SIMPLY CLEVER Infotainment navigatiesysteem Columbus Instructieboekje
Opbouw van dit instructieboekje (toelichtingen) Dit instructieboekje is systematisch opgebouwd, om zo het vinden van de benodigde informatie te vergemakkelijken. Aan het begin van dit instructieboekje vindt u een inhoudsopgave waarin alle beschreven onderwerpen opeenvolgend zijn gerangschikt. Aan het einde van dit boekje vindt u een alfabetisch gerangschikte trefwoordenlijst.
Voorwoord U hebt gekozen voor een ŠKODA die is uitgerust met het infotainment navigatiesysteem Columbus (hierna alleen "apparaat" genoemd). Wij danken u voor uw vertrouwen. Door het nieuwe bedieningsconcept bestaat de mogelijkheid wageninstellingen uit te voeren en elektronische systemen centraal via het apparaat te bedienen. Dit instructieboekje aandachtig doorlezen omdat dit een voorwaarde vormt voor de juiste bediening van het apparaat.
Instellingen Verkeersinformatie in-/uitschakelen Digitale radio-ontvangst DAB Inhoudsopgave Inleidende informatie (vertrouwd raken met het apparaat) Inleidende informatie Wagenuitrusting Veiligheidsaanwijzingen Componentenbescherming Touchscreen Apparaatoverzicht en -bediening 4 4 4 4 4 6 Apparaatmenu's Hoofdmenu 10 10 Apparaatinstellingen Hoofdmenu Klankinstellingen Beeldscherminstellingen Tijd- en datuminstellingen Toetsenbordinstellingen Instelling van de extra toetsenbordtalen Instellingen van de e
Interieurvoorverwarming en -ventilatie Wageninstellingen Overige functies Inleidende informatie Rijmodus selecteren Climatronic instellen 66 66 71 71 71 72 Trefwoordenlijst Inhoudsopgave 3
Componentenbescherming Inleidende informatie (vertrouwd raken met het apparaat) Enkele elektronische regelapparaten zijn af fabriek met een componentenbescherming uitgerust.
Ter bescherming van het beeldscherm kan een geschikte beschermfolie voor touchscreens worden gebruikt die de werking van het touchscreen niet beïnvloedt. ■ De helderheid van het beeldscherm wordt automatisch ingesteld afhankelijk van de helderheid van de interieurverlichting. De automatische instelling kan handmatig worden aangepast » pagina 12.
Let op Apparaatoverzicht en -bediening Enkele functies kunnen ook via het multifunctiestuurwiel » Instructieboekje van de wagen, hoofdstuk Communicatie resp. via de schakelaar in de multifunctiehendel » Instructieboekje van de wagen, hoofdstuk Instrumenten en controlelampjes worden bediend. ■ Sommige informatie resp. functies worden ook op het display van het instrumentenpaneel weergegeven.
Menu/menupunt selecteren › Door een vingerbeweging over het beeldscherm in de gewenste richting. › Door het draaien aan menuknop 2 » Afbeelding 1 op pagina 6. Let op ■ ■ De volumewijziging wordt op het beeldscherm van het apparaat weergegeven. Bij een geluidsonderdrukking verschijnt op het beeldscherm het symbool . Schermweergave en apparaatbediening Afbeelding 2 Schermweergave Indien de keuze wordt gemaakt door draaien aan menuknop 2 , wordt het momenteel gekozen menu groen geaccentueerd.
■ Klank - Klankinstellingen ■ Volume - Volume-instelling ■ Bassen - Middentonen - Hogetonen Het nummer 1-99 geeft het aantal gevonden resultaten aan Als nog meer resultaten zijn gevonden, wordt in plaats van een nummer ** weergegeven. Bij minder dan 6 gevonden resultaten wordt automatisch een lijst met gevonden resultaten geopend.
