Operation Manual

40
Elektrische aansluiting
Alleen een daartoe bevoegde vakman mag het
apparaat aansluiten.
Het apparaat moet volgens de laatste IEE-Richtlijnen
(Institution of Electrical Engineers) worden
geïnstalleerd.
Bij een verkeerde aansluiting kan het apparaat
worden beschadigd.
Verzeker u ervan dat de spanningswaarde van het
elektriciteitsnet overeenkomt met de waarde die op
het typeplaatje staat aangegeven. Het typeplaatje
vindt u op de achterkant van het apparaat.
Zorg ervoor dat het elektriciteitsnet naar behoren
geaard is en dat het veiligheidsventiel en het kabel-
en leidingsysteem in het gebouw de belasting van het
apparaat weerstaat.
Bij een directe aansluiting op het elektriciteitsnet is
een schakelaar met een contactafstand vereist.
Er dient een volledige scheiding volgens de
voorwaarden van overspanningscategorie II
gewaarborgd te zijn.
De aardingskabel is hiervan uitgesloten.
Het is aan te bevelen 16 A aan te houden voor de
stroomkring van het apparaat.