Operation Manual

Individuele instellingen van het toestel
167
Stap voor stap
Koppeleigenschappen instellen
Het koppelen dient om te controleren of een Bluetooth-
apparaat toegang heeft tot een Bluetooth-netwerk. Tij-
dens de koppelprocedure wordt er een verbindings-
sleutel van 128 bit lengte aangemaakt die voor de latere
identificatie dient. U kunt bepalen, of de koppeling Au-
tomatisch, na een Prompt of niet moet plaatsvinden.
z
U kunt deze instelling ook doorvoeren via de webinter-
face Æ pagina 187).
v Toets zo vaak indrukken tot het toepassingsregister "In-
stellingen" actief is.
Selecteren en bevestigen.
evt.
j Gebruikerswachtwoord invoeren en bevestigen.
Selecteren en bevestigen.
Selecteren en bevestigen.
Selecteren en bevestigen. Het dialoogvenster Blue-
tooth-instellingen is geselecteerd.
Selecteren en bevestigen.
Selecteren en bevestigen.
of
Selecteren en bevestigen.
of
Selecteren en bevestigen.
Selecteren en bevestigen.
Het koppelen vindt alleen plaats bij het eerste
contact tussen een Bluetooth-apparaat en uw
OpenStage. Zijn de Bluetooth-apparaten een-
maal met succes gekoppeld, dan is een volgen-
de controle van de toegangsbevoegdheid niet
meer nodig. In plaats daarvan wordt bij elke vol-
gende controle de eerder aangemaakte verbin-
dingssleutel gebruikt.
Gebruiker
Configuratie
Bluetooth
Configuratie
Pairing
Nee
Automatisch
Prompt
Opslaan & Sluiten