Operation Manual

- afstand tot de tussenstop (linksonder op het beeldscherm) - wordt alleen
weergegeven wanneer de routegeleiding en de weergave van de verwachte aan-
komsttijd bij de tussenstop actief zijn ⇒ pagina 20,
Instellingen in (NAV) navigatie-
functie
- verwachte aankomsttijd op het reisdoel of de rijtijd (rechtsonder op het beeld-
scherm)
Linksonder op het beeldscherm wordt aanvullende informatie weergegeven, bv.
de rijrichtingspijl, de maximumsnelheid, enz.
Instellingsopties
Draaien aan knop
15
- wijzigen van de schaal.
Indrukken van knop
15
- herhalen van laatste navigatiemelding.
Aantippen van beeldscherm - weergave van de functietoetsen
Extra's
en
Stoppen
⇒ pagina 24, Routegeleiding stoppen.
Extra's
- opties van kaartweergave wijzigen
2D noorden
- tweedimensionaal, van bovenaf met het noorden boven
2D rijrichting
- tweedimensionaal, van bovenaf in rijrichting
3D rijrichting
- driedimensionaal, schuin van voren ("vogelperspectief")
Overzichtskaart
- de berekende route wordt vanaf de huidige positie tot aan
het reisdoel op een overzichtskaart weergegeven (tijdens de actieve route-
geleiding)
Routelijst
- lijst met trajecten ⇒ pagina 23
, Trajecten weergeven
Ð
Dynamische routegeleiding met gebruik van TMC-
verkeersmeldingen
Voorwaarde voor een dynamische routegeleiding is de ontvangst van een TMC-
verkeersinformatiezender voor het navigatiegebied. Ontvangen TMC-verkeers-
meldingen worden in een lijst weergegeven ⇒ pagina 25, TMC-verkeersmeldin-
gen weergeven
.
Als de dynamische routegeleiding is geactiveerd, worden TMC-verkeersmeldingen
in de routeberekening betrokken.
Via TMC ontvangen verkeersopstoppingen die op de route liggen, worden op de
kaart met een gekleurd symbool weergegeven. Verkeersopstoppingen die niet op
de route liggen, worden op de kaart met een grijs symbool weergegeven. De
plaats van het TMC-symbool geeft het begin van een verkeersopstopping en de
richting aan, als beide via de TMC-verkeersmelding eenduidig zijn gedefinieerd.
Als de functie Dynamische route ⇒ pagina 20, Instellingen in (NAV) navigatiefunc-
tie geactiveerd is en het radio-navigatiesysteem voor het omzeilen van de op de
route liggende verkeersopstopping tijdwinst berekent, wordt automatisch een al-
ternatieve route berekend.
Bij het opnieuw berekenen van de route wordt een overeenkomstige navigatie-
melding uitgegeven. Dezelfde melding wordt gegeven, wanneer bij de oorspron-
kelijke routeberekening een verkeersopstopping bestond die nu opgelost is.
Let op
Het omzeilen van een file op basis van TMC-verkeersmeldingen levert niet al-
tijd tijdwinst op, de alternatieve route kan ook overbelast raken.
Als op de route liggende verkeersopstoppingen nog niet via TMC-verkeersmel-
dingen zijn geregistreerd, kunnen trajectblokkeringen ook handmatig worden in-
gegeven ⇒ pagina 23,
Trajecten blokkeren.
Ð
Trajecten weergeven
Pop-upvenster tijdens de routegeleiding
Op de toets
drukken en vervolgens op de functietoets
Route
.
In de
Routelijst
wordt de lijst met punten weergegeven (straatnamen, wegaan-
duidingen en trajecten) die nog moeten worden afgelegd.
Details
- details over het geselecteerde traject weergeven.
Ð
Trajecten blokkeren
Direct voor u liggend traject handmatig blokkeren (bv. vanwege een gemelde
verkeersopstopping)
Op de toets
drukken en vervolgens op de functietoets
Route
.
File vooruit
- door aan knop
15
te draaien markeert u vanaf de huidige positie
de lengte van het te blokkeren traject. De lengte van het actueel geblokkeer-
de traject wordt op de onderste beeldschermregel weergegeven. Bij het berei-
ken van de maximaal blokkeerbare lengte verschijnt achter de lengteweerga-
ve de tekst "
(Max)".
OK
- lengte van het geblokkeerde traject bevestigen
Om de blokkering van het voor u liggende traject op te heffen, op de toets
drukken en vervolgens op de functietoets
Route
.
Fileblokk. opheffen
- handmatige blokkering van het traject opheffen
23NAV-functie (navigatie)