Operation Manual

Vertrouwd raken met het apparaat nl
21
Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel verschilt
afhankelijk van de uitvoering
Aanwijzing: De knoppen zijn
tiptoetsen, ze hoeven slechts licht
aangeraakt te worden.
Displaypaneel
Aanwijzing: De tabellen tonen mogelijk
instelopties en informatie op het display,
deze kunnen verschillen afhankelijk van
het model.
( Programma's ~ Aanvullend blad
voor de bedienings- en installatie-
instructies.
0 Programma- kiezer
8 Displaypaneel voor instellingen en
informatie
#
Knop Display in-
dicator
Beschrijving
( Selecteerbaar Centrifu-
getoerental
- - -, -
‚…‹‹** 0
In rpm; = geen centri-
fugecyclus, alleen
afpompen;
- - - = Spoelstop
0 Klaar in
bijv. ƒ:„‹ Programmaduur hangt
af van programmaselec-
tie in h:min (uren:minu-
ten)
- ƒ… h Einde programma
(“Klaar in” tijd) na ...h
(uur)
* afhankelijk van het model
** afhankelijk van het geselecteerde program-
ma, instellingen en model