s Synco™ living Bedieningshandleiding Editie 1.0 QAX9x3 Serie A CE1B2740nl 11.05.
Van harte geluk gewenst … … met uw keuze voor het Siemens Synco™ livingsysteem en wij danken u voor uw aanschaf van de woningcentrale! Deze handleiding beschrijft de bediening van de woningcentrale en de overige systeemonderdelen. Gebruikte symbolen De symbolen op de woningcentrale worden toegelicht in paragraaf "Displaysymbolen” op pagina 23.
Inhoudsopgave Veiligheid ....................................................................................................... 10 Systeemoverzicht.......................................................................................... 11 Systeemfuncties ....................................................................................... 11 Woningcentrale .................................................................................. 11 Verwarming / koeling..........................................
Algemeen....................................................................................................... 29 Bewaking (uitsluitend QAX913) ......................................................... 29 Bewaking met de wooncentrale activeren. .................................. 29 Open deuren en vensters overbruggen ....................................... 29 Activeren van de bewaking via extern contact (bijv. sleutelschakelaar) ...............................................................
Ruimtegroepen.............................................................................................. 47 Retourtemperatuur ............................................................................. 47 Aanvoertemperatuur........................................................................... 47 Aanvoertemperatuur-instelling ........................................................... 48 Ruimtegroep pomp.............................................................................
Omschakeling elektrisch element ...................................................... 61 Tapwatertemperatuur-bewaking ........................................................ 61 Schakelgroepen (uitsluitend QAX913)........................................................ 62 Schakelgroepen bedienen ................................................................. 62 Scènes ............................................................................................... 63 Scènes aanmaken .......................
In- / Uitgangen ............................................................................................... 78 Weergave van de ingangssignalen .................................................... 78 Weergave van de uitgangssignalen ................................................... 79 Instellingen .................................................................................................... 79 Taal ...................................................................................................
Service ........................................................................................................... 96 Functietest voor waterdetector QFP910................................................... 96 DELTA reflex rookmelder kalibreren ........................................................ 96 Batterijbewaking ....................................................................................... 96 Ruimteapparaat QAW910 ..................................................................
Veiligheid Productaansprakelijkheid • Gebruik deze producten uitsluitend in een gebouwtechnische inrichting en alleen voor de beschreven toepassingen. • De lokale veiligheidsvoorschriften (installatie, enz.) moeten worden nageleefd. • U dient de apparaten niet te openen. Door het openen van de apparaten komt de garantie van Siemens te vervallen. • Een defect of beschadigd apparaat moet onmiddellijk van de netvoeding worden losgekoppeld en worden vervangen.
Systeemoverzicht Systeemfuncties Het Synco ™ living-systeem biedt u een aantal keuzes. Behalve het regelen van het ruimteklimaat en de warmwatervoorziening, stelt het systeem u in staat om een ventilatiesysteem, verlichting en zonwering te regelen, rookmelders, deur- en venstercontacten te bewaken, airconditioners uit te schakelen en verbruiksgegevens te tonen. Woningcentrale Woningcentrale QAX903 of QAX913 Het hart van het systeem is de woningcentrale.
In installaties met ruimten voorzien van regelbare airconditioners (bijv. airconditioning d.m.v. Zennio module) kunnen ruimten onafhankelijk van elkaar verwarmen of koelen. De ruimten worden gegroepeerd in één woning. Voor de woning kan de werking en een vakantie / uitzonderingsdagprogramma worden ingesteld. De bediening van de gehele woning kan de bedrijfswijze van individuele ruimten beïnvloeden.
Ruimtetemperatuuropnemer QAA910 De opnemer meet de ruimtetemperatuur en verstuurt deze via een draadloze verbinding naar de woningcentrale. Verwarmingscircuitregelaars RRV912 en RRV918 De regelaars ontvangen van de woningcentrale (draadloos) de instellingen en actuele waarden van de diverse ruimten en sturen de betreffende uitgangssignalen door naar de aangesloten aandrijvingen. Maken bovendien de directe aansluiting van een woningpomp en tapwater verwarming mogelijk.
Koeling Koeling vindt plaats op basis van de bedrijfswijze voor de betreffende ruimte en de gemengde buitenluchttemperatuur. De ruimte mag niet in verwarmingsbedrijf zijn. Wanneer deur- en venstercontacten open zijn, kan de woningcentrale de koeling van de betreffende ruimte blokkeren. Koeling vindt plaats voor individuele ruimten of voor de gehele woning (met centrale koeling). De instelling wordt bepaald door de actuele bedrijfswijze voor de ruimte (handbediend of door ruimteklokprogramma).
Warmwatervoorziening (alleen QAX913) De woningcentrale QAX913 regelt de warmwatervoorziening van een lokaal aangesloten voorraadboiler of maakt afstandbediening mogelijk van een boiler die is aangesloten op een verwarmingsregelaar of op een andere woningcentrale. Voor dat doel is de woningcentrale uitgerust met een 7-dagen klokprogramma voor de warmwatervoorziening met zes schakeltijden per dag voor de omschakeling tussen normaal bedrijf en gereduceerd bedrijf.
Naast de handmatige instellingen van de verlichting, kunnen de verlichtingsinstellingen door het interne klokprogramma, de aanwezigheidssimulatie of andere gebeurtenissen plaatsvinden. Zonwering Via de woningcentrale of een externe schakelaar (zender) kunnen de zonweringen of rolluiken stapsgewijs worden versteld of via een druk op de toets geheel worden geopend of gesloten.
DELTA reflex rookdetector met rookdetectormodule wave UNI M 255 De rookmelder detecteert onmiddellijk door brand ontstane rook en geeft alarm (knipperende LED en geluidssignaal, draadloze rookmelding naar de woningcentrale). Draagbare afstandbediening (alleen QAX913) Een draagbare afstandbediening maakt bediening van de installatie op afstand mogelijk. Gebruikers kunnen de functie van iedere knop configureren (bewaking Aan / Uit, noodalarm, paniekalarm, schakelen van groep 1 – 8).
Apparatenbewaking De aangesloten draadloze communicatieapparaten worden periodiek bewaakt. Bij een ontbrekend zendsignaal of lage batterijspanning wordt een storingsmelding op de woningcentrale getoond.
