Operation Manual

Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout nl
11
Tabel voor de waterhardheid
Gebruik van onthardingszout
Onmiddellijk vóór het inschakelen
van het apparaat zout bijvullen. Hiermee
bereikt u dat de overgelopen
zoutoplossing onmiddellijk wordt
uitgespoeld en corrosie aan
het spoelreservoir wordt voorkomen.
1. De schroefdop van het
voorraadreservoir 1J eraf draaien.
2. Het reservoir met water vullen (alleen
nodig bij het eerste gebruik).
3. Hierna onthardingszout bijvullen
(geen keukenzout of tabletten).
Hierdoor wordt het water verdrongen
en loopt weg.
Zodra de indicatie zout bijvullen `
op het bedieningspaneel brandt, moet
opnieuw zout worden bijgevuld.
* Afhankelijk van het model
Gebruik
van reinigingsproducten
met zoutcomponenten
Reinigingsproducte met zoutcomponente
Bij gebruik van gecombineerde
reinigingsproducten
met zoutcomponenten hoeft in het
algemeen tot een waterhardheid
van 21°dH (37°fH, 26°Clarke,
3,7mmol/l) geen onthardingszout
gebruikt te worden.
Bij een waterhardheid boven 21° dH is
ook hier het gebruik van onhardingszout
noodzakelijk.
Ontharding uitschakelen
Indicatie zout bijvullen/
ontharding uitschakelen
Als de indicatie zout bijvullen ` stoort
(bijv. bij gebruik van gecombineerde
reinigingsproducten
met zoutcomponenten), dan kan deze
uitgeschakeld worden.
Ga te werk zoals onder
„Onthardingsinstallatie instellen”
beschreven en stel in op stand 0.
Hiermee zijn
de onthardingsinstallatie en
de indicatie zout bijvullen
uitgeschakeld.
:DWHU
KDUGKHLG
G+
²
]DFKW
²
JHPLGGHOG
²
KDUG
²
KDUG
PPROO
²
²
²
²
+DUGKHLGV
EHUHLN
VWDQG