Indien in de tekstregel A reeds een begrip is ingevuld, kan dit nog voor het opslaan worden aangepast. › De invoer wordt door het aantippen van de functietoets B in het apparaatgeheugen opgeslagen. › De functietoetsen < / > dienen voor het verschuiven van de cursor binnen de tekstregel. Invoerscherm met numeriek toetsenbord Afbeelding 5 Invoerscherm met numeriek toetsenbord Het invoerscherm met toetsenbord wordt gebruikt voor de nummerinvoer » Afbeelding 5.
Apparaatmenu's Hoofdmenu Afbeelding 6 Apparaatmenu's Hoofdmenu Houd uw aandacht altijd bij de veiligheidsaanwijzingen » pagina 4. Alle oproepen en bevestigingen uitvoeren zoals in het begin van dit instructieboekje beschreven » pagina 6. Hoofdmenu oproepen MENU drukken.
Software: - Softwareversie Navigatiedatabase: - Versie van de navigatiegegevens Copyright Info - Informatie over gebruikte licenties en auteursrechten (wordt alleen in het Engels weergegeven) ■ ■ Apparaatinstellingen ■ Hoofdmenu Afbeelding 7 Apparaatinstellingen: Hoofdmenu Klankinstellingen Houd uw aandacht altijd bij de veiligheidsaanwijzingen » pagina 4. Alle oproepen en bevestigingen uitvoeren zoals in het begin van dit instructieboekje beschreven » pagina 6.
■ Bluetooth-audio - Instelling van het volume van het aangesloten Bluetooth®-ap- ■ Laag - Gering volume ■ Middel - Gemiddeld volume ■ Hoog - Hoog volume ■ Audiovolume lager: - Instelling van ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ de verlaging van het audiovolume bij actieve parkeerhulp ■ Uit - Uitgeschakeld ■ Laag - Zwakke verlaging ■ Middel - Gemiddelde verlaging ■ Hoog - Sterke verlaging Bassen - Middentonen - Hogetonen - Instelling van lage tonen, middentonen en hoge tonen Balance - Fader - Instelling van het geluidszwaart
Instellingen van de spraakbediening Instelling van de extra toetsenbordtalen › Op de toets Menu → → Extra toetsenbordtalen › Op de toets drukken. Door op » pagina 8 te drukken in het invoerscherm met toetsenbord kunnen de tekens voor de in dit menu gekozen talen worden geselecteerd. Menu → → Spraakbediening drukken.
■ Bluetooth - In-/uitschakelen van de Bluetooth®- functie ■ Zichtbaarheid: - In-/uitschakelen van de zichtbaarheid van ■ ■ ■ ■ 1) de Bluetooth®-unit voor andere apparaten ■ Zichtbaar - Continu inschakelen van de zichtbaarheid ■ Verborgen - Uitschakelen van de zichtbaarheid ■ Bij starten - Inschakelen van de zichtbaarheid gedurende 5 minuten na het inschakelen van het contact of tot een rijsnelheid van 5 km/h wordt overschreden Naam: - Openen van het invoerscherm met toetsenbord - Wijzigen van de naam va
Spraakbediening van het apparaat De spraakcommando's alleen uitspreken als op het beeldscherm van het apparaat resp. op het informatiedisplay het symbool wordt weergegeven. Inleidende informatie De spraakbediening kan alleen in de telefoon- of navigatiefunctie worden gebruikt. Instellingen van de spraakbediening » pagina 13. De periode waarin het systeem gereed is om spraakcommando's te ontvangen en uit te voeren, wordt aangeduid als dialoog.
Spraakcommando-invoer weer inschakelen De procedure voor de spraakcommando-invoer kan op een van de volgende manieren weer worden ingeschakeld: › Door de functietoets te bedienen. › Door op de toets VOICE op het apparaat te drukken. › Door op de toets op het multifunctiestuurwiel te drukken. Spraakcommando niet herkend Als een spraakcommando niet wordt herkend, antwoordt het systeem met "Wat zegt u?" en kan een nieuw spraakcommando worden gegeven.
