"GXBTBVUPNBBU SN… SX… VLHPHQV KRPH FRP ZHOFRPH QO *HEUXLNVDDQZLM]LQJ 5HJLVWHU \RXU SURGXFW RQOLQH
6WDUW $ % & 5HVHW VHF
nl Inhoudsopgave 8 Bestemming van , Glansspoelmiddel het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . 5 ( Veiligheids- voorschriften .... 5 Voordat u het apparaat in gebruik neemt . . . . . . . . . . . . Bij aflevering . . . . . . . . . . . . . . . . . Bij de installatie. . . . . . . . . . . . . . . Dagelijks gebruik . . . . . . . . . . . . . Deurvergrendeling . . . . . . . . . . . . Kinderbeveiliging . . . . . . . . . . . . . Bij schade. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
nl 1 Apparaat bedienen . . . . . . . . . 26 Programmagegevens . . . . . . . . . . Deur openen. . . . . . . . . . . . . . . . . Kinderbeveiliging . . . . . . . . . . . . . Aqua-Sensor . . . . . . . . . . . . . . . . . Inschakelen van het apparaat. . . . Optische indicatie tijdens het programmaverloop . . . . . . . . . . . . Resttijdindicatie. . . . . . . . . . . . . . . Starttijd kiezen . . . . . . . . . . . . . . . Einde van het programma . . . . . . Automatisch uitschakelen / Binnenverlichting . . . . .
Bestemming van het apparaat 8 Bestemming van het nl ( Veiligheidsvoorschriften apparaat netfih rcsv rd o sig eilV h ie m em B tngsei nva the Dit apparaat is bestemd voor privégebruik in het huishouden en de huiselijke omgeving. De vaatwasser alleen in het huishouden gebruiken en alleen voor het aangegeven doel: het afwassen van huishoudelijk serviesgoed. Deze vaatwasser is bestemd voor gebruik tot op hoogten van maximaal 4.000 m boven zeeniveau.
nl Veiligheidsvoorschriften Voordat u het apparaat in gebruik neemt Lees de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift aandachtig door! U vindt daarin belangrijke informatie over plaatsing, gebruik en onderhoud van het apparaat. Bewaar de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift voor later gebruik of voor volgende eigenaars. De gebruiksaanwijzing kunt u gratis downloaden van onze internetpagina. Ons internetadres vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing. Bij aflevering 1.
Veiligheidsvoorschriften Als de afwasmachine in een hoge kast moet worden ingebouwd, dan moet deze volgens de voorschriften bevestigd worden. Als de afwasautomaat onder of boven andere huishoudapparaten wordt ingebouwd, dient men de informatie m.b.t. de inbouw in combinatie met een afwasautomaat in de montagehandleiding van de desbetreffende apparaten in acht te nemen. Neem bovendien de montageaanwijzingen van de afwasautomaat in acht om een veilig gebruik van alle apparaten te waarborgen.
nl Veiligheidsvoorschriften Na het plaatsen van het apparaat moet de stekker gemakkelijk te bereiken zijn. (Zie Elektrische aansluiting) Bij sommige modellen: In de kunststof behuizing aan de wateraansluiting bevindt zich een elektrisch ventiel, in de toevoerslang bevinden zich de aansluitingsleidingen. De slang niet doorsnijden, de kunststof behuizing niet in water onderdompelen. Dagelijks gebruik Let op de veiligheidsvoorschriften resp.
Veiligheidsvoorschriften Bij het afvoeren van het apparaat 1. Het afgedankte apparaat onmiddellijk onbruikbaar maken om eventuele ongelukken te voorkomen. 2. Het apparaat op een milieuvriendelijke wijze (laten) afvoeren. m Waarschuwing Verwondingsgevaar! Om verwondingen bijv. door struikelen te voorkomen: de afwasautomaat tijdens het in- en uitladen zo kort mogelijk openen. Messen en andere voorwerpen met scherpe punten met de punten naar beneden in de bestekkorf zetten of plat in het messenrek* leggen.
nl Veiligheidsvoorschriften m Waarschuwing Gevaren voor kinderen! Maak gebruik – indien aanwezig – van de kinderbeveiliging. Een nauwkeurige beschrijving vindt u achter in de omslag. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen of het bedienen. Kinderen uit de buurt van afwasmiddel en glansspoelmiddel houden. Deze kunnen irritaties in mond, keel en ogen veroorzaken of tot verstikking leiden. Kinderen uit de buurt van de geopende afwasautomaat houden.
