (A) en kelken (B) schoon met water en afwasmiddel. B 2. Droog de onderdelen goed af. 3. Plaats de betreffende branderkelk (B) C 4. Leg de branderdeksel (A) precies op op de kookzone (C). de branderkelk (B). Toebehoren reinigen Reinig de toebehoren vóór gebruik grondig met warm zeepsop en een afwasdoek.
Zo bedient u de kookplaat Let erop dat de branderdeksel altijd exact op de branderkelk zit. De sleuven bij de branderkelk moeten vrij zijn. Alle onderdelen dienen droog te zijn. Gasbranders in- en uitschakelen Gasbranders inschakelen 1. Druk op de bedieningsknop voor de gewenste kookstand en draai deze op stand ™. De gasbrander ontsteekt. 2. De bedieningsknop enkele seconden ingedrukt houden, tot de vlam zich gestabiliseerd heeft. 3. Stel de gewenste vlamgrootte in.
Zo bedient u de oven U heeft de mogelijkheid de oven op verschillende manieren in te stellen. U kunt de oven regelen via de elektronische klok. Functies van de oven Oven inschakelen Functie Gebruik Y Ontdooistand Voor het ontdooien van vlees, gevogelte, vis, brood en slagroomtaarten. t Boven-/ onderwarmte Voor cake in vormen, soufflés, magere braadstukken van runden kalfsvlees en wild. T Hete lucht Voor taarten, cakes, pizza's en gebak op twee niveaus, om te braden en te drogen.
Zo bedient u de kookwekker De kookwekker loopt onafhankelijk van de oven. Tijdsduur instellen Draai de bedieningsknop naar rechts op de gewenste tijdsduur. De tijdsduur is afgelopen Aan het einde van de ingestelde tijd klinkt een signaal. Reinigen en onderhouden m Gebruik nooit een hogedrukreiniger of een stoomstraalapparaat! Gevaar voor kortsluiting! Gebruik nooit scherpe of schurende schoonmaakmiddelen. Het oppervlak kan beschadigd worden.
Het juiste reinigingsmiddel gebruiken Gebruik geen reinigingsmiddelen die schurende stoffen of zuren bevatten, of reinigingshulpen zoals staalwol of -sponzen. De oppervlakken kunnen beschadigd worden. Apparaatbestanddeel Reinigingsmiddel en -hulp Ruit van de ovendeur • Glasreiniger gebruiken • Gebruik geen schraper. Bedieningspaneel en -knop • Met een vochtige, zachte doek afnemen. Dichting (in de ovenruimte) • Warm zeepsop gebruiken. Inhangroosters • Warm zeepsop gebruiken.
Ovendeuren inbrengen en verwijderen Om de oven gemakkelijker te reinigen kunt u de ovendeuren verwijderen. De scharnieren van de ovendeuren zijn alle door middel van een blokkeerhendel beveiligd. Wanneer de blokkeerhendel dichtgeklapt (A) is, is de ovendeur beveiligd. Deze kan niet worden verwijderd. Is de blokkeerhendel opengeklapt (B), dan is het scharnier beveiligd en kunt u de ovendeur verwijderen. Gevaar voor letsel! Let er op dat u niet met uw hand in het scharnier komt.
Ovendeur inbrengen Hiervoor gaat u als volgt te werk: 1. Zet de ovendeur schuin. 2. Plaats beide scharnieren in de opnames links en rechts. 3. De pal van het scharnier moet aan beide kanten inklikken. 4. De ovendeur openen. 5. De beide blokkeerhendels naar links en rechts helemaal dichtklappen. 6. Sluit de ovendeur.
Inhangroosters verwijderen en inbrengen Om de inhangroosters afzonderlijk te reinigen en de ovenwanden eenvoudiger schoon te maken kunt u de inhangroosters verwijderen. De inhangroosters zijn op drie punten aan de ovenwanden bevestigd. Inhangroosters verwijderen Inhangrooster inbrengen Ga op de volgende manier te werk om de inhangroosters te verwijderen: 1. Pak het inhangrooster aan de bovenkant vast en druk het naar beneden. Het inhangrooster raakt los van de bovenste pen. 2.