Symbolen op het beeldscherm Symbool Entertainment Radio Geluid is onderdrukt Zender met verkeersinformatie Hoofdmenu Afbeelding 9 Radio Hoofdmenu Betekenis Zender zonder verkeersinformatie Radiozender uit de zenderlijst is een radiozender uit de geheugenlijst Geselecteerde radiozender RDS-functie is uitgeschakeld Informatiedisplay Het menu voor de audiofunctie wordt geopend door op het menupunt Audio te drukken vanuit het hoofdmenu in het informatiedisplay van het i
Zenderzoeksysteem › Op de toets RADIO → ■ Klank - Klankinstellingen » pagina 11, Klankinstellingen ■ Scan - Weergave van alle te ontvangen zenders in het actuele drukken. Radiozender in de geheugenlijst opslaan › De gewenste radiozender instellen. › De betreffende functietoets B » Afbeelding 9 op pagina 17 zolang ingedrukt houden tot een akoestisch signaal klinkt ■ of › langer in de zenderlijst op de gewenste zender drukken (er wordt een lijst van ■ ■ functietoetsen B weergegeven).
AF (Alternatieve frequentie) De AF-functie zorgt ervoor, dat automatisch de best te ontvangen frequentie van de gekozen zender wordt ingesteld. Digitale radio-ontvangst DAB Hoofdmenu DAB (Digital Audio Broadcasting) DAB is de digitale overdracht van radioprogramma's, waarbij gebruik wordt gemaakt van de transmissiestandaard DAB, DAB+ of DMB. Met DAB kunnen meerdere zenders in een zogenaamd ensemble op één frequentie worden uitgezonden.
Let op Zenderinformatie In gebieden zonder DAB-ondersteuning wordt in de DAB-radiofunctie het symbool weergegeven. Afbeelding 11 Zenderinformatie Bediening Zenderzoeksysteem RADIO → › Op de toets drukken. Radiozender in de geheugenlijst opslaan › De gewenste radiozender instellen of langer op de gewenste zender in de zenderlijst drukken → de betreffende functietoets B » Afbeelding 10 op pagina 19 ingedrukt houden tot een akoestisch signaal te horen is.
DAB-programmavolgsysteem Als een DAB-zender deel uitmaakt van meerdere ensembles, wordt bij een slechte signaalontvangst de zender in een ander ensemble gezocht. Automatische omschakeling DAB - FM Bij slechte DAB-ontvangst probeert het apparaat voor de beluisterde DAB-zender een corresponderende FM-zender te vinden. Voorwaarde voor een automatische omschakeling is dat de DAB- en de FM-zender dezelfde zendercode uitzenden.
■ Verkeersinformatie (TP) - In-/uitschakelen van de verkeersinformatie-ontvangst ■ Extern AUX-apparaat - Activering/deactivering van de ingang van de externe audi- Media obron aux Inleiding Houd uw aandacht altijd bij de veiligheidsaanwijzingen » pagina 4. Alle oproepen en bevestigingen uitvoeren zoals in het begin van dit instructieboekje beschreven » pagina 6. Bediening Bediening Het apparaat biedt de mogelijkheid audio- resp.
Beschrijving van de functietoetsen voor de bediening van de audiobron Toets Handeling Functie Drukken / a) b) c) Weergave/Pauze: De weergave wordt op de actuele plaats gestopt en het symbool verandert in - door opnieuw aantippen wordt de weergave op deze plaats voortgezet.
Bronnen Bron selecteren Inleidende informatie Afbeelding 14 Bron selecteren Informatie over de inbouwplaatsen van de externe bronnen » Instructieboekje van de wagen, hoofdstuk Communicatie. Weergavevolume van de bron aanpassen Het weergavevolume van de bron kan door het draaien van de instelknop den gewijzigd. wor- Afhankelijk van de aangesloten bron kan het uitgangsvolume van deze bron worden gewijzigd.
Ondersteunden bronnen en bestandsformaten Audiobestanden Ondersteunde bronnen Videobestanden Sd-geheugenkaart:: SD, SDHC, SDXC Cd/dvd-speler: Audio-CD (tot 80 min), CD-ROM met een capaciteit van max.