KRF960 Draadloos (RF) bestuurde wandcontactdoos, schakelend KRF961 Draadloos (RF) bestuurde wandcontactdoos, dimmend (alleen QAX913) AFK914/C01 Afstandbediening (alleen QAX913) QFP910 Waterdetector (alleen QAX913) WRI982 Verbruiksgegevens interface GAMMA wave DELTA reflex rookdetector met rookdetectormodule wave UNI M 255 (alleen QAX913) Deur- en raamcontact wave AP260 (draadloos) GAMMA wave verlichtings- en zonweringactoren, schakelbare contactdozen en draagbare zenders kunnen ook worden gebrui
Woningcentrale QAX9x3 Bedieningselementen Alle bedieningselementen bevinden zich op de voorzijde van de centrale. Voorbeeld: Woningcentrale QAX913 De toetsen hebben de volgende functies: Ventilatietoets, Tapwatertoets (alleen QAX913) Deze knop wordt gebruikt voor de bediening van ventilatie en warmwatervoorziening. Indien zowel ventilatie als warmwatervoorziening geconfigureerd zijn, wordt na het indrukken van de knop een keuzemenu getoond om de gewenste functie te kiezen.
Bedrijfswijze toets Voor het kiezen van de bedrijfswijze voor de woning (Auto / Comfort / Precomfort / Economy / Bescherming). De woningbedrijfswijze is van toepassing op ruimteregeling en ventilatie. Info toets Om door de infopagina’s te bladeren en Help op menuniveau te openen. Pijl-omhoog toets Om binnen een menuniveau omhoog te navigeren, om terug te bladeren binnen de infopagina’s en om (oplopende) waarden in te stellen.
Display Display met achtergrondverlichting Door het indrukken van één van de knoppen wordt de display met achtergrondverlichting gedurende een vaste tijd ingeschakeld. De display met achtergrondverlichting kan middels de Esc-toets, de Menu / ok-toets, een Pijl-toets of de Info-toets worden ingeschakeld zonder dat de display daar zelf door wordt beïnvloed. De lichtsterkte van de LCD verlichting kan naar behoefte worden ingesteld (zie pagina 80). Display De display biedt verschillende weergavemogelijkheden.
Navigatie in de display / Padinformatie De navigatie vindt plaats via de beide Pijl-toetsen, de Menu / ok-toets en de Esc-toets (zie voor een beschrijving van de bedieningselementen pagina 20). In de beschrijving van de functies wordt de plaats van de functie als pad met cursieve letters aangegeven. Voorbeeld: Hoofdmenu > Datum / Tijd Druk om de functie vanuit het basisbeeld te bereiken eerst op de Menu / oktoets (u komt in het hoofdmenu).
Bewaking (uitsluitend QAX913) Deur open Knippert: Bewaakte deur open Venster open Knippert: Bewaakt venster open Toestand deur onbekend Vensters / deuren gedeeltelijk bewaakt Toestand venster onbekend Vensters / deuren volledig bewaakt Temperaturen, luchtdruk en tendens Ruimtetemperatuur Buitentemperatuur Tendens: Mooi weer Tendens: Veranderlijk Tendens: Slecht weer Luchtdruk constant Luchtdruk stijgend Luchtdruk sterk stijgend Luchtdruk dalend Luchtdruk sterk dalend De display-symbolen voor de weerte
Bediening Basisbeeld Zolang geen bedien-ingrepen plaatsvinden, wordt op de display het basisbeeld weergegeven. Er zijn meerdere formaten met verschillende details voor basisbeelden beschikbaar. De instelling van het gewenste basisbeeldformaat is beschreven vanaf pagina 80. Infopagina's De Infopagina's geven u een overzicht van de belangrijkste gegevens uit de installatie. Op de Infopagina's kunnen geen waarden worden veranderd. De Infopagina's worden met de Info-toetsen opgeroepen.
Menuniveaus U gaat met de Menu- / ok-toets van het basisbeeld of van de Infopagina naar het menuniveau (hoofdmenu). Met de Esc-toets gaat u terug naar het basisbeeld. De kop “Hoofdmenu“ met het daarbij behorende symbool wordt weergegeven, gevolgd door de lijst met de ter beschikking staande menu's. Hoofdmenu Woning… Ruimten… Ventilatie… Tapwaterzone… Instelprincipe Algemene regels Het veranderen van waarden vindt uitsluitend plaats in een additioneel venster in de display (bewerkingspop-up).
Selecteren van opties Druk op de Menu / ok-toets in de keuzelijst om een kruis te zetten bij één of meerdere opties. Wanneer u op de Esc-toets drukt, verschijnt een afsluitmenu voor het opslaan van de nieuwe waarden (Menu / ok-toets) of voor het afbreken van de instelling (Esc-toets). Bewakingsvrijgave Ruimte 1 Ruimte 2 Ruimte 3 Teksten aanmaken / bewerken Met de Pijl-toetsen kunnen de afzonderlijke tekens uit de tekenset en de vier permanent weergegeven speciale velden worden geselecteerd.
Gebruikerniveau Op het gebruikerniveau zijn de vaak benodigde instellingen zichtbaar. Doorgaans zijn deze instellingen voldoende voor het bedienen van de installatie. Serviceniveau Op dit bedienniveau zijn meer instellingen opgenomen, waar slechts zelden een beroep op moet worden gedaan. Een wachtwoord is nodig om het serviceniveau aan te passen op voorwaarde dat een dergelijk wachtwoord is toegewezen (zie pagina 81). Bevestig de invoer van het wachtwoord met de Menu- / ok-toets.
Algemeen Bewaking (uitsluitend QAX913) Bewaking met de wooncentrale activeren. Druk kort op de Afwezigheid / Bewaking-toets om het bewakingsvenster te openen. In dit venster kunt u onderstaande bewakingspatronen kiezen door herhaaldelijk op de Afwezigheid- / bewaking- of de pijltoetsen te drukken: Niet actief Bewakingsfunctie is niet actief. Gedeeltelijke bewaking De vensters (ruimten) en deuren die zijn gekozen in de lijst "Gedeeltelijke bewaking" worden bewaakt.
Activeren van de bewaking via extern contact (bijv. sleutelschakelaar) Een signaal van een extern contact activeert bewaking. Bewaking “Alles bewaakt” wordt geactiveerd afhankelijk van de ingestelde bewakingsvertraging ofwel onmiddellijk (vertraging ingesteld op onbepaald"---") of na een ingestelde tijd (zie pagina 68). Vensters en deuren die open zijn als de bewaking wordt geactiveerd zijn uitgesloten van bewaking (zie pagina 29). Bewakingstoestanden kunnen bijv.
Een raam dat open is op het moment van het activeren van de bewaking kan een onbeperkt aantal keren (bijv. door wind) geopend en gesloten worden zonder een alarm te activeren. Een open deur op het moment van het inschakelen van de bewaking kan open gelaten worden zonder een alarm te activeren. Echter, de deur wordt bewaakt zodra deze wordt gesloten. Gedetailleerde beschrijving: Afstandsbediening, pagina 93 Schakelgroepen via een gebeurtenis activeren pagina 63 Bewakingsvertraging instellen pagina 68.
