nl Gebruiksaanwijzing
nl Inhoud Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . Kennismaking met het apparaat . Wateronthardingsinstallatie . . . . . Vul onthardingszout . . . . . . . . . . . . Vullen met glansspoelmiddel . . . . Serviesgoed . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afwasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . auto 3in1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Programma-overzicht . . . . . . . . . . 4 6 7 8 9 10 13 14 16 Afwassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Extra functies * . . . . . . . . . . . . . . . .
nl Veiligheidsvoorschriften Bij aflevering Controleer onmiddellijk of de verpakking en de afwasautomaat tijdens het transport beschadigd zijn. Een beschadigd apparaat niet in gebruik nemen maar contact opnemen met uw leverancier. Het verpakkingsmateriaal volgens de bestaande milieuvoorschriften (laten) afvoeren. Bij de installatie Het apparaat volgens het installatieen montagevoorschrift plaatsen en aansluiten. Tijdens het installeren mag de afwasautomaat niet op het lichtnet zijn aangesloten.
nl Bij kinderen in het huishouden Maak gebruik – indien aanwezig – van de kinderbeveiliging. Een nauwkeurige beschrijving vindt u achter in de omslag. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen of het bedienen. Kinderen uit de buurt van afwasmiddel en glansspoelmiddel houden. Deze kunnen irritaties in mond, keel en ogen veroorzaken of tot verstikking leiden. Kinderen uit de buurt van de geopende afwasautomaat houden. Er kunnen nog resten afwasmiddel in het apparaat zijn achtergebleven.
nl Kennismaking met het apparaat De afbeeldingen van het bedieningspaneel en van de binnenruimte van het apparaat vindt u vooraan in de omslag van deze gebruiksaanwijzing.
nl Wateronthardingsinstallatie Voor een goed afwasresultaat heeft de afwasautomaat zacht water, d.w.z. water met weinig kalk nodig. Anders zetten zich witte kalkresten op het serviesgoed en de binnenkant van de spoelruimte af. Leidingwater met een te hoge hardheidsgraad moet voor gebruik in de afwasautomaat onthard, d.w.z. ontkalkt worden. Dit gebeurt met behulp van speciaal zout in de wateronthardingsinstallatie van de afwasautomaat.
nl Vul onthardingszout Onmiddellijk vóór het inschakelen van het apparaat zout bijvullen. Hiermee bereikt u dat de overgelopen zoutoplossing onmiddellijk wordt uitgespoeld en corrosie aan het spoelreservoir wordt voorkomen. De schroefdop van het voorraadreservoir 27 eraf draaien. Vóór het eerste gebruik ca. 1 liter water in het zoutreservoir gieten. Hierna zoveel zou bijvullen (geen tafelzout) tot het zoutreservoir vol is (max. 1,5 kg).
nl Vullen met glansspoelmiddel Glansspoelmiddel hebt u nodig voor streeploos gedroogd serviesgoed en heldere glazen. Gebruik alleen glansspoelmiddel voor huishoudelijke afwasautomaten. Deksel van het voorraadreservoir voor glansspoelmiddel 30 openklappen. Hiertoe op de markering (1 ) op het deksel drukken en tegelijkertijd het deksel met het bedieningslipje (2 ) optillen. Het reservoir voorzichtig tot net onder de rand van de vulopening met glansspoelmiddel vullen.
nl Serviesgoed Ongeschikt servies Bestek en servies met houten onderdelen. Gevoelige gedecoreerde glazen, kunstnijverheidsservies en -vazen en antiek servies. De decoraties zijn niet bestand tegen afwassen in een afwasautomaat. Kunststof voorwerpen/onderdelen die gevoelig zijn voor heet water. Koperen en tinnen serviesgoed. Serviesgoed dat bevuild is met as, kaarsvet, smeerolie of verf. Materiaal dat water absorbeert, zoals sponzen of doeken.
nl Kopjes en glazen Bovenste servieskorf 20 Om verwondingen te voorkomen: lange, puntige bestekdelen en messen op de etagère (niet bij alle modellen) of op de besteketagère (tegen meerprijs verkrijgbaar) leggen. Omklapbare bordensteunen * * niet bij alle modellen De bordensteunen zijn omklapbaar waardoor pannen en schalen practischer kunnen worden ingeruimd.
nl bovenste servieskorf met boven en onder een paar rollen Houder voor kleingoed * * niet bij alle modellen Hier kunnen lichte voorwerpen van kunststof zoals bekers, deksels enz. vastgeklemd worden. De bovenste servieskorf uittrekken. De bovenste servieskorf eruit halen en op de bovenste resp. onderste rollen weer inhangen.