Voorwaarden en beperkingen: › Bij de audiobestanden wordt gedurende de weergave automatisch ook opgeslagen extra informatie (bijvoorbeeld artiest, titel, album-cover) weergegeven. › Het apparaat is met de meeste op de markt verkrijgbare producten en media getest. Het kan desondanks voorkomen dat enkele apparaten, media of bestanden onleesbaar of niet afspeelbaar zijn. › Audio- resp.
Op de toets drukken. Ok Let op Bestanden wissen De functie is beschikbaar als audio- resp. videobestanden in de jukebox aanwezig zijn. Op de toets MEDIA → → Jukebox beheren → Wissen drukken. Er wordt een menu met beschikbare media weergegeven. De gewenste van de beschikbare media selecteren. De map B resp. bestanden C selecteren. Op de toets drukken. Op de toets Wissen drukken. Er verschijnt de melding Op de toets Ok Bestanden zijn gewist. . drukken.
VOORZICHTIG Cd/dvd Afbeelding 16 Cd/dvd-opening De cd/dvd-opening bevindt zich in het opbergvak aan bijrijderszijde. Cd/dvd aanbrengen/verwijderen › Een cd/dvd met de bedrukte zijde naar boven zo ver in de opening schuiven tot deze automatisch naar binnen wordt getrokken. De weergave start automatisch. › Op de toets drukken - de cd/dvd wordt uitgeschoven. Indien het verwijderde medium niet binnen 10 seconden wordt verwijderd, wordt deze om veiligheidsredenen weer naar binnen getrokken.
De wettelijke bepalingen ten aanzien van het auteursrecht in uw land in acht nemen. ■ De cd/dvd-speler bevat geen componenten die onderhoud behoeven of die u kunt repareren. In geval van een defecte cd/dvd-speler moet een ŠKODA specialist worden opgezocht. Door de verschillende kwaliteitseisen van de fabrikanten van de kaarten is het niet mogelijk de weergave van sd-geheugenkaarten onder alle omstandigheden te garanderen. Sommige resp.
■ AV-standaard: 1) - Instelling van de tv-norm ■ Automatisch - Automatische keuze van de norm ■ PAL - Selectie van de norm voor de coderingsstandaard Er kunnen alleen usb-apparaten met de specificatie 1.x en 2.x of hoger en met ondersteuning van USB 2.x (de snelheid van de gegevensoverdracht komt dan overeen met maximaal de snelheid USB 2.x) worden aangesloten. Er worden usb-apparaten tot een snelheidsklasse van 480 MBit/s ondersteund.
VOORZICHTIG Ddv-video Hoofdmenu Afbeelding 18 Dvd-video: Hoofdmenu ■ Om veiligheidsredenen wordt de videoweergave bij snelheden boven 5 km/h uitgeschakeld en de volgende melding weergegeven: De wagen beweegt. Voor uw veiligheid is de weergave uitgeschakeld. De geluidsweergave wordt voortgezet. ■ De regiocode van de speler is overeenkomstig de bestemmingsplaats op de markt ingesteld. Indien de volgende melding wordt weergegeven: De regiocode van de dvd komt niet overeen met de regiocode van het apparaat.
Toets a) Handeling ■ 4:3 - Beeldformaat 4:3 ■ 14:9 - Beeldformaat 14:9 ■ 47:20 - Beeldformaat 47:20 ■ Audiokanaal: - Selecteren van het audiokanaal uit het weergegeven menu ■ Ondertiteling: - Selecteren van de ondertiteling uit het weergegeven menu ■ Geen selectie - Zonder ondertiteling ■ Selecteren van de ondertiteling uit het menu van dvd-video Functie Kort drukken (na 3 seconden van- Weergave van de actuele video af de start van de videoweerga- vanaf het begin ve) Lang drukkena) Kort drukk
Bediening Afbeeldingen Beeldweergave bedienen Hoofdmenu Afbeelding 20 Afbeeldingen: Hoofdmenu Houd uw aandacht altijd bij de veiligheidsaanwijzingen » pagina 4. Alle oproepen en bevestigingen uitvoeren zoals in het begin van dit instructieboekje beschreven » pagina 6. Hoofdmenu oproepen › Op de toets MENU → drukken. Beeldbeschrijving A Selecteren van de afbeeldingenbron Selectie van het bestand resp.