Milieubescherming 7 Milieubescherming * Kennismaking met het apparaat m ngrheicsubeiM li Zowel de verpakking van het nieuwe apparaat als het oude apparaat bevat waardevolle grondstoffen en materiaal dat hergebruikt kan worden. De afzonderlijke delen a.u.b. gesorteerd afvoeren. U kunt bij uw leverancier of bij de gemeente informeren hoe u uw oude apparaat en het verpakkingsmateriaal kunt (laten) afvoeren.
nl Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout Binnenkant van het apparaat 1" Binnenverlichting * 1* Bovenste servieskorf 12 Messenrek * 1: Tab-opvangschaal 1B Bovenste sproeiarm 1J Onderste sproeiarm 1R Reservoir voor onthardingszout 1Z Zeven 1b Bestekkorf 1j Onderste servieskorf 9" Voorraadreservoir voor glansspoelmiddel 9* Afwasmiddelbakje 92 Vergrendeling voor afwasmiddelbakje 9: Typeplaatje * Afhankelijk van het model + Wateronthardingsinsta llatie/Onthardingszout tzn u o sd g irh aO t/eitallatn n s
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout Om de instelling te wijzigen: 1. Programmatoets 3 indrukken. Bij elke druk op de toets wordt de instelwaarde met één cijfer verhoogd. Als de waarde •:‹ˆ is bereikt, dan springt de indicatie weer op •:‹‹ (uit). 2. START-toets ` indrukken. De ingestelde waarde is in het geheugen opgeslagen. 3. Deur sluiten.
nl Glansspoelmiddel Gebruik van reinigingsproducten met zoutcomponenten Reingingsproductemetzoutcompone te Bij gebruik van gecombineerde reinigingsproducten met zoutcomponenten hoeft in het algemeen tot een waterhardheid van 21°dH (37°fH, 26°Clarke, 3,7mmol/l) geen onthardingszout gebruikt te worden. Bij een waterhardheid boven 21° dH is ook hier het gebruik van onhardingszout noodzakelijk.
Glansspoelmiddel 2. Glansspoelmiddel voorzichtig tot de max. markering in de vulopening gieten. PD[ 3. Deksel sluiten tot u een klik hoort. 4. Eventueel gemorst glansspoelmiddel met een doekje verwijderen om overmatige schuimontwikkeling bij de volgende afwasbeurt te voorkomen. nl Hoeveelheid glansspoelmiddel instellen De hoeveelheid glansspoelmiddel is van §:‹‹ tot §:‹‡ instelbaar. Stel de hoeveelheid glansspoelmiddel in op §:‹† voor een bijzonder goed droogresultaat.
nl Serviesgoed Indicatie glansspoelmiddel bijvullen uitschakelen Als de glansspoelmiddelindicatie H stoort (bijv. bij gebruik van gecombineerde reinigingsmiddelen met glansspoelcomponenten) dan kan deze worden uitgeschakeld. Ga te werk zoals onder „Dosering glansspoelmiddel instellen” is beschreven en de waarde op §:‹‹ zetten. Hiermee is de indicatie glansspoelmiddel H bijvullen uitgeschakeld. - Serviesgoed dg esev o irS e Ongeschikt servies Bestek en servies met houten onderdelen.
Serviesgoed Inruimen Kopjes en glazen 1. Grove etensresten verwijderen. Afspoelen onder stromend water is niet nodig. 2. Het serviesgoed zodanig inruimen dat – het stevig staat en niet kan omvallen; – alle soorten serviesgoed met de opening naar beneden staan; – serviesgoed met een ronding of een holte schuin staat zodat het water er vanaf kan lopen; – het de twee sproeiarmen 1B en 1J tijdens het ronddraaien niet belemmert. Hele kleine voorwerpen niet in de machine afwassen.
nl Serviesgoed Pannen Bestekkorf Onderste servieskorf 1j Bestek altijd ongesorteerd met de scherpe kant naar beneden inruimen. Om verwondingen te voorkomen: lange, puntige bestekdelen en messen in het messenrek leggen. Tip Erg vervuild serviesgoed (pannen) moet in de onderste korf worden ingeruimd. Door de sterkere sproeistraal verkrijgt u zo een beter afwasresultaat. Tip Andere voorbeelden hoe u uw afwasautomaat optimaal kunt inruimen, vindt u op onze homepage. U kunt deze gratis downloaden.
