Operation Manual

40
Dutch
4.2 Aansluiten op de Computer
1.) Schuif de camera op het USB docking station.
2.) Verbind het USB docking station met de computer met de meegeleverde USB kabel. Het
scherm van de videocamera wordt uitgeschakeld. Als u op de AAN/UIT knop drukt, hoort u
een geluid dat aangeeft dat de camera ingeschakeld wordt.
3.) Als de software is geïnstalleerd en de camera is op de computer aangesloten, verschijnt
de camera als een verwijderbaar opslagmedium op de computer. Het kan worden gevonden
in de “100 MEDIA” bestandsmap in het pad: “\ DCIM \ 100 MEDIA”.
4.) Als u de MP3 functie wilt gebruiken, kopieer dan de MP3 bestanden naar de MP3
directory om ze normaal te kunnen afspelen. Als u de videoweergavefunctie wilt gebruiken,
kopieer dan het geconverteerde videobestand naar “\ DCIM \ 100 MEDIA”.
5.) Als u de webcam functie wilt gebruiken, stel dan eerst de USB modus van de
videocamera op webcam en sluit dan de USB kabel op de camera aan. Als u op de AAN/UIT
knop drukt, hoort u een geluid dat aangeeft dat de camera ingeschakeld wordt. Als u het
juiste video input apparaat instelt in een computerprogramma (b.v. NetMeeting) dat webcam
ondersteunt, kunt u de webcamfunctie van de videocamera gebruiken.
6.) Als u de USB kabel verwijdert, wordt de videocamera automatisch uitgeschakeld. Als u
de videocamera verder wilt gebruiken, moet u die opnieuw inschakelen.