User's Manual

85
MAXIMALE PRESTATIES BIJ CONTINU FOTOGRAFEREN.
Om oververhitting te voorkomen dient u uw flitser tenminste 10 minuten niet te gebruiken na het aantal
flitsen in de onderstaande tabel:
Mode Aantal flitsen
TTL, M(1/1,1/2) 20 flitsen achter elkaar
M(1/4, 1/8) 25 flitsen achter elkaar
M(1/16-1/32) 40 flitsen achter elkaar
Multi 10 cycli
HANDMATIGE FLITSINSTELLING
Als de opname moeilijk correct te belichten is met de TTL instelling, is het aan te bevelen om de flitser
handmatig in te stellen. Met de handmatige instelling is het mogelijk om de flitsintensiteit in te stellen
van 1/1 (volledig) tot 1/64.
1. Stel de belichting van de camera in op de M mode
2. Druk op de MODE toets om M(anual) te selecteren
3. Het richtgetal knippert wanneer u op de SEL toets drukt.
4.
Druk op de
+
of
toets om de gewenste flitsintensiteit in te stellen.
5. Als u nogmaals op de SEL toets drukt, zal de ingestelde
flitsintensiteit stoppen met knipperen en zichtbaar blijven.
6. Stel scherp door de ontspanknop van de camera half in te drukken. Lees de afstand af van de
scherpstelring. Regel daarna de diafragmawaarde of de lichtintensiteit zo af dat de afstand
ongeveer gelijk wordt aangegeven op het LCD display van de flitser.
7. Na het oplichten van het OK lampje, is de camera klaar voor opname.
Met behulp van onderstaande formule is het mogelijk de correcte belichting te berekenen:
Richtgetal : Afstand tot het onderwerp = Diafragma opening
De flitser berekent de juiste instelling eveneens met deze formule (zie de tabel 1 op de vorige pagina)
HIGH SPEED SYNC (FP) flits (HSS)
Indien u een gewone flitser gebruikt kunt u geen snellere sluitertijd gebruiken dan flitssynchronisatietijd
van de camera omdat de flitser moet af gaan op het moment dat de sluitergordijnen volledig zijn
geopend. De FP Flits blijft continu flitsen wanneer de sluitergordijnen aflopen. Hierdoor kunt u een
snellere sluitertijd kiezen dan de flitssynchronisatietijd.
1. Selecteer de gewenste belichtingsmethode op de camera (A of M mode)
2.
Druk op de
+
of
toetsen tot dat FP zichtbaar is op het LCD display.
3. Zet de flitser aan
4. Als het OK lampje van de flitser brand kan de opname worden
gemaakt.
Het richtgetal van de flitser zal, afhankelijk van de gekozen
sluitertijd, worden gewijzigd. (zie de
tabel 2
op de vorige pagina)
Als u de FP mode wilt annuleren dient de markering niet
meer op het LCD display zichtbaar te zijn.
MODEL / TESTFLITS
Het is mogelijk om vooraf een Model / Testflits te geven om de uitlichting en schaduwvorming etc. te
beoordelen.
1. Druk op de mode toets om de functie te activeren.
2. Druk herhaaldelijk op de
+
of
toets tot het symbool zichtbaar is.
3. Controleer of de flitser volledig is opgeladen en druk op de TEST toets.