3221 HANDLEIDING
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28 en Ul1594. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Wanneer u een elektrisch apparaat gebruikt, moet u altijd de elementaire veiligheidsvoorschriften in acht nemen, inclusief het volgende: Lees alle instructies door voordat u deze huishoudnaaimachine in gebruik neemt. Bewaar de instructies op een geschikte plaats, dicht bij de naaimachine.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES - Gebruik de naaimachine alleen voor de werkzaamheden waarvoor deze bedoeld is, zoals beschreven in deze handleiding. Gebruik alleen hulpstukken die door de producent zijn aanbevolen, zoals in deze handleiding wordt beschreven. - Gebruik deze naaimachine nooit wanneer het netsnoer of de stekker beschadigd is, als de naaimachine niet goed werkt, als de naaimachine gevallen of beschadigd is of in het water heeft gelegen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES wordt toegediend. - Voordat u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u eerst alle knoppen uitschakelen ("O"). - Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het stopcontact. Pak de stekker vast, niet het snoer. - Het voetpedaal wordt gebruikt om de naaimachine te bedienen. Plaats geen andere voorwerpen op het voetpedaal. - Gebruik de machine niet als hij nat is.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR BUITEN EUROPA: Deze naaimachine is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen (inclusief kinderen) met verminderde fysieke, sensorische of mentale capaciteiten, of met een gebrek aan ervaring en kennis, als ze geen supervisie of instructie voor het gebruik van de naaimachine hebben gekregen van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten in de gaten worden gehouden om te zorgen dat ze niet met de naaimachine spelen.
GEFELICITEERD Als eigenaar van deze nieuwe Singer naaimachine, staat u aan de start van een opwindend, creatief avontuur. U zult onmiddellijk merken dat u op een van de eenvoudigst te bedienen naaimachines werkt die ooit is gemaakt. Wij raden u aan, alvorens u begint te naaien, om even de tijd te nemen om de vele mogelijkheden en het bedieningsgemak van deze machine zelf te ontdekken door deze handleiding stap voor stap door te nemen terwijl u voor de machine zit.
Inhoudsopgave Basisinformatie over de machine Belangrijkste delen van de machine .........................................................................................................................................2/3 De machine aansluiten ................................................................................................................................................................4 De persvoethevel (2 standen)..............................................................................
Belangrijkste delen van de machine 1. Draadspanningsknop 2. Draadhevel 3. Draadafsnijder 1 7 8 4. Persvoet 5. Naaldplaat 2 6. Verwijderbare aanschuiftafel 9 7. Achteruitnaaiknop 3 8. Spoelwinderstop 9. Steeklengteknop 10 4 10. Steekkeuzeknop 11. Knoopsgathendel 5 12.
Belangrijkste delen van de machine 13. Horizontale garenpen 14. Spoelwinderas 15. Gat voor extra garenpen 13 16. Handwiel 14 17. Stroom-/lichtschakelaar 15 18. Stekkerhuis 19. Draadgeleider 16 20. Bovendraadgeleider 19 20 21 22 23 21. Voorkapje 22. Handvat 23. Persvoethevel 24. Voetpedaal 25.
De machine aansluiten Sluit de machine aan zoals hiernaast getoond wordt. (1) De stroomkabel van de machine is voorzien van een gepolariseerde stekker die enkel geschikt is voor gebruik in combinatie met een gepolariseerd stopcontact. (2) Let op: Haal de stekker uit het stopcontact als de machine niet gebruikt wordt. A Voetpedaal Met het voetpedaal regelt u de naaisnelheid van de machine. (3) Let op: Raadpleeg een gediplomeerd elektricien als u twijfelt over de aansluiting.
De persvoethevel (2 standen) Bij verwerking van meerdere lagen stof of dikke stoffen kan de persvoet in een hogere stand (A) gezet worden om het plaatsen van de stof te vergemakkelijken.