nl Afwasmiddel U kunt de in de handel verkrijgbare vloeibare of poedervormige afwasmiddelen resp. tablets gebruiken (geen handafwasmiddel!). Bij het gebruik van afwasmiddel zonder fosfaat kan er bij hard leidingwater eerder witte aanslag op het serviesgoed en de binnenwanden van de machine ontstaan. U kunt dit vermijden door een grotere hoeveelheid afwasmiddel te doseren. Of een afwasmiddel geschikt is voor zilveren voorwerpen vindt u op de verpakking van het afwasmiddel.
nl auto 3in1 Het gebruik van zogenaamde gecombineerde reinigingsproducten kan het gebruik van glansspoelmiddel en/of onthardingszout overbodig maken. Op het moment zijn verschillende soorten gecombineerde reinigingsproducten verkrijgbaar: 3in1: deze bevatten afwasmiddel, glansspoelmiddel en een zoutfunctie. 2in1: deze bevatten afwasmiddel en glansspoelmiddel of een zoutfuntie.
nl Indicatie onthardingszout bijvullen / wateronthardingsinstallatie uit- en inschakelen Deur sluiten. Programmatoets B ingedrukt houden en hoofdschakelaar 1 inschakelen. Hierna de toetsen loslaten. Het indicatielampje van toets B en de door de fabriek ingestelde waarde op de cijferindicatie knipperen. Om de instelling te wijzigen: Programmatoets B indrukken. Bij elke druk op de toets wordt de instelwaarde steeds met één cijfer is bereikt, verhoogd.
nl Programma-overzicht In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bij uw apparaat behorende programma’s kunt u op het bedieningspaneel aflezen. Soort etensresten bijv.
nl Afwassen Besparingstip Bij een niet vol beladen machine kunt u meestal gebruik maken van een minder sterk programma. Programmagegevens De programmagegevens vindt u in de korte handleiding. Ze hebben betrekking op normale omstandigheden. Door: verschillen in de hoeveelheid serviesgoed de temperatuur van het toegevoerde water de druk in de waterleiding de omgevingstemperatuur toleranties in de netspanning en de toleranties in het apparaat (bijv. temperatuur, hoeveelheid water,...
nl Uitschakelen van het apparaat Enkele minuten na afloop van het programma: Hoofdschakelaar 1 uitschakelen. Kraan dichtdraaien (niet van toepassing bij apparaten met Aqua-Stop). Na afkoeling het serviesgoed uit het apparaat halen. Attentie Om na afloop van het programma het serviesgoed uit te ruimen: de deur helemaal openen en niet op een kier laten staan. Eventueel nog ontsnappende waterdamp kan gevoelige werkbladen beschadigen.
nl Extra functies * * niet bij alle modellen, met de toetsen extra functies 5 instelbaar. Tijd besparen (VarioSpeed) * Met de functie >>Tijd besparen<< kan de looptijd – afhankelijk van het gekozen afwasprogramma – met ca. 20% tot 50% verkort worden. De wijziging van de looptijd wordt op de resttijdindicatie aangegeven. Om bij verkorte looptijd optimale reinigings- en droogresultaten te bereiken, wordt het water- en energieverbruik verhoogd. Halve belading* Als u maar weinig afwas hebt (bijv.
nl Na elke afwasbeurt de zeven op etensresten controleren. De zeefcylinder losdraaien en de zeven eruit halen. De zeven zijn vast met elkaar verbonden en kunnen niet van elkaar gescheiden worden. Grove etensresten verwijderen en de zeven onder stromend water schoonmaken. Sproeiarmen Kalk en etensresten in het spoelwater kunnen de sproei-openingen en de lagers van de sproeiarmen 22 en 24 blokkeren. Sproeiopeningen van de sproeiarmen op verstopping door etensresten controleren.
nl Afvoerpomp * * niet bij alle modellen Grove etensresten in het afwaswater die niet door de zeven worden tegengehouden, kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het afwaswater wordt dan niet afgepompt en blijft boven de zeef staan. In dit geval: hoofdschakelaar 1 uitschakelen. eventueel water eruit scheppen; zeven 28 eruit halen; afdekking eraf halen; binnenruimte op vreemde voorwerpen controleren en deze eventueel verwijderen; afdekking weer aanbrengen; zeven weer erin zetten en vastschroeven.