Uitgebreide beschrijvingen: Verwarming bedrijfswijze bij afwezigheid pagina 39. Ventilatiebedrijf bij afwezigheid pagina 49. Tapwater bedrijfswijze bij afwezigheid pagina 58. Schakelgroepen via een gebeurtenis activeren pagina 63 Aanwezigheidssimulatie voor schakelgroepen pagina 65.
Bij een handmatige verandering van de bedrijfswijze via de Mode-toets wordt de woningtimerfunctie eveneens uitgeschakeld. De woningtimerfunctie geniet voorrang boven Afwezigheid. Woningbedrijfswijze Door te drukken op de Mode-toets wordt een additioneel venster (Bedrijfswijze-pop-up) geopend. U kunt nu de gewenste Bedrijfswijze woning (verwarming, koeling, ventilatie) met de Pijl-toetsen of met de Mode-toets kiezen.
De ingangsfunctie “bedrijfswijze contact” moet worden geconfigureerd bij inbedrijfstelling. Hetzelfde bedrijfswijze contact wordt gebruikt voor verwarming / koeling, ventilatie en tapwater. Hoofdmenu > Woning > Bedrijfswijze woning > Bedrijfswijzecontact: --- Het contact van de bedrijfswijze is niet van invloed op de bedrijfswijze van het apartement. Comfort Alle kamers en ventilatie behouden hun respectievelijke Comfort-instellingen wanneer het contact gesloten is.
Begin / einde zomer Tussen begindatum zomerbedrijf en einddatum zomerbedrijf schakelt de verwarming op zomerbedrijf als de bedrijfswijze op "Auto" is ingesteld (zie pagina 34) en er niet reeds een ander omschakelcriterium actief is (bijv. buitentemperatuur verwarmingsgrens). Hoofdmenu > Woning > Zomerbedrijf > Begin zomerbedrijf: Fabrieksinstelling 01.01. (inactief) Hoofdmenu > Woning > Zomerbedrijf > Einde zomerbedrijf: Fabrieksinstelling 01.01.
Hoofdmenu > Woning > Koelvrijgave > Begin koelvrijgave: Fabrieksinstelling 01.01. (inactief) Hoofdmenu > Woning > Koelvrijgave > Einde koelvrijgave: Fabrieksinstelling 01.01. (inactief) Er wordt geen datumafhankelijke inschakeling van de koeling uitgevoerd indien de data voor het beginnen en beëindigen van de koeling overeenkomen.
Buitentemperatuur koelgrens Instelling van de buitentemperatuur (0..50 °C) waarboven koelbedrijf wordt vrijgegeven. Het koelbedrijf wordt geblokkeerd onder de ingestelde temperatuur. Hoofdmenu > Woning > Instellingen > Buitentemp-koelgr.: Fabrieksinstelling --- (Inactief – geen koelgrens) Ruimten 1 – 12 Ruimte bedrijfswijze Naast de bedrijfswijze voor de woning beschikt iedere ruimte over een eigen bedrijfswijze, die u naar wens kunt selecteren.
De onderstaande functies en situaties kunnen de bedrijfswijze van een ruimte beïnvloeden: • • • • • • • • • Inbedrijfstelling Afwezigheid / Vakantie / Uitzonderingsdag Schakelklok Ruimte Bedrijfswijze / Bedrijfswijze woning / Bedrijfswijzecontact Ruimtetimer / Woningtimer Zomer Inschakeloptimalisering / Uitschakeloptimalisering Raamventilatie Koeling uitgeschakeld Installatie bedrijfswijze De individuele ruimten kunnen worden geconfigureerd voor verwarming / koelbedrijf, of voor automatische omschakeling
Om te wisselen tussen verwarming en koeling, moet de ingestelde omschakelvertragingstijd zijn afgelopen. Dit vermijdt frequent omschakelen. De woningcentrale controleert de gemengde buitentemperatuur als tweede criterium en vergelijkt deze met de buitentemperatuur verwarmingsgrens en de buitentemperatuur koelgrens (zie pagina 36).
Vrijgave airconditioner Instelling onder welke ruimte bedrijfswijze de koeling door de airconditioner wordt geblokkeerd. Ruimtekoeling is vergrendeld onder de ingestelde ruimte bedrijfswijze. Hoofdmenu > Ruimten > Ruimte X > Bedrijfswijze > Vrijgave Airco vanaf: Comfort De airconditioninginstallatie wordt vrijgegeven voor de ruimte bedrijfswijze Comfort (fabrieksinstelling) Precomfort De airconditioninginstallatie wordt vrijgegeven voor de ruimte bedrijfswijze Precomfort en Comfort.
Ruimtebedienapparaat aanpassen De op het ruimtebedienapparaat ingestelde temperatuurcorrectie (+/- 3 K) kan voor iedere ruimte als volgt worden weergegeven: Hoofdmenu > Ruimten > Ruimte X > Temperatuur-instelling > Correctie ruimteapp: De op het ruimtebedienapparaat ingestelde ruimtetemperatuurcorrectie werkt alleen op de comfort- en precomfort-instelling.
Schakeltijden kopiëren Wanneer u de lijst van de schakelpunten tot aan het einde doorbladert, wordt de optie "Kopiëren naar:" weergegeven. U kunt de schakeltijden van de betreffende dag naar iedere willekeurige andere weekdag (inclusief uitzonderingsdag) of naar een weekdagbereik (Ma tot Vr of Ma tot Zo) kopiëren.
Maandag --- -- :: Vanaf 06:00 Comfort Om een schakelpunt te verwijderen, drukt u zolang op de Pijl-toetsen tot in de weergave "- - : - -" verschijnt (voor 00:00 en na 24:00). Ruimte klokprogramma naar andere ruimte kopiëren Wanneer u de lijst van dagen van de week voor een ruimtetijd schakelpunt tot aan het einde doorbladert, wordt de optie "Kopiëren naar:" weergegeven. U kunt de tijdschakelaar van de corresponderende ruimte naar elke andere ruimte kopiëren (Ruimte 1 – Ruimte 2).
