Operation Manual

nl Wat te doen bij storingen?
30
Storingentabel
Storing Oorzaak Oplossing
Indicatie „Watertoevoer
controleren” 8 brandt.
Watertoevoerslang geknikt. Watertoevoerslang zonder knikken
verleggen.
Kraan dicht. Kraan opendraaien.
Kraan verstopt of verkalkt. Kraan opendraaien.
Hoeveelheid binnenstromend water
bij geopende kraan: minimaal 10 l per min.
Zeef aan de kraan verstopt. Apparaat uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact trekken. Kraan dichtdraaien.
Wateraansluiting eraf schroeven.
Zeef in de toevoerslang schoonmaken.
Wateraansluiting weer vastschroeven.
Controleren op dichtheid. Stroom weer
inschakelen. Apparaat inschakelen.
Foutcode :ƒƒ brandt. Zeven 1Z vuil of verstopt. Zeven reinigen.
(Zie Reinigen en onderhouden)
Foutcode :ƒ… brandt. Waterafvoerslang verstopt
of geknikt.
Slang zonder knikken aanleggen, eventuele
resten verwijderen.
Sifonaansluiting is nog dicht. Aansluiting bij sifon controleren en
eventueel openen.
Afdekking van de afvoerpomp zit
los.
Afdekking goed vastmaken.
(zie Afvoerpomp)
Foutcode :Ġ brandt. Waterafvoerpomp geblokkeerd
of afdekking
van de waterafvoerpomp niet
vastgeklikt.
Pomp reinigen en afdekking goed
vastmaken. (zie Afvoerpomp)
Foutcode :ƒˆ brandt. Netspanning te laag. Geen apparaatfout, netspanning en
elektrische installatie laten controleren.