Operation Manual

128
Webconfigurator – toestel via PC configureren
Gigaset S675/S685 IP / NL / A31008-M1915-M121-2-5419 / web_server.fm / 6.3.08
Standaardverbinding van het
toestel instellen
Met de standaardverbinding stelt u in via
welke verbinding (VoIP of vaste telefoon-
net) de nummers gekozen worden als u de
verbindingstoets c kort indrukt. De
standaardverbinding geldt voor alle aan-
gemelde handsets.
¤ Open de webpagina Instellingen
¢ Telefonie ¢ Nummer toewijzen.
¤ Voer in het onderdeel Lijntype voor uit-
gaande gesprekken de standaardverbin-
ding in. Klik hiertoe op de optie VoIP
resp. Vaste net.
¤ Klik vervolgens op de knop Opslaan om
de instellingen op te slaan.
Zend- en ontvangstnummers
toewijzen aan handsets
U kunt aan uw toestel tot zeven telefoon-
nummers toewijzen: het nummer voor het
vaste telefoonneten maximaal zes VoIP-
nummers.
U kunt aan elke handset een willekeurig
aantal van deze nummers toewijzen als
ontvangstnummer. Door de ontvangst-
nummers toe te wijzen, bepaalt u voor
elke handset welke oproepen er moeten
worden gesignaleerd.
U kunt aan elke handset één van uw VoIP-
nummers als (VoIP)-zendnummer toewij-
zen. Door het toewijzen van het zendnum-
mer bepaalt u, onder welk VoIP-account
uitgaande VoIP-gesprekken moeten wor-
den afgehandeld en afgerekend.
Uitzonderingen:
u een telefoonnummer wordt met lijn-
suffix gekozen (pagina 118) of
u voor het nummer is een kiesregel gede-
finieerd (pagina 133).
Aan elke aangemelde handset is uw num-
mer voor het vaste telefoonnet vast als
zendnummer toegewezen.
¤ Webpagina Instellingen ¢ Telefonie
¢ Nummer toewijzen openen.
De namen van alle aangemelde handsets
worden weergegeven. Voor elke handset
wordt een lijst met telefoonnummers
weergegeven die voor het toestel geconfi-
gureerd en ingeschakeld zijn. De kolom
Verbindingen bevat de verbindingsnamen.
De verbinding via het vaste net staat tel-
kens aan het einde van de lijst.
Opmerkingen:
De standaardverbinding is alleen relevant
bij het kiezen van nummers waarvoor geen
kiesregel is gedefinieerd en die zonder lijn-
suffix worden ingevoerd.
U kunt de instellingen voor de standaard-
verbinding met elke aangemelde Gigaset-
handset wijzigen (pagina 103)
Opmerking:
Na aanmelding bij het basisstation zijn aan een
handset de volgende nummers toegewezen:
Ontvangstnummers: alle telefoonnum-
mers van het toestel (vast neten VoIP).
Zendnummers: het nummer voor het vaste
net en het VoIP-telefoonnummer dat u als
eerste in de configuratie van het toestel
heeft ingevoerd.