Serviesgoed Omklapbare bordensteunen * Messenrek * * Afhankelijk van het model De bordensteunen zijn omklapbaar waardoor pannen, schalen en glazen praktischer kunnen worden ingeruimd. * Afhankelijk van het model Lange messen en andere lange voorwerpen kunnen horizontaal ingeruimd worden. Omklapbarebordensteune nl Mes enrek Houder voor kleingoed * Houdervo rkleingoed * Afhankelijk van het model Hier kunnen lichte voorwerpen van kunststof zoals bekers, deksels enz. vastgeklemd worden.
nl Serviesgoed Verstellen van de korfhoogte * Verstel nvandekorfho gte * Afhankelijk van het model De bovenste servieskorf 1* kan – indien gewenst – in de hoogte versteld worden om in de bovenste of in de onderste servieskorf meer ruimte te maken voor hoger serviesgoed. Hoogte van het apparaat 81,5 cm Stand 1 max. ø Stand 2 max. ø Stand 3 max. ø Bovenste korf Onderste korf 22 cm 24,5 cm 27 cm 30 cm 27,5 cm 25 cm Bovenste servieskorf met hendels aan de zijkant 1.
Afwasmiddel Bovenste servieskorf met boven en onder een paar rollen 1. De bovenste servieskorf 1* uittrekken. 2. De bovenste servieskorf eruit halen en op de bovenste (stand 3) resp. onderste (stand 1) rollen weer erin hangen. nl . Afwasmiddel A w lm esfai d U kunt zowel tabletten als poedervormige of vloeibare afwasmiddelen voor de wasmachine gebruiken, maar nooit handafwasmiddel. Afhankelijk van de vervuiling kan met poedervormig of vloeibaar afwasmiddel de dosering individueel worden aangepast.
nl Afwasmiddel Vul afwasmiddel 1. Als het afwasmiddelbakje 9* nog dicht is: vergrendeling 92 bedienen om het te openen. Afwasmiddel alleen in het droge afwasmiddelbakje 9* gieten (tablet plat neerleggen, niet op zijn kant). Dosering: zie de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking. De indeling in het afwasmiddelbakje 9* biedt hulp bij de juiste dosering van poedervormig of vloeibaar afwasmiddel. Gewoonlijk volstaat 20 ml–25 ml bij normale vervuiling. Bij gebruik van tabs is één tablet voldoende.
Afwasmiddel Gecombineerde reinigingsmiddelen Naast de gebruikelijke afwasmiddelen (Solo) wordt een aantal producten aangeboden met extra functies. Deze producten bevatten behalve afwasmiddel vaak ook glansspoelmiddel en zoutvervangende stoffen (3in1) en, afhankelijk van de combinatie (4in1, 5in1, enz.), ook nog extra componenten zoals glasbescherming of glansmiddel voor roestvrij staal. Gecombineerde reinigingsmiddelen functioneren alleen tot een bepaalde hardheidsgraad (meestal 21°dH).
nl Programma-overzicht / Programma-overzicht htcm iazogrm ovePr-a In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bijpassende programma’s en hun rangschikking vindt u op het bedieningspaneel.
Extra functies Programmakeuze Aan de hand van het soort serviesgoed en de mate van vervuiling kunt u een passend programma uitzoeken. Aanwijzingen voor testinstituten Testbureaus ontvangen de instructies voor vergelijkingstests (bijv. volgens EN60436). Hierbij gaat het om de voorwaarden voor het uitvoeren van de tests, niet om de resultaten of de verbruikswaarden. Aanvraag per e-mail aan: dishwasher@test-appliances.com Benodigd zijn het fabrikaatnummer (ENr.
nl Apparaat bedienen μ HygiënePlus (HygienePlus) * 1 Apparaat bedienen HygiënePlus(Hygien Plus) taA rp a Met deze functie worden de temperaturen verhoogd en extra lang in stand gehouden, om een gedefinieerd desinfectieniveau te bereiken. Door deze functie continu te gebruiken, verbetert de hygiëne. Deze extra functie is ideaal voor bijv. het afwassen van snijplanken of babyflesjes. Ï IntensiveZone (IntensiefZone) * IntensiveZone(IntensiefZone) Perfect voor gemengde belading.