Bedrijf tapwaterinstallatie De installatie toestand (Auto / Verwarming / Koeling) van elke ruimte: Hoofdmenu > Ruimten > Ruimte X > Ruimtetoestand > Bedrijf installatie: Economy verhoging De Economy verhoging (Inactief / Actief) van elke ruimte: Hoofdmenu > Ruimten > Ruimte X > Ruimtetoestand > Economy-verhoging: Setpoint begrenzing Deze bedieningsregel geeft aan of er momenteel een setpoint-begrenzing actief is in de ruimte (Niet actief / Actief) Hoofdmenu > Ruimten > Ruimte X > Ruimtetoestand > Setpoint
Comfort Precomfort Economy Bewaking De optimaliseringstijd (vervroeging) is separaat voor in- en uitschakel-optimalisering op een maximale waarde te begrenzen (inschakeloptimalisering 48 h / uitschakeloptimalisering 06.00 hh.mm). Door het instellen van de optimaliseringstijd = ---- resp. 00.00 is de functie uitgeschakeld.
ruimtetemperatuur daarbij daalt. Als het raam openblijft nadat de ingestelde luchttijd is afgelopen, wordt de ruimtebedrijfswijze verlaagd naar de beschermingsmodus. De open raam ventilatie wordt afgebroken, zodra alle venstercontacten in de betreffende ruimte weer zijn gesloten F R RB V SB t Venster (0 = alle gesloten, 1 = min één open) Ruimteregeling Regelbedrijf Begrensde klepstand Bewaking Tijd De gewenste open raam ventilatietijd kan voor elke ruimte apart worden ingesteld (00.00..06.00 hh.mm).
Hoofdmenu > Ruimten > Ruimte X > Ruimte-instellingen > Servomot callibratie: Stop Servomotor kalibratie is gestopt of voltooid. (fabrieksinstelling) Start Servomotor kalibratie wordt gestart. De servomotor kalibratie start binnen 5 minuten na de handmatige activering en stopt automatisch. Opnemercorrectie Indien uw ruimtetemperatuuropnemer op een ongunstige plaats zou zijn aangebracht, dan kunt u het nadelige effect met behulp van opnemercorrectie (4,5…4.5 K) aanpassen.
Aanvoertemperatuur-instelling Toont de huidige aanvoertemperatuur-instelling voor de betreffende ruimtegroep. Hoofdmenu > Ruimtegroepen > Ruimtegroep X > Toestand > Aanvoersetpoint: Ruimtegroep pomp Toont de huidige bedrijfswijze (Uit / In) van de betreffende ruimtegroep pomp. Hoofdmenu > Ruimtegroepen > Ruimtegroep X > Toestand > Ruimtegroep pomp: Ruimte klepstand max Bepaalt de ruimte met de hoogste klepstand binnen de ruimtegroep.
Geforceerde ventilatie Geforceerde ventilatie schakelt de ventilatie installatie naar maximale ventilatie ongeacht de huidige ventilatie bedrijfswijze en de actuele waarden van de ruimte luchtkwaliteit en de ruimte luchtvochtigheid. Na de set "geforceerde ventilatie duur (zie pagina 57), uit de lucht te wijten aan de ventilatie-niveau dat overeenkomt met de huidige bedrijfsmodus. Geforceerde ventilatie kan ook worden gestart door de ventilatietoets op de woningcentrale langer in te drukken.
--- Afwezigheid heeft geen invloed op de ventilatie.
Toerentaltoewijzing voor venstertoestand Instelling van het ventilatie toerental wanneer de woningcentrale een open venster detecteert (zie pagina 57). Hoofdmenu > Ventilatie > Trappen-Gewenste waarden > Venster open: Fabrieksinstelling Uit Toerentaltoewijzing voor rook Bepaal het toerental waarop de ventilatie werkt wanneer de woningcentrale rook detecteert.
Ventilatie toestand Ventilatie toerental Toont de ventilatietrap van het toerental (Uit, Trap 1, Trap 2, Trap 3). Hoofdmenu > Ventilatie > Ventilatiestand > Ventilatietrap: Oorzaak Weergave van de huidige ventilatietoestand.
Openhaardbedrijf Geeft weer of de ventilatie via een extern contact in openhaardbedrijf is geschakeld (Uit, In). Hoofdmenu > Ventilatie > Ventilatiestand > Open haard bedrijf: Ventilatiecontacten Toont de huidige toestand van de twee ventilatiecontacten (Uit, In). Hoofdmenu > Ventilatie > Ventilatiestand > Ventilatiecontact 1: Hoofdmenu > Ventilatie > Ventilatiestand > Ventilatiecontact 2: Service Onderhoudsinterval Toont over hoeveel uren (0..99,999) de ventilatie onderhoud nodig heeft (bv.
Binnenluchtkwaliteit regeling De binnenluchtkwaliteit wordt geregeld op de instelling van de actuele ventilatie bedrijfswijze. De woningcentrale ontvangt de meetwaarde, vergelijkt dit met de instelling en schakelt zonodig tussen de ventilatie toerentallen. De omschakeling is afhankelijk van het aantal beschikbare toerentallen. De gemeten ruimte luchtkwaliteit (ppm) wordt weergegeven op de woningcentrale. De toerentalkeuze moet op Auto worden ingesteld (zie pagina 48).
Hoofdmenu > Ventilatie > Vochtbegrenzing > Gew.waarde trap: Uit Ventilatie uit. Trap 1 Ventilatie aan trap 1 (fabrieksinstelling). Trap 2 Ventilatie aan trap 2. Trap 3 Ventilatie aan trap 3. Vocht grenswaarde Instelling van de gewenste vochtbegrenzingswaarde (1..99% r.h.). Hoofdmenu > Ventilatie > Vochtbegrenzing > Vocht grenswaarde: Fabrieksinstelling 85% r.h. Zomernachtventilatie Wanneer er koelvraag is, kan de ventilatie niet in gebruik zijnde ruimten (bv. ‘s nachts) voorkoelen.
Toerentalinstelling voor zomernachtventilatie Instelling van het ventilatie toerental wanneer zomernachtventilatie actief is. Hoofdmenu > Ventilatie > Zomernachtventilatie > Gew.waarde trap: Uit Ventilatie uit. Trap 1 Ventilatie aan trap 1 (fabrieksinstelling). Trap 2 Ventilatie aan trap 2. Trap 3 Ventilatie aan trap 3. Maximale voorventilatietijd Zomernachtventilatie wordt alleen vrijgegeven tijdens de ingestelde maximum voorventilatietijd (0..2880 min).
Looptijd geforceerde ventilatie Geforceerde ventilatie is actief tijdens de hiertoe ingestelde duur (0..60 min). Na afloop van deze tijd, keert de ventilatie terug naar de eerder geldende ventilatie bedrijfswijze. Hoofdmenu > Ventilatie > Ventilatie-Instellingen > Duur geforc.vent: Fabrieksinstelling 30 min Invloed van venstercontacten Wanneer minstens één venster in één van de ingestelde ruimten open is, wordt de ventilatie volgens de geldende instelling geschakeld (zie pagina 51).