Storingen en servicedienst Storingen worden vaak veroorzaakt door een kleinigheid. Neem alstublieft de volgende aanwijzingen in acht voor u de servicedienst belt. Aanwijzingen voor oplossingen Storing Mogelijke oorzaak Het apparaat werkt niet Zekering defect. Controleer in de meterkast of de zekering voor het toestel in orde is. Stroomuitval Controleer of bijv. de keukenverlichting werkt. Ovenlamp defect Ovenlamp vervangen. (zie paragraaf “Ovenlamp vervangen”) De ovenverlichting is uitgevallen.
Ovenlamp vervangen Als de ovenlamp is uitgevallen, moet deze worden vervangen. Temperatuurbestendige reservelampen kunt u kopen bij de servicedienst of in speciaalzaken. Vermeld a.u.b. het Enummer en het FDnummer van uw apparaat. Gebruik uitsluitend originele lampen. Hiervoor gaat u als volgt te werk 1. De betreffende zekering in de meterkast uitschakelen. 2. De ovendeur openen. 3. Leg een theedoek in de onverwarmde oven, om schade te voorkomen. 4.
Servicedienst Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze servicedienst voor u klaar. Het adres en telefoonnummer van de dichtstbijzijnde servicedienst vindt u in het telefoonboek. Ook de aangegeven servicediensten kunnen u helpen aan een serviceadres bij u in de buurt. Enummer en FDnummer Geef wanneer u contact opneemt met de servicedienst altijd het productnummer (E-nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.) van het apparaat op.
Tabellen en tips Hier krijgt u tips en trucs voor het klaarmaken van levensmiddelen met uw apparaat. Hier vindt u een keur aan gerechten en de daarbij behorende optimale instellingen. U kunt nalezen welke verwarmingsmethode en temperatuur het meest geschikt is voor uw gerecht en welke toebehoren op welke inschuifhoogte gebruikt dienen te worden. U krijgt talrijke tips over de vormen en de bereiding en voor het geval er onverhoopt wat mis zou gaan.
Tips voor het gebruik van de oven Niet voorverwarmen De oven alleen voorverwarmen als dit in het recept of in de tabel van de gebruiksaanwijzing is opgegeven. Donkere bakvormen Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bakvormen. Deze nemen de hitte bijzonder goed op. Meerdere taarten of cakes Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na elkaar bakken. De oven is dan nog warm. Hierdoor is de baktijd voor het tweede gerecht korter.
Bakken Bakvormen Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen. Bij heldere bakvormen van dun materiaal of bij glazen vormen wordt de baktijd langer. Het gerecht wordt ongelijkmatig gebruind. Zet de bakvormen altijd in het midden van het bak- en braadrooster. Tip Een lage temperatuur zorgt ervoor dat het gerecht gelijkmatiger bruin wordt. Aanwijzingen bij de tabellen Temperatuur en tijdsduur zijn afhankelijk van de hoeveelheid en de kwaliteit van het deeg.
Taart, cake en gebak De oven voorverwarmen. De waarden die in de volgende tabel worden opgegeven gelden voor gerechten die in de voorverwarmde oven worden geplaatst. Verwarm de oven 10-15 minuten voor. Bijkomende informatie vindt u onder “Tips voor het bakken" na de tabellen.
Soufflés, toast, pizza's Inschuifhoogte Functie Temperatuur °C Tijdsduur Minuten Lasagne 0,5 kg 2 T 190 45-55 Noedelsoufflé 0,5 kg 2 T 180-190 50-60 Creoolse rijst 0,5 kg 2 T 200-220 20-25* Pizza 0,5 kg 2 T 225 15-20* 2+4 T 250 25-35* 2 t 200 30-40 Gerecht Quiches * Bakoven voorverwarmen.