Apparaat bedienen Kinderbeveiliging De afwasautomaat is voorzien van een elektronisch kinderbeveiliging. Met het kinderslot kunt u de afwasautomaat beveiligen tegen onjuiste bediening door kinderen. Wanneer het kinderbeveiliging is ingeschakeld, kost het meer moeite om de deur te openen. 1. Deur openen. 2. AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen. 3. Programmatoets # ingedrukt houden en de START-toets ` net zolang indrukken tot de cijferindicatie •:‹... aangeeft. 4. Beide toetsen loslaten.
nl Apparaat bedienen Inschakelen van het apparaat 1. Kraan helemaal opendraaien. 2. Deur openen. 3. AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen. De indicatie van het programma Eco 50° knippert. Dit programma blijft gekozen zolang er geen andere programmatoets 0 wordt ingedrukt. Op de cijferindicatie h knippert de vermoedelijke programmaduur. 4. START-toets ` indrukken. 5. Deur sluiten. Het programmaverloop start.
Apparaat bedienen nl Resttijdindicatie Einde van het programma Bij de keuze van het programma verschijnt op de cijferindicatie h de resterende duur van het programma. De programmaduur wordt tijdens het programma bepaald door de temperatuur van het water, de hoeveelheid serviesgoed en de mate van vervuiling en kan (afhankelijk van het gekozen programma) variëren. Het programma is beëindigd als op de cijferindicatie h de waarde ‹:‹‹ verschijnt.
nl Apparaat bedienen Automatisch uitschakelen na afloop van het programma of binnenverlichting* Automatischuitschakel n/Bin enverlichting * afhankelijk van het model Om energie te besparen kan de afwasautomaat 1 min. of 120 min. na afloop van het programma automatisch worden uitgeschakeld. De instelling is van ˜:‹‹ tot ˜:‹ƒ kiesbaar. ˜:‹‹ Het apparaat wordt niet automatisch uitgeschakeld.
Apparaat bedienen Onderbreken van het programma 1. Deur openen. 2. AAN/UIT-schakelaar ( uitschakelen. De indicatielampjes gaan uit. Het programma blijft in het geheugen opgeslagen. Als bij aansluiting op warm water of als het apparaat al is opgewarmd de deur van het apparaat geopend werd, de deur eerst een paar minuten op een kier laten staan en dan pas dichtdoen. Anders kan de deur van het apparaat door expansie (overdruk) openspringen of water uit het apparaat komen. 3.
nl Reinigen en onderhouden 2 Reinigen en onderhouden ngeniR ie ne Regelmatige controle en onderhoud van het apparaat dragen ertoe bij defecten te voorkomen. Dit bespaart u tijd en ergernis. Algemene toestand van de machine Spoelruimte controleren op kalkaanslag en vetresten. Als u zulke aanslag aantreft: afwasmiddelbakje met afwasmiddel vullen. Het apparaat zonder serviesgoed in het programma met de hoogste afwastemperatuur starten.
Reinigen en onderhouden nl Zeven Sproeiarmen De zeven 1Z zorgen ervoor dat grove etensresten in het spoelwater niet in de afvoerpomp terechtkomen. Door deze etensresten kunnen de zeven verstopt raken. Het zevensysteem bestaat uit een grove zeef, een vlakke fijne zeef en een microzeef. 1. Na elke afwasbeurt de zeven op etensresten controleren. 2. Zeefcylinder zoals afgebeeld losdraaien en het zeefsysteem eruit halen.
nl Wat te doen bij storingen? 3 Wat te doen bij storingen? W ta et noed jib De ervaring leert dat veel storingen die in het dagelijks gebruik optreden, door u zelf verholpen kunnen worden. Hiermee bespaart u natuurlijk kosten en bent u er zeker van dat de machine snel weer gebruikt kan worden. In het volgende overzicht vindt u eventuele oorzaken van de storingen en nuttige aanwijzingen om deze te verhelpen.
Wat te doen bij storingen? nl Storingentabel Storing Indicatie „Watertoevoer controleren” 8 brandt. Oorzaak Watertoevoerslang geknikt. Kraan dicht. Kraan verstopt of verkalkt. Zeef aan de kraan verstopt. Foutcode “:‹ˆ brandt. Foutcode “:‚ƒ brandt. Foutcode “:‚… brandt. Foutcode “:‚† brandt. Foutcode “:‚‡ brandt. Foutcode “:ƒƒ brandt. Aanzuigopening (aan de rechter binnenzijde van het apparaat) afgedekt door serviesgoed. Verwarmingselement verkalkt of vuil. Waterstop geactiveerd.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Foutcode “:ƒ… brandt. Foutcode “:ƒ† brandt. Foutcode “:ƒˆ brandt. Een andere foutcode verschijnt op de cijferindicatie. (“:‹‚ tot “:„‹) Display knippert. Bijvulindicatie voor zout @ en/of glansspoelmiddel H brandt. Bijvulindicatie voor zout @ en/of glansspoelmiddel H brandt niet. Na afloop van het programma blijft er water in het apparaat staan. 36 Oorzaak Waterafvoerslang verstopt of geknikt. Sifonaansluiting is nog dicht.
