Operation Manual

nl Storingen, wat te doen?
34
Aanwijzing: Kunt u een storing door het uit- en inschakelen van de droogautomaat
niet zelf verhelpen, neem dan contact op met de klantenservice.
Droogtijd te lang? Het pluizenfilter kan verontreinigd zijn en leiden tot een langere droogtijd.
Reinig het pluizenfilter.
Wanneer de luchtinlaat van de droger is afgedekt of niet vrij toegankelijk is,
dan kan dit de droogtijd doen toenemen. Luchtinlaat vrijhouden.
De optimale omgevingstemperatuur bij het drogen ligt tussen de 15°C en
30°C. Buiten dit bereik kan de droogtijd langer zijn.
Een ontoereikende luchtcirculatie in de ruimte kan de droogtijd verhogen.
Ventileer de ruimte.
Display gedoofd en start-
toets knippert.
Geen fout. Energiebesparingsmodus is actief ~ Blz. 12.
Restwater in het con-
denswaterreservoir, hoe-
wel de droogautomaat
op de condenswateraf-
voer is aangesloten.
Geen fout. Wanneer de condenswaterafvoer is geïnstalleerd, dan blijft vanwege
de zelfreinigingsfunctie van de droogautomaat restwater achter in het con-
denswaterreservoir.
De vochtigheidsgraad in
de ruimte neemt toe.
Geen fout. Ruimte voldoende ventileren.
Stroomonderbreking. Het droogprogramma wordt afgebroken. Verwijder het wasgoed en spreid het
uit of start het programma opnieuw.
Ongewone geluiden tij-
dens het drogen.
Geen fout. Geluiden ontstaan door de automatische reiniging van de warmte-
wisselaar ~ Blz. 31.
Droogautomaat voelt
ondanks het drogen
koud aan.
Geen fout. De droogautomaat met warmtepomp droogt efficiënt bij lage tempe-
raturen.
Storingen Oorzaak/Oplossing
* afh. van model