Accessoires 1 Standard accessories Standaardaccessoires (1) a. Standaardpersvoet b. Ritsvoet c. Knoopsgatenvoet d. Knoopaanzetvoet e. Tornmesje/stofkwastje f. Kant-/quiltgeleider g. Set naalden h. Garenkloshouder i. Tweeling naald j. Spoelen (3x) k. Haakse schroevendraaier l. Stopplaat m. Hoes n. Extra garenpen o.
Een spoel vol winden - Plaats het garen en de bijbehorende garenkloshouder op de garenpen. (1/2) - Klik de draad in de draadgeleider. (3) - Draai de draad rechtsom rond de spanninghouders van de spoelwinderas. (4) - Breng de draad door het gaatje van de spoel en plaats de spoel op de spoelwinderas. (5) - Duw nu de spoelwinderas naar rechts. (6) 1 - Houd het gareneinde vast. (7) 3 2 - Duw het voetpedaal in. (8) - Knip de draad af. (9) - Duw nu de spoelwinderas terug naar links en haal de spoel er af.
Een spoeltje inzetten Als u een spoelhuis gaat inzetten of verwijderen, moet de naald altijd in de hoogste stand staan. a - Open de voorklep van de vrije arm. (1) - Pak het lipje (a) en trek het spoelhuis naar u toe om het te verwijderen. (2) - Houd het spoelhuis in uw hand en plaats het spoeltje in het spoelhuis. Als u aan de draad trekt, moet de spoel rechtsom draaien (zie pijl). (3) 1 2 - Trek de draad door de gleuf en trek hem onder de spanningsveer. (4) Laat ongeveer 15 cm draad uitsteken.
De draadspanning instellen Bovendraadspanning Standaardafstelling voor de spanning van de bovendraad: "4". Draai de knop naar een hoger cijfer om de spanning te verhogen. Draai de knop naar een lager cijfer om de spanning te verlagen. A. Normale spanning voor rechte steek. B. Spanning te laag voor rechte steek, draai de knop naar een hoger cijfer. C. Spanning te hoog voor rechte steek, draai de knop naar een lager cijfer. D.
De bovendraad inrijgen Dit is een eenvoudige opdracht die correct moet worden uitgevoerd omdat anders bij het naaien verschillende problemen kunnen optreden. - Plaats om te beginnen de naald in de hoogste stand (1) en blijf het handwiel naar links draaien totdat de naald iets begint te dalen. Breng de persvoet omhoog om de spanningsplaatjes open te zetten. Opmerking: om veiligheidsredenen raden wij u aan de stroom uit te schakelen alvorens u de machine inrijgt. - Hef de garenpen omhoog.
Automatische draadinrijger - Breng de naald in de hoogste positie. - Duw hendel (A) zo ver mogelijk omlaag. A B - De draadinrijger gaat automatisch naar de inrijgpositie (B). - Leid de draad om de draadgeleider (C). A C - Leid de draad voor de naald langs van beneden naar boven om de haak (D) heen. D B - Laat de hendel (A) los. C - Trek de draad door het oog van de naald.
De onderdraad ophalen Houd de bovendraad met de linkerhand vast. Draai het handwiel (1) naar u toe (linksom) om de naald te laten zakken en weer omhoog te brengen. Let op: Als het moeilijk is de onderdraad omhoog te brengen, controleer dan of de draad niet wordt beklemd door het deksel met scharnieren of de afneembare uitschuiftafel. 1 Trek nu zachtjes aan de bovendraad om de onderdraad via het gat in de naaldplaat naar boven te halen. (2) Leg nu beide draden onder de persvoet door naar achter.
Uw steek kiezen Om een steek te selecteren, draait U aan de steekkeuzeknop. De steekkeuzeknop kan zowel rechtsom als linksom gedraaid worden. a b Voor rechte steek, selecteer het patroon " " met behulp van de steekkeuzeknop. Regel de steeklengte met de steeklengteknop. Voor zigzagsteek, selecteer het patroon " " m.b.v. de steekkeuzeknop. Pas de steeklengte en steekbreedte aan naargelang de gebruikte stof. c Voor de andere steekpatronen, draai de steeklengteknop naar "S1", kies het gewenste patroon m.b.
