Operation Manual
129
Webconfigurator – toestel via PC configureren
Gigaset S675/S685 IP / NL / A31008-M1915-M121-2-5419 / web_server.fm / 6.3.08
¤ Leg voor elke handset een VoIP-tele-
foonnummer als zendnummer vast.
Hiervoor klikt u in de kolom voor
uitgaande gesprekken op de optie achter
het telefoonnummer. De bestaande
toewijzing wordt automatisch gedeac-
tiveerd.
¤ Selecteer voor elke handset de tele-
foonnummers (vast net, VoIP) die als
ontvangstnummers aan de handset
moeten worden toegewezen. Hiervoor
klikt u in de kolom voor binnenkomende
gesprekken op de optie achter het tele-
foonnummer. U kunt aan elke handset
meerdere telefoonnummers of geen
telefoonnummer toewijzen ( = toe-
gewezen).
¤ Vervolgens op de knop Opslaan klikken
om de instellingen op te slaan.
Ontvangstnummers aan
antwoordapparaat toewijzen
U kunt aangeven, voor welke telefoon-
nummers het antwoordapparaat oproe-
pen moet aannemen. Wijs ontvangstnum-
mers toe aan het antwoordapparaat.
¤ Webpagina Instellingen ¢ Telefonie
¢ Nummer toewijzen openen.
¤ Selecteer in het onderdeel Antwoordap-
paraat de telefoonnummers (vast tele-
foonnet, VoIP) waarvoor het antwoord-
apparaat oproepen moet aannemen
(als het ingeschakeld is, zie pagina 62).
Hiervoor klikt u in de kolom voor binnen-
komende gesprekken op de optie achter
het telefoonnummer. U kunt een wille-
keurig aantal nummers toewijzen aan
het antwoordapparaat ( = toegewe-
zen).
¤ Vervolgens op de knop Opslaan klikken
om de instellingen op te slaan.
Opmerking:
Het nummer voor het vaste telefoonnet is
vast als zendnummer toegewezen aan elke
handset. De toewijzing kan niet worden
gedeactiveerd. Hierdoor is zekergesteld, dat
op elke handset de noodnummers kunnen
worden gekozen.
Opmerkingen:
– Als een VoIP-telefoonnummer dat als zend-
nummer aan een handset is toegewezen,
wordt gewist dan wordt automatisch het
eerste geconfigureerde VoIP-telefoonnum-
mer toegewezen aan de handset.
– Is een telefoonnummer aan geen enkele
handset als ontvangstnummer toegewe-
zen, dan worden oproepen aan dit nummer
op geen enkele handset gesignaleerd.
– Als u voor geen van de handsets ontvangst-
nummers heeft ingesteld, dan worden de
oproepen op alle verbindingen aan alle
handsets gesignaleerd.
Opmerkingen:
– Elk VoIP-nummer is vervolgens als ont-
vangstnummer toegewezen aan het ant-
woordapparaat.
– Als aan het antwoordapparaat geen ont-
vangstnummers zijn toegewezen, worden
er geen antwoorden beantwoord - ook als
het antwoordapparaat ingeschakeld is.
– Hoe u het antwoordapparaat instelt en
bedient, zie pagina 62.