■ Weergavetijd - Instelling van de beeldweergavetijd in de diashow ■ 5s ■ 10 s ■ 15 s ■ 30 s ■ Diashow herhalen - In-/uitschakelen van de diashow-herhaling, d.w.z.
Mogelijke foutmeldingen Telefoon Melding Telefoon Inleidende informatie Het menu telefoon is alleen beschikbaar als het contact en de Bluetooth®-functie ingeschakeld zijn. Om een mobiele telefoon met de handsfreeset te kunnen verbinden, moeten de beide apparaten met elkaar worden gekoppeld » pagina 36. Na het inschakelen van het apparaat begint de verbindingsopbouw1) met de laatst verbonden mobiele telefoon2). Meer informatie » pagina 36. Het contact inschakelen. Bluetooth inschakelen, alstublieft.
Mobiele telefoon met de handsfreeset verbinden Mogelijke symbolen in de lijst met gevonden resp. gekoppelde apparaten Symbool Betekenis Inleidende informatie De handsfreeset wordt in het de verbinden Bluetooth®-apparaat als SKODA_BT_wxyz weergegeven. Op de plaats wxyz worden de laatste vier symbolen van de VIN-code van de wagen weergegeven. De naam van de handsfreeset kan worden gewijzigd » pagina 13. Voorwaarden voor een correcte koppeling › Het contact is ingeschakeld.
Na afloop van het zoeken verschijnt op het beeldscherm de melding Apparaten zoeken afgesloten. › Binnen 30 seconden de identieke pincode op het beeldscherm van het apparaat › Na afloop of ook tijdens het zoeken op of Resultaten bevestigen drukken. › binnen 30 seconden de op het beeldscherm van het apparaat en op de mobiele Er wordt een lijst met gevonden Bluetooth®-apparaten weergegeven (wordt de toets Resultaten niet ingedrukt, verschijnt de lijst automatisch na 25 seconden).
Het invoerscherm functioneert tegelijkertijd als een alfanumeriek toetsenbord voor het zoeken van contacten in het telefoonboek. Het telefoonboek wordt geopend. › Op het gewenste telefooncontact of eventueel een van de contactnummers Indien bijvoorbeeld de cijfers 32 worden ingevoerd, worden contacten met de letterreeks DA, FA, EB en Ä weergegeven. drukken. De wijziging kan ook in de instellingen van de telefoonfunctie worden uitgevoerd » pagina 39.
› › De update kan met een functie in de instellingen voor de telefoonfunctie handmatig worden gestart » pagina 39. B Contact zoeken Door op Zoeken te drukken, wordt het invoerscherm met toetsenbord voor het zoeken in het telefoonboek geopend » pagina 8. C Contact selecteren Door op de functietoets voor het gewenste contact te drukken, wordt het telefoonnummer gebeld. D Oproeplijsten Afbeelding 23 Oproeplijsten › Op de toets PHONE → drukken. Er wordt een oproeplijst weergegeven » Afbeelding 23.
- Start van de update van het telefoonboek, informatie over het aantal geïmporteerde contacten en in de telefoon opgeslagen contacten ■ Andere gebruikersprofielen wissen - Wissen van andere gebruikersprofielen (contacten, instelling van de indeling van telefoongesprekken, oproeplijsten, aan toetsen voor verkort kiezen toegewezen contacten) Oproepen doorschakelen - Indeling van de telefoongesprekken in de oproeplijst, met de nieuwste resp.