Steekbreedteknop en steeklengteknop Functies van de steeklengteknop tijdens het zigzaggen Zet de steekkeuzeknop op " ". De dichtheid van zigzagsteken wordt groter als de instelling van de steeklengteknop naar "0" gaat. Gewoonlijk krijgt u bij "2,5" of lager mooie zigzagsteken. (2) Dichte zigzagsteken worden cordonsteken genoemd. (2) De functie van de steeklengteknop bij rechte steken Voor het naaien met rechte steken draait u de steekkeuzeknop naar de instelling voor rechte steken.
Rechte steken naaien Om te beginnen met naaien stelt u de machine in op een rechte steek. (1) Leg de stof onder de naaivoet met de stofrand op de gewenste naadgeleiderlijn op de naaldplaat. (2) Breng de persvoetlichter omlaag en duw dan het voetpedaal in om te beginnen met naaien.
Achteruit naaien Om het begin en einde van een naad te verstevigen en te hechten, drukt u de achteruitnaaiknop (A) naar beneden en naait u een paar steken achteruit. Laat de knop vervolgens los en de machine naait weer vooruit. (1) A Het naaiwerk verwijderen Draai het handwiel naar u toe (linksom) tot de naald in de hoogste stand staat. Zet de persvoet omhoog en verwijder het werk dat zich achter de persvoet en de naald bevindt. (2) 1 2 B De draad afsnijden Trek de draden omlaag en achter de persvoet.
Elastische steken kiezen Om te beginnen met naaien, stelt u de machine in op een rechte steek met de naald in het midden of rechts. (1) De elastische steken zijn met blauw aangegeven op de steekkeuzeknop. Om deze steken te selecteren, draait u de steekkeuzeknop op de gewenste steek. Draai de steekkeuzeknop vervolgens naar de indicator met "S1". Er zijn diverse elastische steken; dit zijn twee voorbeelden: Rechte elastische steek Zet de steekkeuzeknop op " ".
Blinde zoom Voor zomen in gordijnen, broeken, rokken, enz. Blinde zoom voor elastische stoffen. Blinde zoom voor stevige stoffen. Zet de steeklengteknop in het bereik dat op het schema rechts staat aangegeven. Blinde zomen worden gewoonlijk genaaid met een langere steeklengte. Zet de steekbreedteknop op een geschikte instelling voor het gewicht/type stof dat wordt genaaid, binnen het bereik dat op het schema rechts op de pagina staat aangegeven.
Eenstaps-knoopsgaten naaien Het naaien van knoopsgaten is een eenvoudige procedure die betrouwbare resultaten oplevert. Het is echter wel het beste als u altijd eerst een knoopsgat maakt op een proeflapje van uw stof met versteviging eronder. Een knoopsgat maken 1. Markeer de positie van het knoopsgat met kleermakerskrijt op de stof. 2. Bevestig de knoopsgatvoet en zet de steekkeuzeknop op " ". Stel de steeklengte knop op " ".
Knopen aanzetten Installeer de stopplaat. (1) Vervang de universele naaivoet door de knopenaanzetvoet. (2) Plaats het naaiwerk onder de voet. Plaats de knoop op de gewenste positie en laat de persvoet zakken. Plaats de steekkeuzeknop op " " en naai enkele hechtsteken. Selecteer één van de twee smalle zigzag patronen afhankelijk van de afstand tussen de twee gaatjes in de knoop. Draai aan het handwiel om te controleren of de naald door het rechter- en linkergat van de knoop gaat zonder de knoop te raken.
Tweeling naald - Zet de steeklengteknop op de gewenste steeklengte. - Zet de steekkeuzeknop op de rechte steek in de middelste positie. - Zet voor naaien met de tweelingnaald de extra garenpen in het gat boven op de machine. - Zorg ervoor dat de twee draden die gebruikt worden voor de tweelingnaald van dezelfde dikte zijn. Twee kleuren kan wel. - Plaats de tweelingnaald op dezelfde manier in als een enkele naald. Platte kant van de naald van u af.