nl Opsporing van storingen Kleine storingen zelf verhelpen De meest voorkomende storingen in het dagelijks gebruik van het apparaat kunt u zelf verhelpen zonder de hulp van de Servicedienst in te roepen. Hiermee bespaart u kosten en bent u ervan zeker dat u het apparaat weer snel kunt gebruiken. Het volgende overzicht kan u erbij helpen de oorzaken van de ontstane storingen vinden. Storingen Attentie Denk eraan: reparaties mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd.
nl Er kleven na de afwas resten afwasmiddel in het reservoir Reservoir was bij het vullen vochtig, alleen een droog reservoir met afwasmiddel vullen. Het programma stopt tijdens de afwas Stroomtoevoer onderbroken. Watertoevoer onderbroken. De functie „RESET” aanzetten. Controlelampjes gaan na de afwas niet uit Hoofdschakelaar nog ingeschakeld. De bijvulindicatie brandt niet. Indicatie glansspoelmiddel bijvullen uitgeschakeld. (zie hoofdstuk auto 3in1) Indicatie onthardingszout bijvullen uitgeschakeld.
nl Er ontstaan verkleuringen op kunststof onderdelen Te weinig afwasmiddel gebruikt. Er blijven gedeeltelijk witte vlekken op het serviesgoed achter, de glazen blijven melkkleurig Te weinig afwasmiddel gebruikt. Hoeveelheid glansspoelmiddel te laag ingesteld. Ondanks een hoge hardheidsgraad van het leidingwater geen zout toegevoegd. Onthardingsinstallatie te laag ingesteld. Het deksel van het zoutreservoir is niet goed vastgedraaid.
nl Inschakelen van de Servicedienst Als het u niet lukt de fout te verhelpen, schakel dan de Servicedienst in. Het dichtstbijzijnde adres van de Servicedienst vindt u in het telefoonboek of in de meegeleverde brochure met service-adressen. Geef aan de Servicedienst het typenummer (1) en het FD-nummer (2) op. U vindt deze gegevens op het typeplaatje 33 op de deur van het apparaat.
nl Installatie Aansluiten op de watertoevoer Uw afwasautomaat werd in de fabriek zorgvuldig getest op functioneren waardoor kleine watervlekken zijn achtergebleven. Deze verdwijnen na de eerste afwas. Aansluiting volgens montagevoorschrift. Toevoerslang met behulp van de meegeleverde onderdelen op de kraan aansluiten. Let erop dat de watertoevoerslang niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld is.
nl Demontage De volgorde van de handelingen is ook hier van belang: altijd eerst het apparaat van het elektriciteitsnet loskoppelen. Stekker uit het stopcontact trekken. Kraan dichtdraaien. Aansluiting op de waterafvoer en -toevoer loskoppelen. Bevestigingsschroeven onder het werkblad eruit draaien. De plint – indien aanwezig – demonteren. Apparaat eruit halen en daarbij de slang voorzichtig naar voren trekken. Transport De afwasautomaat leeg laten lopen. Losse onderdelen vastzetten.
nl Afvoeren van de verpakking Het verpakkingsmateriaal milieuvriendelijk volgens de geldende voorschriften afvoeren. Laat kinderen niet met de verpakking en de onderdelen daarvan spelen. Kans op stikken door vouwdozen en folie. D Het karton bestaat overwegend uit oud papier. D Het CFK-vrije opvulmateriaal is gemaakt van geschuimd polystyreen. D Het foliemateriaal is gemaakt van polyetheen (PE) en bestaat voor een deel uit secundaire grondstoffen. D Het hout (indien aanwezig) is niet chemisch behandeld.
nl nl 24 Wijziging voorbehouden
nl nl 24 Wijziging voorbehouden
Kinderbeveiliging * 40 41 42 Kinderbeveiliging inschakelen Deur openen bij ingeschakelde kinderbeveiliging Kinderbeveiliging uitschakelen Bij geopende deur biedt de kinderbeveiliging geen bescherming. Bakplaat-sproeikop * Grote bakplaten of roosters en borden met een doorsnede van meer dan 30 cm (gourmetborden, pastaborden, onderborden) kunt u met behulp van deze sproeikop reinigen. Hiertoe de bovenste servieskorf eruit halen en de sproeikop zoals afgebeeld erin zetten.
AQUA-STOP-garantie (vervalt bij apparaten zonder Aqua-Stop) Als aanvulling op de garantie-aanspraken tegenover de verkoper in de koopovereenkomst en als aanvulling op onze garantie op het apparaat wordt u schadeloos gesteld als aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan: 1. Als door een fout in ons Aqua-Stop-systeem waterschade wordt veroorzaakt, vergoeden wij de schade aan particuliere gebruikers. 2. Deze aansprakelijkheidsgarantie geldt voor de levensduur van het apparaat. 3.