Operation Manual

Spraakbediening van het radio-
navigatiesysteem
Inleidende informatie
De spraakbediening is alleen in de volgende talen beschikbaar:
Tsjechisch, Engels, Duits, Frans, Spaans, Portugees, Nederlands, Italiaans.
De spraakbediening kan met de functies RADIO, MEDIA, PHONE, MAP en NAV
worden gebruikt.
Spraakbediening (dialoog) inschakelen
Kort op de toets
drukken.
Dialoog
De lange resp. korte dialoog kan worden gekozen door op de toets
op het
apparaat te drukken en door het uitspreken van het spraakcommando "Lange
dialoog" (het systeem geeft de melding volledig weer zonder deze in te korten)
of "Korte dialoog" (het systeem kort enkele meldingen af of vervangt deze door
een akoestisch signaal (gong), hierdoor wordt de bediening versneld) of hand-
matig in de functie SETUP » pagina 12, Instellingen Spraakbediening.
Meldingen onderbreken
Door kort op de toets
op het apparaat te drukken, kan de momenteel ge-
sproken melding worden beëindigd. Hierdoor is het mogelijk een volgend
spraakcommando eerder uit te spreken.
Spraakbediening (dialoog) uitschakelen
Na het uitvoeren van het spraakcommando schakelt de spraakbediening auto-
matisch uit.
Door op een van de toetsen te drukken die zich aan de zijkant van het appa-
raatbeeldscherm bevinden of door het beeldscherm aan te raken (niet de func-
tietoets
Verbergen
in de hulpweergave).
Door uitspreken van het commando "Afbreken".
Als het systeem bij ingeschakelde dialoog geen spraakcommando ontvangt of
het spraakcommando niet herkend, antwoordt het met de vraag "Wat zegt u?"
waarna een nieuw spraakcommando kan worden gegeven. Als het systeem ook
de tweede maal geen spraakcommando ontvangt, wordt hulp aangeboden. Als
het systeem ook de derde maal geen spraakcommando ontvangt, krijgt u de
melding "Afbreken" en schakelt de spraakbediening uit.
De optimale verstaanbaarheid van de spraakcommando's is van meerdere
factoren afhankelijk:
Met een normaal volume spreken, zonder beklemtoning en zonder overdreven
lange spreekpauzes.
Een slechte uitspraak voorkomen.
Geen afkortingen gebruiken - altijd het volledige spraakcommando uitspreken.
Niet spreken wanneer het systeem een melding geeft. Zolang het systeem de
melding niet heeft beëindigd, zal het niet op een ander commando reageren.
Portieren, ruiten en het schuifdak sluiten om storende buitengeluiden te beper-
ken resp. te voorkomen.
Tijdens de dialoog andere geluiden in de wagen, bijvoorbeeld tegelijkertijd spre-
kende inzittenden, vermijden.
De microfoon voor de spraakbediening is zowel op de bestuurder als op de bijrij-
der gericht. Hierdoor kunnen zowel de bestuurder als de bijrijder het apparaat
bedienen.
Spraakcommando's
Het systeem herkent slechts 30.000 vermeldingen (dat wil zeggen dat bijvoor-
beeld in de functie NAV voor het gekozen land slechts 30.000 van de grootste
plaatsen worden herkend). Indien de gewenste plaats niet tot de 30.000 vermel-
dingen behoort, kan deze niet normaal worden uitgesproken, maar moet de
plaatsnaam worden gespeld.
Algemene informatie over de spraakbediening is beschikbaar door kort op toets
op het apparaat te drukken en het spraakcommando "Handleiding" uit te
spreken. Vervolgens hoort u een melding dat de handleiding in 7 delen is onder-
verdeeld. Indien men uitvoeriger informatie over afzonderlijke delen van de hand-
leiding wil hebben, dan bijvoorbeeld het spraakcommando "Handboek deel 2" uit-
spreken.
Algemene informatie over de bedrijfsfuncties is beschikbaar door kort op toets
op het apparaat te drukken en het spraakcommando "Help korte commando's"
uit te spreken.
Spraakcommando "Help"
De hulp kan worden opgeroepen door het uitspreken van het spraakcommando
"Help". Afhankelijk van de bedrijfsfunctie waarin u zich bevindt, biedt de hulp ver-
schillende mogelijkheden. Indien de aangeboden mogelijkheden niet voldoende
zijn, het spraakcommando "Andere opties" uitspreken.
8
Spraakbediening van het radio-navigatiesysteem