De handmatige gedwongen tapwaterlading kan ook via de betreffende menuregel worden geactiveerd: Hoofdmenu > Tapwaterzone > Bedrijfswijze > Gedw lading hand: Nee Start handmatig gedwongen lading niet. Ja Start handmatig gedwongen lading. Nadat gedwongen lading is gestart wordt “Nee” weer weergegeven. Tapwater-bedrijfstoestand U kunt de actuele tapwater-bedrijfstoestand oproepen (Auto, Norm, Gered, Nachtbewakingsbedrijf).
Bedrijfswijze via contact Instelling van de tapwater bedrijfswijze waarnaar de regeling moet omschakelen wanneer een extern bedrijfswijze contact is aangesloten (bv. teleswitch voor afstandbediening per telefoon). Bedrijfswijze omschakeling via extern contact heeft voorrang op alle andere bedrijfswijze instellingen. De ingangsfunctie “bedrijfswijze contact” moet worden geconfigureerd bij inbedrijfstelling. Hetzelfde bedrijfswijze contact wordt gebruikt voor verwarming / koeling, ventilatie en tapwater.
De schakelpunten kunnen worden aangemaakt, verwijderd, gewijzigd of naar een andere weekdag worden gekopieerd. De instelling van de schakelklok komt overeen met die van de ruimteschakelklok (zie pagina 41). De woningcentrale is uitgerust met de volgende fabrieksinstellingen voor alle weekdagen: 05:00 voor omschakeling naar de Normaalinstelling, 22:00 voor omschakeling naar Gereduceerd-instelling. Tapwatertemperatuur-meetwaarde De actuele tapwatertemperatuur kan worden opgeroepen.
Laadduurbegrenzing Geeft aan, of de laadduurbegrenzing inactief of actief is. De maximaal toegestane laadduur werd bij de inbedrijfstelling van de installatie ingesteld. Hoofdmenu > Tapwaterzone > Tapwatertoestand > Laadduurbegrenzing: Omschakeling elektrisch element Hier stelt u in of in het zomerbedrijf moet worden omgeschakeld op het elektrisch element.
Schakelgroepen (uitsluitend QAX913) Schakelgroepen bedienen De schakelgroepen 1 – 4 kunnen via de vier universele toetsenparen op de woningcentrale worden bediend. De functies van de schakelgroepen (bijv. verlichting in- / uitschakelen of dimmen, zonwering openen of sluiten, Infopagina’s of scènes oproepen) werden bij de inbedrijfstelling vastgelegd. De schakelgroepen 5 – 8 beschikken niet over toetsen voor de directe snelkeuze.
Een als Scène gedefinieerde schakelgroep bedient u onder: Hoofdmenu > Schakelgroepen > Schakelgroep X > Scène A or B > Scène activeren: De tekstweergaven voor de scènes A en B kunnen aan de eigen wensen worden aangepast (zie pagina 63). Scènes De universele-toetsen van de woningcentrale (schakelgroepen 1 - 4) kunnen bij de inbedrijfstelling voor het activeren van scènes worden geprogrammeerd (het scène-symbool verschijnt op de weergave van de toetstoewijzing).
Hoofdmenu > Schakelgroepen > Schakelgroep X > Acties IN commando: Hoofdmenu > Schakelgroepen > Schakelgroep X > Acties UIT commando: Stel de gebeurtenis of gebeurtenissen in, die een schakelgroep activeert / activeren, die voor zonwering werd geconfigureerd: Hoofdmenu > Schakelgroepen > Schakelgroep X > Acties OP commando: Hoofdmenu > Schakelgroepen > Schakelgroep X > Acties NEER comm'do: Stel de gebeurtenis / gebeurtenissen in, die een schakelgroep activeert / activeren, die voor scènes werd / werden gecon
Schakelgroepen activeren via afstandsbediening Een schakelgroepfunctie (bijv. In- / uitschakelen verlichting, zonwering openen / sluiten, scène oproepen) kan worden gactiveerd via een toets op de afstandsbediening AKF914/C01. Slechts één schakelgroepfunctie (bijv. Verlichting aan) kan toegewezen worden aan een knop. De afstandsbediening kan niet de verlichting dimmen en de zonwering individueel aanpassen.
Deze functie staat alleen bij schakelgroepen met de functie Schakelen of Dimmen ter beschikking. Het klokprogramma definieert de tijdsbestekken, waarin de aanwezigheidssimulatie actief is. Er staan 7 weekdagen en een uitzonderingsdag met elk maximaal 6 schakelpunten per dag ter beschikking.
Voorbeeld voor vrijgave volgens schakelklok: S'uhr Abw B2707Z01 On Off On Off On FSim Off A Klok Abw FSim t B C D t EF Klokprogramma aanwezigheidssimulatie (In, Uit) Afwezigheid (In, Uit) Simulatie vrijgave (In, Uit) Tijd Voorbeeld voor vrijgave volgens schakelklok en schemerschakelaar: B2707Z02 S'uhr Abw Daemm On Off On Off DA BR On FSim Off A Klok Abw Daemm FSim t B C D E t FG Klokprogramma aanwezigheidssimulatie (In, Uit) Afwezigheid (In, Uit) Schemering (DA = DONKER, BR =
Off Off On On Off On On Off De instellingen Vrijgave en Functie krijgen effect zodra de woningcentrale op "Afwezig" wordt gezet via de Afwezig / Bewaking” toets: B2707Z04 On FSim Off 3..30 Min 3..30 Min On Li1 Off On Li2 Off t FSim Li1 Li2 t Simulatie vrijgave (In, Uit) Licht (In, Uit) met functie "Toevallig" Licht (In, Uit) met functie "Continu IN" Tijd De aanwezigheidssimulatie eindigt zodra de woningcentrale weer op “Aanwezig” wordt gezet.
Hoofdmenu > Bewaking > Geluid bewak.vertr.: Fabrieksinstelling 15 % De instelling 0% deactiveert het signaal geluid / piep tijdens de bewakingsvertraging. Afwezigheid wijzigen Bepaal of de afweigheidsfunctie samen met de bewakingsfunctie geactiveerd moet worden. Hoofdmenu > Bewaking > Omsch. afwezigheid: Nee Het activeren / deactiveren van bewaking heeft geen invloed op afwezigheid.
Deuren Tot twee deuren kunnen bewaakt worden. U kunt de te bewaken deuren selecteren in de optielijst. Hoofdmenu > Bewaking > Deuren > Vrijg. deelbewaking": Hoofdmenu > Bewaking > Deuren > Vrijg. voll.bewaking": Fabrieksinstelling --- (geen) Meldingsvertraging voor deuren Wanneer een bewaakte deur wordt geopend, verschijnt, na afloop van de ingestelde vertragingstijd, de melding "Deur open". Bovendien kunnen de zoemer, de melduitgang en een schakelgroepfunctie worden geactiveerd.
