Operation Manual

15
Instellen van de draadspanning
12
BA
C
D
Spanning van de bovendraad (2)
Standaard afstelling voor de spanning van de bovendraad:
Om de spanning te verhogen, draai de knop naar een hoger cijfer.
Om de spanning te verlagen, draai de knop naar een lager cijfer.
A. Normale spanning voor rechte steek.
B. Spanning te laag voor rechte steek, naar een hoger cijfer draaien.
C. Spanning te hoog voor rechte steek, naar een lager cijfer draaien.
D. Normale spanning voor de zigzag steek. (normaal is wanneer de
bovendraad een beetje zichtbaar is aan de onderzijde van de stof)
Spanning van de spoeldraad (1)
Om de spanning van de spoeldraad te testen, houdt U het spoelhuis
omhoog aan ongeveer 10 cm draad en laat U het een beetje omhoog
springen. De draad mag nu ongeveer 5 cm afrollen. Indien er teveel
garen afrolt, kan U dit corrigeren door het spanningsschroefje
rechtsom te draaien. Steeds opnieuw testen. Indien er te weinig
garen afrolt, kan U dit corrigeren door het spanningsschroefje linksom
te draaien. Steeds opnieuw testen.
- Een correcte afstelling van de draadspanning is belangrijk voor
een mooi naairesultaat.
- Er bestaat geen vaste afstelling die geldt voor alle steekfuncties,
gebruikte garens of stoffen.
- Een evenwichtige spanning (identieke steken aan beide zijden van
de stof) is normaal alleen wenselijk bij het gebruik van een rechte
steek.
- 90% van al het naaiwerk vereist een spanning tussen 3 en 5 .
- Voor zigzag en andere decoratieve stiksels zal de draadspanning
over het algemeen altijd lager zijn dan bij de rechte steek.
- Bij decoratieve stiksels krijgt U steeds een mooiere steek en
minder plooien wanneer U zorgt dat de bovendraad lichtjes
zichtbaar is aan de onderkant van de stof. Om dit te bereiken, zet
U de bovenspanning iets losser.
"4"
Belangrijk:
"" ""
4