Wat te doen bij storingen? Storing Serviesgoed niet droog. Kunststofserviesgoed niet droog. Bestek niet droog. Binnenzijden van het apparaat nat na het spoelen. nl Oorzaak Geen of te weinig glansspoelmiddel in het voorraadbakje. Een programma zonder drogen gekozen. Waterophoping in het serviesgoed en bestek. Oplossing Glansspoelmiddel bijvullen. Het gecombineerde reinigingsmiddel heeft een slechte droogcapacitiet Andere combireiniger met beter droogvermogen gebruiken.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Etensresten op het serviesgoed. Oorzaak Serviesgoed te dicht op elkaar ingeruimd, servieskorf te vol. Sproeiarmen konden niet ongehinderd ronddraaien. Sproeiers van sproeiarmen verstopt. Zeven 1Z vuil. Zeef 1Z onjuist aangebracht en/of niet vastgezet. Te zwak afwasprogramma gekozen. Serviesgoed te sterk voorgereinigd, daarom kiest de sensortechniek voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd.
Wat te doen bij storingen? Storing Reinigingsmiddelresten Watervlekken op kunststofdelen. Oorzaak Deksel van het reinigingsmiddelbakje geblokkeerd door serviesgoed, daarom gaat het deksel niet volledig open. Deksel van het reinigingsmiddelbakje wordt geblokkeerd door het tablet. Tabletten gebruikt in het snelprogramma of korte programma. Oplostijd van het reinigingsmiddel wordt niet bereikt binnen het gekozen korte programma.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Witte, moeilijk verwijderbare aanslag op serviesgoed, reservoir of deur. Thee- of lippenstiftresten op het serviesgoed. Oorzaak Inhoudstoffen van het reinigingsmiddel zetten zich af. Deze aanslag laat zich meestal niet chemisch verwijderen (apparaatreinigingsmiddel, ...). Onjuiste waterhardheid ingesteld of waterhardheid is hoger dan 50°dH (8,9 mmol/l). 3-in-1-reinigingsmiddel of bio/ eco-reinigingsmiddel onvoldoende effectief.
Wat te doen bij storingen? Storing Verkleuring van de kunststof onderdelen in de binnenruimte van het apparaat. Verkleuring op kunststofdelen. Oorzaak Kunststof onderdelen in de binnenruimte kunnen tijdens de levensduur van de afwasautomaat verkleuren. Te lage spoeltemperatuur. Serviesgoed te sterk voorgereinigd, daarom kiest de sensortechniek voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd. Te veel glansspoelmiddel.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Oorzaak Roestsporen op het bestek. Het bestek is niet voldoende roestbestendig. Messenlemmeten zijn hier vaak sterker door getroffen. Bestek roest ook wanneer het samen met roestige voorwerpen wordt afgewassen (handgrepen van pannen, beschadigde servieskorven enz.). Zoutgehalte in het afwaswater te hoog doordat het deksel van het zoutreservoir niet goed is vastgedraaid of bij het bijvullen zout gemorst werd Het apparaat start niet.
Wat te doen bij storingen? Storing De deur gaat niet open bij bediening. Oorzaak Kinderbeveiliging is geactiveerd. Deur is niet goed ingesteld. Het apparaat is stroomloos. nl Oplossing Tweemaal kort na elkaar op het midden van de deur drukken. Kinderbeveiliging deactiveren (zie het hoofdstuk „Apparaat bedienen”). De deur goed instellen met behulp van de montagehandleiding. Stekker en zekeringen controleren.
nl Wat te doen bij storingen? Storing Apparaat blijft steken tijdens het programma of het programma valt stil. Oorzaak Deur niet geheel gesloten. Geen serviesgoed of geurdispenser in het tablettenbakje doen. Bovenkorf drukt tegen de binnendeur en verhindert een goede sluiting van de deur. Stroom- en/of watertoevoer onderbroken. Klappende geluiden van de Afhankelijk van de huisinstallatie, vulventielen. daarom geen apparaatfout. Geen invloed op de werking van het apparaat.
