Operation Manual

15
Zo bedient u de oven
U heeft de mogelijkheid de oven op verschillende
manieren in te stellen. U kunt de oven regelen via de
elektronische klok.
Functies van de oven
Oven inschakelen Draai de functiekeuzeknop op de gewenste functie
en de temperatuurkeuzeknop op de gewenste
temperatuur.
De oven gaat aan.
Wanneer de oven warm wordt, brandt het
indicatielampje. In de verwarmingspauzes gaat het
uit.
Oven uitschakelen. Draai de functiekeuzeknop op de stand
0
wanneer
het gerecht klaar is.
Draai de temperatuurkeuzeknop op de stand
>
.
De oven gaat uit.
Functie Gebruik
Y
Ontdooistand
Voor het ontdooien van vlees,
gevogelte, vis, brood en
slagroomtaarten.
t
Boven-/
onderwarmte
Voor cake in vormen, soufflés,
magere braadstukken van rund-
en kalfsvlees en wild.
T
Hete lucht
Voor taarten, cakes, pizza's en
gebak op twee niveaus, om te
braden en te drogen.
V
Grill
Voor afzonderlijke porties of
kleinere hoeveelheden steaks,
worstjes, vis en toast.
x
Grootvlakgrill
Voor meerdere steaks,
worstjes, vis en toast.
R
Circulatiegrill
Voor gevogelte en grotere
stukken vlees.
ß
Pizzastand
Voor diepvriesproducten zoals
pizza's of patates frites.