Hoofdmenu > Bewaking > Signalering > Acties op zoemer: Hoofdmenu > Bewaking > Signalering > Melduitgang X > Gebeurtenis: Fabrieksinstelling Rook Venster / deur bewaking Er is een aparte uitgang beschikbaar om de waterafsluitklep te sluiten in geval van een waterlek of om de gas veiligheidsafsluitklep te sluiten in geval van een gaslek. Signaalduur zoemer en melduitgang De signaalduur voor de zoemer en de melduitgang kunnen worden ingesteld (1 – 60 minuten, ”--- “ onbegrensd).
Verbruiksgegevens Actuele meterstanden weergeven De huidige meterstanden kunnen worden opgevraagd via menu “Verbruiksgegevens” en de bijbehorende informatiepagina’s (zijn overenkomstig geconfigureerd) voor elke meter. Voor gecombineerde warmte- / koelenergiemeters wordt een meterstand weergegeven voor het warmte- en het koelverbruik. De woningcentrale actualiseert de meterstanden iedere 4 uur. De op de woningcentrale weergegeven waarden kunnen dus licht afwijken van de waarden op de meters.
De in de meters of verbruiksgegevensinterface gegenereerde opslagdatum-waarden worden eenmaal per dag gactualiseerd door de woningcentrale. Na het bereiken van de opslagdatum, kan het in sommige gevallen tot twee dagen duren om de nieuwe opslagdatumwaarden weer te geven op de woningcentrale. Indien er geen opslagdatum-waarde beschikbaar is, wordt "---" weergegeven. Opslagdatum Geeft de laatste opslagdatum-waarde (= meterstand op opslagdatum) weer, evenals de laatste opslagdatum.
De in de meters gegenereerde maandwaarden of verbruiksgegevens worden eenmaal per dag gactualiseerd door de woningcentrale. De waarden van de vorige maand kunnen pas na de derde dag van de nieuwe maand op de woningcentrale worden weergegeven. Indien er geen maandwaarden beschikbaar zijn, wordt "---" weergegeven. Maandwaarden Geeft de laatste 15 maandwaarden (= meterstand aan het eind van de maand) weer en de corresponderende maand. Hoofdmenu > Verbruiksgegevens > … > Maandwaarden > [Lees.
Vakantie / Uitzonderingsdagen Kalender Vakantieperiode / uitzonderingsdagen instellen Bent u een of meerdere dagen afwezig of is uw gebruikersgedrag op bepaalde dagen verschillend (bijv. vrije dagen), dan kunt u daarvoor een vakantieperiode of een uitzonderingsdag definiëren. Voor elk van de 16 mogelijke instellingen kunnen begin, einde en de keuze vakantie of uitzonderingsdag worden ingevoerd.
Vakantie en afwezigheid gelijktijdig Het vakantieprogramma heeft alleen uitwerking op de bedrijfswijze van de ruimte, ventilatie en de boiler. Druk daarbij de Afwezigheids-toets in, wanneer u gelijktijdig met het vakantieprogramma ook nog de afwezigheidsfuncties wil gebruiken (aanwezigheidssimulatie, bewakingsfunctie enz.). Bij gelijktijdig geactiveerde vakantie- en afwezigheidsfunctie regelt de woningcentrale de ruimtetemperatuur, de ventilatie en het tapwater volgens de vakantie-bedrijfswijze.
--- Vakanties of uitzonderingsdagen hebben geen invloed op tapwater bedrijfswijze. Normaal Tapwater wordt verwarmd naar Normaal-instelling tijdens vakantie en uitzonderingsdagen. Gereduceerd Tapwater wordt verwarmd naar Gereduceerd-instelling tijdens vakantie en uitzonderingsdagen. Bewakingsbedrijf Tapwater wordt verwarmd naar Bewaking-instelling tijdens vakantie en uitzonderingsdagen.
Storingsmeldingen KNX (draad-)bus De laatste op de KNX (draad-)bus opgetreden storing wordt met storingsnummer, storingstekst en bijbehorende apparaatadres opgeslagen. Deze storingsmeldingen zijn alleen zichtbaar, wanneer ze bij de configuratie werden vrijgegeven. Hoofdmenu > Storingen > Storingsmelding Bus Storingen bevestigen De actuele storingsmeldingen kunnen gezamenlijk worden bevestigd.
Uitgangen Weergave van de uitgangssignalen Via de volgende menuregel kunt u de toestand van de uitgangen oproepen: Hoofdmenu > Overige > Uitgangen > … De volgende waarden worden – voor zover beschikbaar – weergegeven: • • • • • • • • • • • • • • Schakelgroep X (relais schakelgroep 1 – 8, uitsluitend QAX913) Storing-uitgang X (Storing-uitgang 1 – 2, uitsluitend QAX913) Warmtevraag 2-punts Warmtevraag DC 0…10 V Koelvraag relais Cooling energy demand DC 0..
Tijdformaat U kunt de weergave van de tijd instellen. Hoofdmenu > Instellingen > Display > Tijdformaat: 24 uren Tijdformaat 00:00..24:00 (fabrieksinstelling) 12 uren (am / pm) Tijdformaat:12 a.m..12 p.m..12 a.m. LCD verlichting / contrast Pas de sterkte van de LCD verlichting en het contrast van de display aan uw wensen aan.
Weergave 4 (alleen QAX913) 01:32 Dinsdag 20°C Weergave 5 (alleen QAX913) 14.02.2006 1013 hPa 5°C Fabrieksinstelling QAX903 Fabrieksinstelling QAX913 Dinsdag 01:32 14.02.2006 Woonkamer Eetkamer Woonkamer Outside temp. Atm. pressure Weergave 2 Weergave 4 Temperatuur weergave Selecteer de ruimte (ruimte 1 - 12), waarvan u de temperatuur wilt weergeven in het basisbeeld. Hoofdmenu > Instellingen > Basisbeeld > Temp.
Zie de volgende afbeelding voor nummering van universele toetsen (schakelgroepen 1 – 4): 1A, 1B 2A, 2B 3A, 3B 4A, 4B Toetsen voor schakelgroep 1 Toetsen voor schakelgroep 2 Toetsen voor schakelgroep 3 Toetsen voor schakelgroep 4 Voor universele-toetsen die gedefinieerd zijn als infopagina’s kunt u bepalen welke infopagina’s per toetsdruk moeten worden weergegeven.