Tips voor het bakken U wilt bakken volgens uw eigen recept. Raadpleeg de tabel voor gelijksoortig gebak. Zo stelt u vast of de cake goed doorbakken is. Prik ca. 10 minuten voor het einde van de in het recept vermelde baktijd met een stokje in het hoogste punt van het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker zit, is de cake klaar. Het gebak zakt in. Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden lager in. Houd rekening met de omroertijden in het recept.
Braden Vormen U kunt alle vormen gebruiken die hittebestendig zijn. Zet de vorm altijd midden op het rooster. Voor grote stukken vlees is ook de geëmailleerde bakplaat geschikt. Tips Een lage temperatuur zorgt ervoor dat het gerecht gelijkmatiger bruin wordt. Doe bij mager vlees 2 tot 3 eetlepels en bij stoofvlees 8 tot 10 eetlepels vloeistof, afhankelijk van de grootte. Steek bij eend of gans het vel onder de vleugels vast, dan kan het vet weglopen.
Vlees en vis Bijkomende informatie vindt u onder “Tips voor het braden" na de tabellen.
Tips voor het braden Voor het gewicht van het vlees staan geen gegevens in de tabel. Neem het opgegeven gewicht als uitgangspunt en verleng of verkort de bereidingstijd in overeenstemming hiermee. Hoe kunt u vaststellen of het Gebruik de vleesthermometer (verkrijgbaar in de vlees klaar is? speciaalzaak) of doe de “lepeltest". Druk met de lepel op het vlees. Voelt het stevig aan, dan is het klaar. Geeft het mee, dan heeft het nog wat tijd nodig.
Montage- en installatievoorschrift Veiligheidsvoorschriften ____________________________________ 35 Voor het opstellen __________________________________________ 36 Apparaat ..................................................................................................... 36 Richtlijnen voor de toe- en afvoer van lucht ...............................................
34
Veiligheidsvoorschriften Alleen wanneer het apparaat volgens deze handleiding op deskundige wijze wordt gemonteerd en geïnstalleerd, is een veilig gebruik gegarandeerd. Bij schade of storingen als gevolg van een onjuiste montage of installatie is de monteur of de installateur aansprakelijk.
Voor het opstellen Houd u aan de volgende opgaven voor het apparaat en aan de richtlijnen voor de toevoer en afvoer van lucht. Apparaat Apparaatklassen Dit apparaat voldoet aan de volgende apparaatklassen: Apparaatklasse Beschrijving Klasse 1 niet vlak aangebouwd kooktoestel Klasse 2 - onderklasse 1 Het kooktoestel dat direct aansluit op twee eenheden en daarmee een afzonderlijke eenheid vormt, kan echter ook zo geïnstalleerd worden dat de zijwanden toegankelijk zijn.
Aangrenzende meubels Aangrenzende meubels mogen niet uit brandbare materialen bestaan. Aangrenzende voorzijden van meubels dienen tot minstens 90°C temperatuurbestendig te zijn. Wordt het apparaat dichtbij andere eenheden geïnstalleerd, dan dient u zich aan de in de afbeelding weergegeven minimale afstanden te houden. Typeplaatje Het typeplaatje met de nummers vindt u op de achterkant van het apparaat en aan de rechterkant van de geopende ovendeur. Verwijder nooit het typeplaatje van het apparaat.
Richtlijnen voor de toe- en afvoer van lucht Dit apparaat mag alleen in een voldoende geventileerde ruimte en volgens de geldende voorschriften en ventilatievoorschriften worden opgesteld. Let erop dat de voor de verbranding noodzakelijk luchthoeveelheid niet minder dan 2 m3/h per kW vermogen mag bedragen (zie kW totaal vermogen op het typeplaatje).
Montage van de instelvoeten Het fornuis wordt geleverd met een set instelvoeten. Vooraf: • Alle niet vast gemonteerde onderdelen, met name pannenhouders en branders, verwijderen. • Toebehoren uit de oven nemen. Instelvoeten monteren Om de voeten te monteren gaat u op de volgende manier te werk:) • Het apparaat aan één kant iets van de bodem optillen en kantelen. • De instelvoeten met de plaatjes in de opnamegaten aan de onderkant van het apparaat schroeven.
