Operation Manual
3
Windows 2000
Klik met de rechter muisknop het pictogram Mijn Netwerklocaties op het bureaublad,
kies Eigenschappen. Klik met de rechter muisknop de LAN-verbinding van de Sitecom
Network Adapter, kies Eigenschappen. Klik het TCP/IP protocol en kies Eigenschappen.
Op het tabblad algemeen kiest U voor ‘een IP-adres toewijzen’. Vul hier het adres in
zoals beschreven bij Windows98/ME
Windows XP
Klik Start, klik met de rechter muisknop het pictogram Mijn Netwerklocaties en kies
Eigenschappen. Klik met de rechter muisknop de LAN-verbinding van de Sitecom
Network Adapter, kies Eigenschappen. Klik het TCP/IP protocol en kies Eigenschappen.
Op het tabblad algemeen kiest U voor ‘een IP-adres toewijzen’. Vul hier het adres in
zoals beschreven bij Windows98/ME.
U kunt nu de bestands- en printerdeling configureren. Doet u dat vóórdat u de PC's
opnieuw start.
1.3 Bestands- en printerdeling
Windows 98/ME
Om bestanden en printers te delen op uw netwerk, klikt u met de rechtermuisknop op
het icoon ‘Netwerk omgeving’ op uw bureaublad, klik ‘eigenschappen’. Klik de knop
‘bestand- en printerdeling’ aan. Vink beide vakjes (bestanden delen en printers delen)
aan en klik OK. Voordat u uw computer opnieuw opstart moet u het volgende nog even
controleren.
1. Klik op de identificatietab in het Netwerk Configuratie Scherm. Bij
COMPUTERNAAM vult U voor elk van de computers een unieke naam in. Geef
eventueel een korte omschrijving van de computer. Bij WERKGROEP vult U bij
ALLE computers in het netwerk DEZELFDE naam in. Gebruikt u een NT-server, en
is dat een Domain Controller, dan moet u de naam van uw servers domain in de
werkgroepbenaming op alle computers invoeren. Op deze manier kan iedereen
gebruik maken van deze server, zorg er wel voor dat iedereen een eigen account
heeft. Sluit alles af en start de computer opnieuw op.
2. Sharing drives and folders.
Wanneer u de harde schijf wilt delen op een computer met al de andere
computers op het netwerk gaat u naar ‘Deze computer’ en klik met de
rechtermuisknop op de schijf welke u wilt delen in het netwerk, kies ‘delen’.
Wanneer u delen heeft aangeklikt, krijgt u een volgend scherm met verschillende
opties. Geef eventueel een “sharenaam”voor de schijf , als laatste een
toegangsniveau. Als u dan voor Read Only kiest, kunnen andere computers op het
netwerk deze bestanden niet veranderen of verwijderen. Kiest U hier voor
“volledig delen”, dan kunnen anderen het bestand ook veranderen of verwijderen.
3. Delen van printers:
Klik ‘start’, ‘instellingen’, ‘printers’. Klik met de rechtermuisknop op de printer
welke u wilt delen in het netwerk en kies ‘delen’. In het volgende scherm kunt u
delen aanzetten en een ‘sharenaam’ opgeven. De printer is nu gedeeld. Om de
printer op andere computers in het netwerk te kunnen gebruiken moet u de
printer daar eerst installeren. Klik ‘start’, ‘instellingen’, ‘printers’. Klik het ‘nieuwe
printer toevoegen’ icoon aan. Windows start nu de ‘Wizard Nieuwe Printer
toevoegen’. Kies voor een ‘netwerkprinter’. In het volgende scherm kunt u door
middel van ‘bladeren’ in de netwerkomgeving de juiste printer selecteren en
installeren. Herhaal deze stappen voor alle pc’s in het netwerk. De printer kan nu
vanaf elke PC in het netwerk gebruikt worden.netwerk. De printer kan nu door
elke PC van het netwerk worden gebruikt.