De storingsingangen moeten geactiveerd worden tijdens de inbedrijfstelling van de installatie en de vereiste ingangen moeten aangesloten worden op de woningcentrale om de beschreven instellingen mogelijk te maken. Zie document “Montage en inbedrijfstelling (CE1C2740en)” voor beschrijvingen. U kunt uitsluitend een vertraging van de storingsmelding voor water- / gaslek en CO-alarmen instellen. Storingen Paniek en Noodgeval vereisen geen instellingen.
Altijd De storingsmelding wordt gegenereerd wanneer het contact zich bij de storingsingang niet in de normale positie bevindt (fabrieksinstelling). Bij afwezigheid De storingsmelding wordt uitsluitend gegenereerd tijdens afwezigheid wanneer het contact zich bij de storingsingang niet in de normale positie bevindt. Meldingsvertraging De meldingsvertraging voorstoringen is de tijd (00.00..60.00 ms) die verstrijkt tot een actieve storing een melding genereert.
Storingsoorsprong Bepaalt of de storingsuitgang alleen moet reageren op interne storingen of alleen op externe storingen (storingen verzonden via bus). Hoofdmenu > Instellingen > Storingen > Storingsuitgang X > Storingsoorsprong: Intern Storingsuitgangsignalen alleen voor interne storingsmeldingen. Bus Storingsuitgangsignalen alleen voor bus storingsmeldingen. Fabrieksinstelling Storingsuitgang 1 Intern Storingsuitgang 2 Bus Er kan maximaal één bus-storingsmelding worden verwerkt.
Deurbenamingen 1 – 2 (uitsluitend QAX913) Geef een éénduidige naam aan de deuren, b.v. voordeur, garagedeur, enz.. Hoofdmenu > Instellingen > Teksten > Deuren > Deur X: Verlichtingsbenamingen 1 – 4 (uitsluitend QAX913) Geef elke verlichting een éénduidige naam, bijv. Woonkamer, Eetkamer enz. Hoofdmenu > Instellingen > Teksten > Toestand verlichting > Verlichting X: Namen voor temperaturen 1 – 3 (uitsluitend QAX913) Geef de temperaturen een éénduidige naam, bijv. kelder, zwembad, enz.
--- Toets heeft geen functie (fabrieksinstelling). Bewaking IN Bewaking ingeschakeld (= Alles bewaakt). Bewaking UIT Bewaking uit (= Niet actief). Noodalarm starten Noodalarm geactiveerd. Paniekalarm starten Paniekalarm geactiveerd. Schakelgroep 1A starten Commando A van schakelgroep 1 geactiveerd (AAN / UIT / Scène A oproepen). Schakelgroep 1B starten Commando B van schakelgroep 1 geactiveerd (UIT / NEER / Scène B oproepen).
Ruimteapparaat QAW910 Bediening Alle bedienelementen bevinden zich op de voorzijde van het ruimtebedienapparaat QAW910. De functietoets bevindt zich onder het batterijdeksel. Het ruimteapparaat communiceert draadloos en beschikt niet over aansluitklemmen. Instellingen op het ruimtebedienapparaat hebben alleen invloed op de ruimte waarin de installatie is toegewezen. Zij hebben geen invloed op andere ruimten.
Overbrugging door de woningcentrale op de economyinstelling. Overbrugging door de woningcentrale op de bewakinginstelling. Het klokprogramma en uitzonderingsdagprogramma worden op de woningcentrale ingesteld. In geval van overbrugging van de woningcentrale geeft de display het installatiesymbool van de woningcentrale weer evenals het symbool voor het actieve bedieningsniveau.
Ruimtetemperatuur-instelling aanpassen De ruimtetemperatuur instelling met maximaal +/- 3 K vindt plaats via de draaiknop. Bij de eerste draaistap start de weergave van de actuele ruimtetemperatuur-instelling. Bij iedere volgende draaistap wordt de correctiewaarde met 0.5 K versteld. De ruimtetemperatuur verstelling werkt op de verwarming en koeling instelling. Correcties van de afzonderlijke ruimtebedienapparaten kunnen op de woningcentrale worden opgeroepen (Zie pagina 41).
Mogelijke weergaven Statusweergave van de batterijspanning. Indien de batterij voldoende geladen is wordt het symbool kort weergegeven na het indrukken van de functietoets. Statusweergave van de batterijspanning. Daalt de batterijspanning onder een bepaald percentage, dan wordt het symbool permanent weergegeven, onafhankelijk van de bedrijfstoestand van de regelaar. Zomerbedrijf actief. Ruimtetimerfunctie actief. Weergave bedrijfswijze Automatisch.
Storingsmeldingen Apparaatstoringen worden naar de woningcentrale verzonden als storingsmeldingen en worden weergegeven met het storingssymbool. Bij storingen aan apparaten betreft dit communicatie-uitval of een storing door kortsluiting / onderbreking in het ruimtebedienapparaat. Het storingssymbool verdwijnt zodra er geen storingen in apparaten meer aanwezig zijn.
Draagbare afstandbediening AFK914/C01 Bediening Alle bedieningsknoppen bevinden zich aan de voorzijde van de afstandsbediening AKF914/C01 De afstandsbediening communiceert draadloos met de woningcentrale. Er kan een afstandsbedieningstoets worden toegewezen voor de volgende functies: – – – – Activeer bewaking (alles bewaakt) / deactiveer bewaking Activeer schakelgroepcommando. Activeer noodalarm. Activeer paniekalarm. De LED licht gedurende max.
Bewakingsvertraging is uitgeschakeld, alle deuren en vensters die voor bewaking zijn aangewezen, worden per direct ingeschakeld. Activeer bewaking (alle vensters en deuren zijn open): Indien u op de bewakingstoets drukt en enkele van de vensters en deuren die voor bewaking zijn aangewezen staan nog open, dan worden deze automatisch uitgesloten van de bewaking. De blauwe LED licht eerst voor max. 2 s op; de rode LED knippert dan kort 3 maal.
RF Contactdoos Bediening KRF960 (schakelend) LED weergave functies: • LED aan: Contact gesloten • LED uit: Contact open.
Service Functietest voor waterdetector QFP910 Controleer het functioneren van de waterdetector eens per jaar. Dompel daartoe de contacten van de waterdetector onder in water. De corresponderende actie wordt geactiveerd afhankelijk van de configuratie op de woningcentrale; bijv.: – De veiligheidsklep van de hoofdleiding wordt gesloten => geen water meer in het hele gebouw. – De zoemer van de woningcentrale wordt geactiveerd.