Servicedienst 4 Servicedienst tnsediecviS re 5 Plaatsen en aansluiten nestaP l Als u de storing niet zelf kunt verhelpen, neem dan contact op met de Servicedienst. Wij vinden altijd een passende oplossing, ook om onnodige bezoeken van technici te vermijden. De contactgegevens van de dichtstbijzijnde Servicedienst vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing of in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. Vermeld bij een telefoongesprek a.u.b. het fabrikaatnummer (ENr.
nl Plaatsen en aansluiten Veiligheidsvoorschriften Technische gegevens Neem a.u.b. de aanwijzingen voor de veiligheid onder „Bij de installatie” in acht. Gewicht: max. 60 kg Spanning: 220–240 V, 50 Hz of 60 Hz Aansluitwaarde: 2,0–2,4 kW Zekering: 10/16 A (UK 13A) Stroomverbruik: uitgeschakelde toestand (Po)* 0,20 W niet-uitgeschakelde toestand (klaar) (Pl)* 0,20 W *volgens verordeningen (EU) nr. 1016/ 2010 en 1059/2010 Extra functies en instellingen kunnen het stroomverbruik verhogen.
Plaatsen en aansluiten nl Plaatsing Aansluiten op de waterafvoer De vereiste inbouwmaten vindt u in het montagevoorschrift. Het apparaat met behulp van de verstelbare voetjes waterpas zetten. Let erop dat het apparaat stevig staat. Geïntegreerde en onderbouwapparaten die naderhand als vrijstaand apparaat worden opgesteld, moeten beveiligd worden tegen kantelen, bijv. door vastschroeven aan de wand of door inbouw onder een doorlopend werkblad dat aan de kasten ernaast is vastgeschroefd.
nl Plaatsen en aansluiten Drinkwateraansluiting 1. De drinkwateraansluiting volgens de montagehandleiding aansluiten met behulp van de bijgevoegde onderdelen. Zorg ervoor dat de drinkwateraansluiting niet wordt geknikt of geplet, of in de knoop raakt. 2. Bij vervanging van het apparaat moet altijd een nieuwe watertoevoerslang in gebruik worden genomen. Waterdruk: Minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal 1 MPa (10 bar). Bij hogere waterdruk: een drukreduceerventiel ervoor installeren.
Plaatsen en aansluiten Elektrische aansluiting Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften aangebracht, randgeaard stopcontact op 220 V tot 240 V en 50 Hz of 60 Hz aansluiten. Zie het typeplaatje 9: voor de vereiste zekering. Het stopcontact moet zich in de buurt van het apparaat bevinden en ook na het inbouwen gemakkelijk bereikbaar zijn.
nl Plaatsen en aansluiten Transport Bescherming tegen vorst Afwasmachine leeg laten lopen en losse onderdelen vastzetten. Het apparaat in de volgende stappen legen: 1. Kraan opendraaien. 2. Deur openen. 3. AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen. 4. Programma met de hoogste temperatuur kiezen. Op de cijferindicatie h verschijnt de vermoedelijke duur van het programma. 5. START-toets ` indrukken. 6. Deur sluiten. Programma start. 7. Na ca. 4 minuten de deur openen. 8.
.LQGHUEHYHLOLJLQJ GHXUYHUJUHQGHOLQJ â $WWHQWLH .LQGHUEHYHLOLJLQJ DFWLYHUHQ 'HXU RSHQHQ ELM JHDFWLYHHUGH NLQGHUEHYHLOLJLQJ .
$48$ 6723 JDUDQWLH QO YHUYDOW ELM DSSDUDWHQ ]RQGHU $TXD 6WRS $OV DDQYXOOLQJ RS GH JDUDQWLH DDQVSUDNHQ WHJHQRYHU GH YHUNRSHU LQ GH NRRSRYHUHHQNRPVW HQ DOV DDQYXOOLQJ RS RQ]H JDUDQWLH RS KHW DSSDUDDW ZRUGW X VFKDGHORRV JHVWHOG DOV DDQ RQGHUVWDDQGH YRRUZDDUGHQ ZRUGW YROGDDQ $OV GRRU HHQ IRXW LQ RQV $TXD 6WRS V\VWHHP ZDWHUVFKDGH ZRUGW YHURRU]DDNW YHUJRHGHQ ZLM GH VFKDGH DDQ SDUWLFXOLHUH JHEUXLNHUV 2P KHW ZDWHUEHYHLOLJLQJVV\VWHHP WH JDUDQGHUHQ PRHW KHW DSSDUDDW RS KHW HOHNWULFLWHLWVQHW ]LMQ DDQJHVO