De aanschuiftafel installeren Houd de aanschuiftafel horizontaal en schuif de tafel in de richting van de pijl. (1) 1 De binnenzijde van de aanschuiftafel kan worden gebruikt als opbergruimte voor accessoires. U opent de aanschuiftafel door het klepje te bewegen in de richting van de pijl.
De naaivoethouder bevestigen Breng de naaldstang (a) omhoog met de persvoetlichter. Bevestig de naaivoethouder (b) zoals afgebeeld. (1) a a Vasthechten van de persvoet Plaats de pin (d) van de persvoet (e) in de uitsparing (c) van de persvoethevel. (2) Verwijderen van de persvoet Druk de pin (d) van de persvoet naar voren om de persvoet los te maken. (3) c b d e b De rand-/quiltgeleider bevestigen Bevestig de rand-/quiltgeleider (f) in de sleuf volgens de afbeelding.
Tabel voor naald, garen en stof SELECTIE VAN NAALD/STOF/GAREN NAALD STOFFEN Lichte stoffen: dunne katoensoorten, voile, serge, zijde, mousseline, interlock, gebreide katoensoorten, tricot, 9-11 (70-80) jersey, crêpe, geweven polyester, stoffen voor hemden en bloezen. 11-14 (80-90) Middengewicht stoffen: katoen, satijn, ketelstof, canvas, dubbel gebreide stoffen, lichtgewicht wolgoed. 14 (90) Middelzware stoffen: ongekeperd katoenlinnen, zwaarder wolgoed, dikkere jersey, badstof, spijkerstof.
Stopplaat Voor bepaalde soorten werk (bijv. stoppen of borduren uit de vrije hand) moet de stopplaat worden gebruikt. Installeer de stopplaat volgens de afbeelding. Verwijder de stopplaat voor normaal naaiwerk. Voor naaien uit de vrije hand wordt aanbevolen een stop/borduurvoet te gebruiken. Deze is als optioneel accessoire ® verkrijgbaar bij SINGER -handelaars.
Een naald inzetten en vervangen Vervang de naald regelmatig, vooral als er sporen van slijtage zijn en/of indien de naald problemen veroorzaakt. D ® Wij raden u aan steeds originele SINGER naalden te gebruiken want zo krijgt u de beste naairesultaten. A Plaats een nieuwe naald zoals aangegeven: A. Draai de schroef van de naaldklem los en draai de schroef weer vast nadat u de nieuwe naald hebt ingebracht. (1) B. De platte kant van de naald moet naar achteren wijzen. C/D.
Het lampje vervangen Verwijder de stekker uit het stopcontact. Vervang het lampje door een lampje van 10 of 15 watt (110120 V of 220-240 V) van hetzelfde type. - Draai schroef (A) los zoals getoond. (1) Verwijder het voorkapje (B). Schroef het lampje los en plaats een nieuw lampje (C). (2) Plaats het voorkapje terug en schroef het vast. B A Neem in geval van problemen contact op met uw plaatselijke ® SINGER -handelaar.
Probleem oplossingen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Bovendraad breekt 1. De machine is niet correct ingeregen. 2. De draadspanning is te hoog. 3. De draad is te dik voor de naald. 4. De naald is niet correct ingezet. 5. De draad zit rond de garenpen gedraaid. 6. De naald is beschadigd. 1. Rijg de machine opnieuw in. 2. Verlaag de spanning (lager cijfer). 3. Kies een dikkere naald. 4. Zet de naald opnieuw in (platte kant naar achter). 5. Verwijder het garen en wind het op de klos. 6.
Bij het wegdoen van dit product moet u erop letten dat het op de juiste wijze wordt gerecycled volgens de nationale richtlijnen voor elektrische/elektronische producten. Gooi elektrische apparaten niet weg als ongesorteerd huishoudelijk afval, maar maak gebruik van gescheiden afvalinzameling. Neem contact op met de gemeente voor informatie over de aanwezige inzamelpunten.