Op de woningcentrale wordt het basisbeeld vervangen door de Infopagina "Regelaarstatus" en geeft de display de te lage batterijspanning aan (voor zover er geen belangrijke storing aanwezig is). Na een vastgestelde tijd springt de display terug op het basisbeeld en geeft het storingssymbool aan. Het gevolg van automatische batterijbewaking wordt niet weergegeven op de door batterijen aangedreven apparaten met uitzondering van het ruimtebedienapparaat, afstandsbediening, deur- / venstercontact en rookmelder.
Batterijen vervangen Om een probleemloos gebruik van de door batterijen gevoede apparaten te waarborgen, vervangt u de batterijen zodra deze bijna leeg zijn. Vermijd volledige ontlading van de batterijen, omdat ze dan kunnen gaan lekken. Vervang daarom batterijen zodra de display dit aangeeft.
Voer de oude batterijen volgens geldende voorschriften af. 2701Z22 2707Z15 Breng de afdekking van het batterijvak weer aan. Weergave na vervanging van batterijen Na het aanbrengen van nieuwe batterijen, verschijnt gedurende twee seconden de volledige display. Het ruimtebedienapparaat keert terug naar de Normaal-bediening. De woningcentrale vraagt de instellingen voor de ruimte bedrijfswijze op. Actieve ruimtetimerfuncties worden niet opnieuw geactiveerd.
… en verwijder de afdekking van het batterijvak. Verwijder de oude batterijen. + + + + + + 2707Z26 + 2707Z25 Plaats de nieuwe batterijen. Verzeker u ervan dat de polariteit klopt! Breng de afdekking van het batterijvak weer aan. b + + + 2707Z29 + + + + 2707Z28 a 2701Z22 Voer de oude batterijen volgens geldende voorschriften af. Na het aanbrengen van nieuwe batterijen wordt de batterijlading gecontroleerd.
Draagbare afstandbediening AFK914/C01 Leg een nieuwe knoopcel van type CR2032 klaar. Schroef de achterzijde van de afstandsbediening los. Verwijder de achterzijde van de behuizing. Verwijder de oude batterij. Plaats de nieuwe batterij en verzeker u ervan dat de polariteit klopt. Plaats de achterzijde van de behuizing terug op zijn plek. Draai de schroef aan. Voer de oude batterij volgens geldende voorschriften af.
Deur- / venstercontact wave AP 260 en DELTA reflex rookmelder De montage- en bedieningsinstructies voor de DELTA reflex rookmelder evenals de deur- / venstercontact wave beschrijven hoe de batterijen vervangen moeten worden. Verbindingstest Druk kort op de functietoets (die zich onder de batterijklep bevindt) om de verbindingstest op de afzonderlijke apparaten te activeren, Druk gelijktijdig op de twee bovenste toetsen van de afstandsbediening.
Functietoets op het ruimteapparaat, ruimtetemperatuuropnemer, meteo opnemer, RFrepeater, waterdetector en radiatorregelaandrijving Ruimteapparaat QAW910 Radiatorregelaandrijving SSA955 Ruimtetemperatuuropnemer QAA910, meteo-opnemer QAC910, RF-repeater ERF910, waterdetector QFP910 LED F + LED F 2707Z019 2707Z18 2707Z020 F F = Functietoets LED = Licht emitterende diode Functietoets op de verwarmingsgroepregelaars RRV912 / RRV918, op multi-regelaar RRV934 en op verbruiksgegevensinterface WRI982 De v
Verbindingstest voor AFK914/C01 afstandsbediening 2 1 Druk gelijktijdig op de bovenste twee toetsen 1 en 2 op de afstandsbediening. Stop met indrukken zodra de LED oplicht. Onderhoud en reiniging Gebruik voor het reinigen van de woningcentrale een zachte, enigszins met water bevochtigde doek. Gebruik nooit alcohol.
Trefwoordenregister A Aanpassen instelling ruimtemp. 90 Aanvoertemperatuur Meetwaarde ruimtegroe ....... 47 Setpoint ruimtegroep............ 48 Aanwezigheidssimulatie........... 66 Schakelklok .......................... 65 Actuele meterstand .................. 72 AFK914 ........ 17, 93, 97, 101, 104 Aflezen Actueel ................................. 72 Actuele koeling..................... 72 Actuele warmte .................... 72 Afstandsbediening ............. 17, 97 Activeer schakelgroepen......
Duur Zoemer, toestand uitgang .... 71 E Economy .................................. 37 Elektrisch element Omschakeling....................... 61 Toestand .............................. 60 ERF910 ............................ 18, 103 Extern contact .................... 33, 59 F Fluisterbedrijf............................ 46 Functie Anti-kalk................................ 36 Bewaking.............................. 16 Toets .................................. 103 Functietest waterdetector.........
N Naam Afstandsbediening 1 - 5 ....... 86 Deuren 1 - 2 ......................... 86 Installatie .............................. 85 Naam Ruimte 1 - 12................. 85 Namen Schakelgroep ....................... 85 Temperaturen 1 - 3 .............. 86 Verlichting 1 - 4 .................... 86 Navigatie .................................. 23 O Onderhoud ............................. 104 Interval ventilatie .................. 53 Ventilatie .............................. 53 Oorzaak Tapwaterbedrijf .............
Serviceniveau........................... 28 Serviceniveau wachtwoord ...... 81 Servomotor kalibratie ............... 46 Setpoint Aanvoertemp. ruimtegroep... 48 Begrenzing ........................... 44 Luchtkwaliteit........................ 54 Ruimte .................................. 40 Ruimtetemperatuur .............. 43 Vochtigheid........................... 54 Signaalduur Zoemer/toestand uitgang ..... 71 SSA955 ................ 13, 18, 99, 103 Stand Datum................................... 74 Meter ....
V Vakantie ................................... 75 Tapwater-bedrijfswijze ......... 76 Woningbedrijfswijze ............. 76 Vakantiebedrijf tijdstip .............. 56 Vakantiebedrijf ventilatie .......... 56 Veiligheid ................................. 10 Venster Contacten............................. 97 Toestand .............................. 51 Venstercontacten ..................... 16 Ventilatie Contacten............................. 53 Contacttoestand ................... 51 Instellingen .................
/ 112 Siemens Building Technologies Synco™ living CE1B2740nl 11.05.
© 2006-2011 Siemens Nederland N.V. Wijzigingen voorbehouden Siemens Switzerland Ltd Industry Sector Building Technologies Division Gubelstrasse 22 6301 Zug Zwitserland Tel. +41 41-724 24 24 www.siemens.com/sbt 0678 112 / 112 Siemens Building Technologies Synco™ living 74 319 0766 0a CE1B2740nl 11.05.