User's Manual

82
OMSCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN
Externe
onderdelen
1.Flitskop 2.AF hulplicht 3.Flitshoek bij indirect flitsen 4.Rotatiehoek, links/rechts
5.Vergrendelknop indirect flitsen 6.Vergrendelknop rotatie links/rechts
7.LCD display 8.Batterijdeksel 9. Ontkoppelknop 10.Flitsvoetje
11. Vanglichtpaneel 12. Groothoek adapter
Instelknoppen
/
toetsen
13.Functietoets 14.<SEL> keuzetoets 15.<+> plustoets 16.<
-
> mintoets
17.Zoomtoets 18.Test toets 19.Lichttoets 20.OK lampje 21. Aan/uit schakelaar
BATTERIJEN
Als stroombron voor deze flitser dienen 4 “AA” Alkaline batterijen van 1,5 Volt te worden gebruikt. Ook
kunnen oplaadbare Ni-Cad of Ni-MH worden gebruikt. Hoewel mangaan batterijen eveneens bruikbaar
zijn, raden wij vanwege hun korte levensduur het gebruik hiervan niet aan. Wanneer het OK-lampje
pas na 30 sec. oplicht dient u de batterijen te vervangen of op te laden.
Om zeker te zijn van een goed electrisch contact kunt de batterijpolen schoonmaken voor u de
batterijen inlegt.
Ni-Cad / Ni-MH batterijen hebben geen gestandaardiseerde contacten. Indien u Ni-Cad batterijen
gebruikt dient u er op te letten dat de polen goed contact maken met de contactpunten van de flitser.
Gebruik altijd 4 batterijen van hetzelfde merk en type en gebruik geen oude en nieuwe batterijen
door elkaar, anders bestaat het risico van explosie, lekkage over oververhitting.
Sluit de batterijen niet kort en haal ze niet uit elkaar. Stel ze ook niet bloot aan vuur of water, want
dan kunnen ze exploderen. Probeer geen normale batterijen op te laden; dit is alleen mogelijk met
Ni-Cad / Ni-MH (oplaadbare) batterijen.
Verwijder de batterijen wanneer de flitser gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt om
eventuele lekkage te voorkomen.
Bij lage temperaturen zal de werking van de batterijen achteruitgaan. Bewaar de batterijen goed
beschermd wanneer u de flitser bij koud weer gaat gebruiken.
Het is aan te bevelen extra batterijen mee te nemen wanneer U voor langere tijd weg gaat of bij
opnamen bij koud weer.
HET INLEGGEN VAN DE BATTERIJEN
1. Overtuig u ervan dat de flitser middels de
hoofdschakelaar is uitgeschakeld en schuif
vervolgens het batterijdeksel open.
2. Plaats vier AA batterijen in het batterijcompartiment.
Let er op dat de plus - en minpolen op de juiste
wijze worden geplaatst volgens de aanduiding in
het batterijcompartiment.
3. Sluit vervolgens het deksel.
4. Schakel de flitser in met behulp van de
hoofdschakelaar.
5. Na enkele seconden zal het OK-lampje oplichten als teken dat de flitser voor gebruik gereed is.
6. Druk op de testknop om u ervan te overtuigen dat de flitser goed werkt.
Automatische uitschakeling
Indien de flitser enige tijd niet wordt gebruikt zal hij zich na ongeveer 240 sec. automatisch
uitschakelen om energie te sparen. Om de flitser weer in te schakelen drukt u op de testknop of druk
de ontspanknop van de camera half in. Let op: het automatische uitschakelen zal niet werken als de
flitser in de “slave” stand staat.
Foutmeldingen
Indien de batterijspanning onvoldoende is, of wanneer de electrische informatieoverdracht tussen
camera en flitser niet correct geschiedt, zal op het LCD display de aanduiding “Er” knipperen. Wanneer
dit gebeurt dient u de flitser uit te schakelen en meteen weer aan. Indien de “Er” aanduiding wederom
verschijnt dient u de batterijen te controleren.