Afhankelijk van het type mobiele telefoon kunnen de volgende functies worden uitgevoerd: ■ Deelnemer - Deelnemerdetails weergeven ■ - Gesprek met een deelnemer buiten de conferentie om ■ - Gesprek met een conferentiedeelnemer beëindigen Informatiedisplay Multifunctiestuurwiel Kartelwiel 1 Handeling Kort drukken Functie Geluidsonderdrukking (MUTE) Naar boven draaiVolume verhogen en Naar beneden draaien Volume verlagen Toets 2 Handeling Kort drukken Functie Spraakbediening inschakelen, akoestisch
Symbool Telefoongesprek op het informatiedisplay Contextafhankelijk kunnen op het informatiedispay de volgende functies worden uitgevoerd. a) Binnenkomende oproep ■ ■ ■ Beantwrdn - Gesprek aannemen Afwijzen - Gesprek afwijzen Negeren - Beltoon onderdrukken ■ ■ ■ ■ Beëind. - Oproep beëindigen ■ ■ Beëind. - Gesprek beëindigen In wacht - Oproep in wacht Beantwrdn - Naar de oproep in de wacht terugkeren Micr. uit - Microfoon uitschakelen Micr. aan - Microfoon inschakelen Wisselges.
Navigatie Navigatie Voorwoord bij de navigatie Voorwoord Houd uw aandacht altijd bij de veiligheidsaanwijzingen » pagina 4. Alle oproepen en bevestigingen uitvoeren zoals in het begin van dit instructieboekje beschreven » pagina 6. Het apparaat maakt voor het navigeren gebruik van het GPS-satellietensysteem (Global Positioning System). Met behulp van het satellietsignaal wordt de actuele positie van de wagen bepaald.
› Favorieten aan resp. Favorieten uit - Weergeven of niet weergeven van favor- Bediening ietsymbolen op de kaart › dynamische Navigatie aan resp. dynamische Navigatie uit - In- resp. uitschakelen van het navigeren met behulp van TMC-verkeersmeldingen Spraakbediening › Navigatiemeldingen activeren resp. Navigatiemeldingen deactiveren - In- resp. uitschakelen van de navigatiemeldingen voor de manoeuvre Beschrijving van de spraakbediening » pagina 15.
Hoofdmenu Afbeelding 25 Hoofdmenu navigatiefunctie › Op NAV drukken. Het laatste geopende menu in de navigatiefunctie wordt geopend. Indien een ander menu dan het hoofdmenu » Afbeelding 26 op pagina 48 wordt geopend, kan het hoofdmenu door het opnieuw drukken op NAV worden geopend. Functietoetsen van navigatiefunctie: Toets Betekenis Nieuw reisdoel ingeven » pagina 53 resp.
■ Navigatie-instellingen Hoofdmenu Houd uw aandacht altijd bij de veiligheidsaanwijzingen » pagina 4. Alle oproepen en bevestigingen uitvoeren zoals in het begin van dit instructieboekje beschreven » pagina 6. ■ ■ ■ Hoofdmenu oproepen › In het hoofdmenu van de navigatiefunctie op drukken.
■ Favorieten weergeven - In-/uitschakelen van de weergave van favorieten ■ Rijbaanadvies - In-/uitschakelen van de weergave van het venster met het rij- baanadvies bij gecompliceerde kruisingen » pagina 61 ■ Tijdweergave - Keuze van de weer te geven tijd in de statusregel ■ Aankomsttijd - Weergave van de verwachte aankomsttijd op het reisdoel ■ Rijtijd - Weergave van de verwachte rijtijd tot het reisdoel ■ Statusregel - Weergave van informatie over het gekozen reisdoel in de statusre- gel Tankopties
■ Historie plaatsen - Wissen van de lijst met de historie van de ingevoerde plaat- sen ■ Thuisadres - Wissen van het ■ Vlaggetjesreisdoelen - Wissen ingestelde thuisadres van het vlaggetjesreisdoel Kaartweergave Inleidende informatie Afbeelding 26 Kaartweergave: Hoofdmenu De volgende punten worden weergegeven: › - 2D - Momentele wagenpositie in de 2D-kaartweergave › - 3D - Momentele wagenpositie in de 3D-kaartweergave › - 3D-kaartweergave met ruimtelijke weergave van gebouwen (topografische ka
› › › Beschrijving van de aanpassings- resp. wisprocedure van het thuisadres » pagina 47. - Weergave van de grootte van de handmatig ingestelde kaartschaal - Weergave van de grootte van de automatische kaartschaal - In-/uitschakelen van de autozoom gedurende de routgeleiding. De ingeschakelde autozoom wordt door een groen symbool weergegeven.
