Operation Manual
nl
65
Bedieningselementen
Afb. 2
Aanwijzing
Wanneer het apparaat een tijdje niet
wordt bediend, wordt de indicatie van het
bedieningspaneel op de
energiespaarmodus gezet.
22 Boter en kaasvak *
23 Koolstoffilters
24 Flessenhouder *
25 Vak voor grote flessen
26 Koude-accu/Diepvrieskalender *
AKoelruimte
B Diepvriesruimte
1 Keuzetoets Koelruimte
Maakt de instelling van
de temperatuur in de koelruimte
mogelijk.
2 Temperatuurindicatie
Koelruimte
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen in
de koelruimte in °C.
3 Toets „super” (Koelruimte)
Om het superkoelsysteem in en
uit te schakelen.
4 Keuzetoets Diepvriesruimte
Maakt de temperatuurinstelling
voor de diepvriesruimte mogelijk.
5 Temperatuurindicatie
Diepvriesruimte
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen in
de diepvriesruimte in °C.
6 Toets „super” (Diepvriesruimte)
Om het supervriessysteem
in en uit te schakelen.
7 Alarmtoets
Om het alarmsignaal uit te
schakelen (zie hoofdstuk „Alarm
function”).
8 Insteltoetsen +/-
De toetsen dienen voor het
instellen van de temperaturen in
de koel- en diepvriesruimte.
9 Indicatie
Energiebesparingsmodus
Deze brandt wanneer het
apparaat niet in gebruik is.