Elektrische aansluiting Alleen een daartoe bevoegde vakman mag het apparaat aansluiten. Het apparaat moet volgens de laatste IEE-Richtlijnen (Institution of Electrical Engineers) worden geïnstalleerd. Bij een verkeerde aansluiting kan het apparaat worden beschadigd. Verzeker u ervan dat de spanningswaarde van het elektriciteitsnet overeenkomt met de waarde die op het typeplaatje staat aangegeven. Het typeplaatje vindt u op de achterkant van het apparaat.
Vervanging van de elektriciteitskabel De vervanging van de elektriciteitskabel vindt plaats via het klemmenblok. De elektriciteitskabel dient van het type H05RRF, 3 x 1,5 mm² te zijn. Laat de elektriciteitskabel iets langer, zodat u het apparaat voor schoonmaakwerkzaamheden iets naar voren kunt trekken. Ga hierbij als volgt te werk: • Open het klemmenblok. • Draai bij het klemmenblok de schroef (A) los, die de kabel vasthoudt. • Maak de schroefcontacten los en vervang de kabel door een van gelijke lengte.
Gasaansluiting Het apparaat dient volgens de geldende voorschriften aangesloten te zijn. Controleer alvorens het apparaat te installeren of de plaatselijke voorwaarden (gassoort en -druk) en de apparaatinstellingen met elkaar overeenkomen. De voorwaarden voor de apparaatinstellingen vindt u op het typeplaatje. De verbinding met de gasleidingen en de dichtingen dienen op deskundige wijze, volgens de op dat moment geldende normen, te worden uitgevoerd.
Flexibele slangen Gebruikt u flexibele slangen, let er dan op dat: • De slangen niet ingeklemd of bekneld worden. • De slangen niet aan trek- of draaikrachten onderhevig zijn. • De slangen bijv. niet in contact komen met snijkanten of scherpe randen. • De slangen niet in contact komen met onderdelen die een temperatuur van meer dan 70 °C boven kamertemperatuur kunnen bereiken. Zorg ervoor dat de slangen in hun volle lengte voor controle toegankelijk zijn.
Omschakeling van de gassoort Wanneer het apparaat niet al op de beschikbare gassoort ingesteld is, dient het omgezet te worden. Ook de omzetting naar een andere gassoort dient door een erkend vakman en met inachtneming van de geldende voorschriften te worden uitgevoerd. De gassoort en -druk, die vooraf in de fabriek zijn ingesteld, zijn op het typeplaatje aan de achterzijde van het apparaat weergegeven. Voor de omzetting van de gassoort moeten de koppen worden vervangen.
Minimale gastoevoer instellen Ga op de volgende manier te werk om de minimale gastoevoer van de ventiel-gaskraan in te stellen: • Schakel de branders in en draai de bedieningsknop in de richting van de kleine vlam. • Trek de bedieningsknop eraf. • Steek een kleine schroevendraaier in het gat van de gaskraan, de instelschroef bevindt zich aan de binnenkant, draai aan de instelschroef tot er een correcte, stabiele vlam brandt.
Algemene koppentabel B A C F D E Gassoort Aardgas G25 Vloeibaar gas Butaan Propaan G30/G31 46 Kop nr. mbar 25 28-30/ 37 Brandertype Vermogen (W) Verbruik max.
Bevestigen en in de juiste stand brengen Wanneer het apparaat wordt opgesteld op de definitieve standplaats dient er genoeg ruimte te zijn om het naar voren te trekken voor schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden. De ondergrond moet hard en stabiel zijn. De wand direct achter het fornuis dient uit nietbrandbaar materiaal, zoals tegels, te bestaan. Ten slotte het apparaat aan de wand bevestigen en in de juiste stand brengen.
48
Umschlag_BasicI_SE_NL_0408.fm Page 4 Wednesday, March 25, 2009 8:50 AM Siemens-Electrogeräte GmbH Carl-Wery-Str. 34 D-81739 München NL > 04.