Audio Kompas Afbeelding 27 Splitscreen: Audio Afbeelding 28 Splitscreen: Kompas In het splitscreen Audio kan de weergave van de momenteel geselecteerde audiobron worden bediend » pagina 17. Functietoets Handeling / Drukken Andere zender kiezen Drukken Weergave/Pauze: De weergave wordt op de actuele plaats gestopt en het symbool verandert in - door opnieuw aantippen wordt de weergave op deze plaats voortgezet.
› Afstand en tijd tot de plaats met de volgende navigatie-aanwijzing inclusief nu- GPS merieke informatie over de resterende afstand. › Er wordt informatie over de volgende bijzondere reisdoelen (bijvoorbeeld tankstations, parkeerplaatsen) weergegeven. Afbeelding 31 Splitscreen: GPS Verkeerstekens Afbeelding 30 Splitscreen: Verkeerstekens In het splitscreen GPS (Global Positioning System) wordt informatie over de momentele geografische wagenpositie weergegeven.
Opties voor de kaartweergave - Wijzing van de kaartoriëntatie - het noorden is naar de bovenzijde van het beeldscherm gericht en de pijl C » Afbeelding 26 op pagina 48 wijst in rijrichting resp. de kaart draait en de rijrichtingspijl C wijst naar de bovenzijde van het beeldscherm. De functie is alleen in de 2D-kaartweergave beschikbaar. In de 3D-kaartweergave wijst de rijrichtingspijl C steeds naar de bovenzijde van het beeldscherm.
Adres Navigatie Afbeelding 34 Reisdoelinvoer via het adres Nieuw reisdoel invoeren Mogelijkheden voor de reisdoelinvoer Afbeelding 33 Mogelijkheden voor de reisdoelinvoer › In het hoofdmenu van de navigatiefunctie op → drukken → Opties → Reisdoel/tussenstop → Opties Meer bijz. reisdoelen → Opties Adres of › in het hoofdmenu van de navigatiefunctie op → → → Opties → Reisdoel/tussenstop → Opties Meer bijz.
› in het hoofdmenu van de navigatiefunctie op Bij het invoeren van de straat bestaat de mogelijkheid in plaats van een straatnaam het centrum van de ingevoerde plaats te selecteren door het aantippen van Centrum . Dan is het niet meer nodig een huisnummer of een kruising in te voeren. → › in het hoofdmenu van de navigatiefunctie op → Zoekgebied Afbeelding 35 Reisdoelinvoer via de kaart › In het hoofdmenu van de navigatiefunctie op 54 Navigatie Opties → Meer bijz.
Door de bevestiging van een reisdoel wordt contextafhankelijk de routegeleiding gestart of worden reisdoeldetails weergegeven » pagina 62. Invoer van de opgeslagen reisdoelen Mijn reisdoelen Thuisadres › In het hoofdmenu van de navigatiefunctie op Afbeelding 36 Menu Mijn reisdoelen → Thuisadres drukken. Indien het thuisadres niet is ingevoerd, moet deze worden ingevoerd » pagina 49.
