Operation Manual

nl
20
Einde van het programma
Het programma is afgelopen als er op de
cijferindicatie
3
een verschijnt.
Uitschakelen van het apparaat
Enkele minuten na afloop van het
programma:
Hoofdschakelaar
1
uitschakelen.
Kraan dichtdraaien
(niet van toepassing bij apparaten met
Aqua-Stop).
Na afkoeling het serviesgoed uit het
apparaat halen.
Onderbreking van het
programma
Hoofdschakelaar
1
uitschakelen.
De lichtindicatie gaat uit. Het
programma blijft opgeslagen in het
geheugen.
Bij aansluiting op warm water of als de
machine al is opgewarmd en de deur van
het apparaat geopend werd, de deur eerst
een paar minuten op een kier laten staan
en daarna dichtdoen.
Anders kan door expansie de deur van het
apparaat openspringen.
Om het programma door te laten gaan:
hoofdschakelaar weer inschakelen.
Programma afbreken (Reset)
Alleen als de hoofdschakelaar is
ingeschakeld:
Programmatoetsen
A en C
gedurende ca. 3 sec. tegelijkertijd
indrukken.
De cijfer-indicatie geeft aan.
Het programma is binnen ca. 1 minuut
afgelopen.
Hoofdschakelaar
1
na afloop van het
programma uitschakelen.
Om een nieuw programma te starten de
hoofdschakelaar
1
weer inschakelen
en het gewenste programma kiezen.
Wijzigen van het programma
Nadat u het apparaat hebt ingeschakeld,
kunt u binnen 2 min. een ander
programma instellen.
Als het programma hierna gewijzigd moet
worden, dan worden eerst de al gestarte
programma-onderdelen (bijv. reinigen)
afgewerkt.
De nieuw aangegeven resttijd bestaat uit
de resttijd van het vorige
programma-onderdeel en de resttijd van
het nieuw gekozen programma.
Intensief drogen
Door de functie „Intensief drogen”
te activeren wordt in alle programma’s
tijdens het glansspoelen een hogere
temperatuur bereikt en daardoor een beter
droogresultaat. (Wees voorzichtig met
gevoelig serviesgoed bij een hogere
temperatuur.)
Programmatoets A ingedrukt
houden en de hoofdschakelaar
1
inschakelen.
Beide toetsen loslaten.
De cijferindicatie
3
knippert (aan)
of
(uit).
Om de instelling te wijzigen
programmatoets
A indrukken.
Hoofdschakelaar
1
uitschakelen;
de instelling blijft opgeslagen.