Operation Manual

29
Tips voor het bakken
U wilt bakken volgens uw
eigen recept.
Raadpleeg de tabel voor gelijksoortig gebak.
Zo stelt u vast of de cake
goed doorbakken is.
Prik ca. 10 minuten voor het einde van de in het recept
vermelde baktijd met een stokje in het hoogste punt van
het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker
zit, is de cake klaar.
Het gebak zakt in.
Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de
oventemperatuur 10 graden lager in. Houd rekening met
de omroertijden in het recept.
De cake is in het midden
hoog gerezen en lager bij de
randen.
De rand van de bakvorm niet invetten. Na het bakken
maakt u het gebak voorzichtig los met een mes.
Het gebak wordt te donker
aan de bovenkant.
Schuif het gebak verder naar binnen, kies een lagere
temperatuur en bak de cake iets langer.
Het gebak is te droog.
Als de cake klaar is, prikt u er met een prikker kleine
gaatjes in. Vervolgens bedruppelt u hem met
vruchtensap of alcohol. Stel de temperatuur de
volgende keer 10 °C hoger in en houd kortere baktijden
aan.
Het brood of het gebak ziet
er goed uit, maar is van
binnen doortrokken met
waterstrepen.
Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak
iets langer bij een wat lagere temperatuur. Bij taarten
met vochtige vulling: bak eerst de bodem voor. Bestrooi
hem met amandelen en paneermeel en doe dan de
bovenlaag erop. Let op recepten en baktijden.
Het gebak is ongelijkmatig
bruin geworden.
Kies een wat lagere temperatuur.
Met een lagere
temperatuur wordt het gerecht gelijkmatiger bruin.
Gevoelig gebak bakt u met boven/onderwarmte
t
op
één niveau. Ook bakpapier dat uitsteekt kan de
luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zo
af dat het goed op de plaat past.
U hebt op twee niveaus
gebakken. Op de bovenste
plaat is het gebak donkerder
dan op de onderste.
Gebruik altijd hete lucht voor het bakken op twee
niveaus tegelijk. Bakplaten of roosters die gelijktijdig in
de oven worden gedaan, hoeven niet gelijktijdig klaar te
zijn.