Operation Manual

22
Bediening
Aanwijzing: Schakel de afzuigkap in zodra u begint met koken
en schakel hem pas enkele minuten na het koken weer uit. Zo
wordt de keukendamp het effectiefst verwijderd.
Bedieningspaneel
Ventilator instellen
Aanwijzing: Pas de ventilatorstand altijd aan de actuele
omstandigheden aan. Kies bij een sterke dampvorming ook
een hoge ventilatorstand.
Inschakelen
1. Toets # indrukken.
De ventilator start in ventilatorstand
ƒ.
2. Beweeg uw vinger over het instelgebied ||| om een andere
ventilatorstand in te stellen.
Uitschakelen
Toets
# indrukken.
Intensief-stand
Bij sterke geur- en dampvorming kunt u de intensief-stand
gebruiken.
Inschakelen
1. Beweeg uw vinger over het instelgebied ||| naar rechts, tot
de intensiefstand
2 op het display wordt weergegeven.
De intensiefstand
2 is geactiveerd.
2. Beweeg uw vinger over het instelgebied ||| naar rechts, tot
op het display de intensiefstand
ƒ2 wordt weergegeven.
De intensiefstand
ƒ2 is geactiveerd.
Aanwijzing: De looptijd van de intensiefstand bedraagt
ca. 6 minuten. Na afloop hiervan schakelt het apparaat naar
een lagere ventilatorstand terug.
Uitschakelen
Beweeg uw vinger over het instelgebied ||| naar links tot de
gewenste stand ingesteld is.
De intensiefstand is beëindigd.
Boost-functie
De Boost-functie is een kortstondig maximaal vermogen dat u
in elke ventilatorinstelling kunt activeren.
Toets
& indrukken.
Na ca. 20 seconden schakelt de ventilator terug naar de
daarvoor ingestelde stand.
Automatische modus
Inschakelen
1. Toets # indrukken.
De ventilator start in ventilatorstand
ƒ.
2. Toets ! indrukken.
De optimale ventilatorstand
, ƒ of wordt met behulp van
een sensor automatisch ingesteld.
Uitschakelen
Toets
! of # indrukken.
De automatische modus is uitgeschakeld.
De ventilator schakelt automatisch uit wanneer de luchtkwaliteit
in de ruimte beneden een bepaald niveau is gekomen. De
looptijd in de automatische modus bedraagt maximaal 4 uur.
Sensorbesturing
In de automatische modus herkent een sensor in de afzuigkap
de intensiteit van de kook- en bakluchtjes. Afhankelijk van de
instelling van de sensor schakelt de ventilator automatisch in
een andere stand.
Standaard instelling van de gevoeligheid:
Laagste instelling van de gevoeligheid:
Hoogste instelling van de gevoeligheid:
Instelling van de sensorgevoeligheid wijzigen
Als de sensorbesturing te snel of te langzaam reageert, kunt u
de instelling van de gevoeligheid wijzigen.
1. Wanneer de ventilator uitgeschakeld is, de toets ! ca.
4 seconden lang ingedrukt houden.
De instelling wordt weergegeven.
2. Beweeg uw vinger over het instelgebied ||| naar links of
rechts om de instelling van de gevoeligheid te wijzigen.
3. Toets ! ca. 4 seconden ingedrukt houden.
De verandering wordt opgeslagen.
Verlichting
U kunt de verlichting onafhankelijk van de ventilatie in- en
uitschakelen.
Inschakelen of uitschakelen
Toets
= indrukken.
Helderheid instellen
Toets
= ingedrukt houden tot de gewenste helderheid
verkregen is.
LQW
DXWR
Toelichting
#
Ventilator in-/uitschakelen
=
Verlichting inschakelen
&
boost-functie (kortstondig maximaal vermogen) inscha-
kelen
!
Automatische modus met ventilatornaloop inschakelen
-|||+ Ventilatiestand instellen