Bijzondere reisdoelen Zoekgebied voor bijzondere reisdoelen Invoer van een nieuw bijzonder reisdoel Afbeelding 38 Zoekgebied voor bijzondere reisdoelen Afbeelding 37 Hoofdmenu Eerst dient een zoekgebied voor het bijzondere reisdoel te worden geselecteerd. › In het hoofdmenu voor de invoer van een nieuw bijzonder reisdoel op › In het hoofdmenu van de navigatiefunctie op → Opties → Bijz. reisd. Contextafhankelijk kunnen de volgende zoekopties 2 worden weergegeven.
Het menu met gevonden reisdoelen wordt na afloop van het zoeken weergeven. Het menu is ingedeeld op afstand tot het ingevoerde zoekgebied en bevat maximaal. 200 gevonden vermeldingen.
Zoeken in omgeving van het ingevoerde adres of van het op de kaart ingevoerde punt Categorie bijzondere reisdoelen In het kaartscherm kunnen symbolen verschijnen voor de omschrijving van het reisdoeltype.
Overige op de kaart weergegeven reisdoelen Bedrijven en publieke instellingen Functietoets Betekenis Banken Godshuizen Begraafplaatsen Post Onderwijsinstellingen Functietoets Betekenis Wijkcentra Bedrijven Congrescentra Regering en bestuur Ambassades Betekenis Apotheken Ziekenhuizen Functietoets Betekenis Medische diensten Politie Betekenis Functietoets Autostadt Casino's Musea Parken Sportvliegvelden Thuisadres Reisdoel Stadscentrum
Bij uitgeschakelde optie voor alternatieve routes wordt de route berekend en de routegeleiding overeenkomstig de voorkeursroute gestart » pagina 46. Navigatiemeldingen De navigatiemeldingen worden gestart, zodra de routeberekening is beëindigd resp. een routetype is geselecteerd. Het is niet noodzakelijk de berekening van alle routetypes af te wachten. De mogelijkheid bestaat een reeds berekende route te selecteren, voordat de berekening van de overige routes is afgerond.
De in de route-informatie weergegeven symbolen Symbool a) Betekenis Aankomsttijd op het reisdoel resp. op de tussenstopa) Resterende afstand tot het reisdoel resp. tot de tussenstopa) Resterende afstand tot het reisdoel resp. tot de tussenstop Indien de aankomsttijd resp. resterende rijtijd langer is dan 24 uur wordt binnen het symbool weer gegeven.
■ Bewerken - Bewerken van het opgeslagen reisdoel ■ Favoriet - Toevoegen resp.
E Mijn ritten Nieuwe rit Stoppen van de routegeleiding Wissen van de tussenstop Start van de directe routegeleiding Openen van de reisdoeldetails » pagina 62 Tussenstop met doorlopend nummer Reisdoel Aankomsttijd op het reisdoel resp. op de tussenstop Resterende afstand tot het reisdoel resp. tot de tussenstop Door het aantippen van de naam van het reisdoel resp. de tussenstop wordt een menu voor de bewerking van het reisdoel (, , ) weergegeven.
Indien de routegeleiding wordt voortgezet ondanks een verkeersbelemmering heeft het apparaat de situatie mogelijkerwijs zo geanalyseerd dat de alternatieve route meer tijd kost dan de oorspronkelijke route ondanks de verkeersbelemmering. Verkeersinformatie (TRAFFIC) Traffic (TMC) Dynamische route ingeschakeld Via TMC ontvangen verkeersbelemmeringen die op de route liggen worden op de kaart door een gekleurd symbool (bijvoorbeeld , , enzovoort) weergegeven samen met het traject.
Wagengegevens Wagensystemen instellen Wagensystemen instellen Hoofdmenu Houd uw aandacht altijd bij de veiligheidsaanwijzingen » pagina 4. Alle oproepen en bevestigingen uitvoeren zoals in het begin van dit instructieboekje beschreven » pagina 6. De functies voor het instellen van de wagensystemen kunnen alleen bij ingeschakeld contact worden gebruikt. Afbeelding 44 Rijgegevens / Wagentoestand › Op de toets Hoofdmenu oproepen › Op de toets CAR drukken.
- Weergave van maximaal drie verbruikers die het grootste aandeel hebben in het brandstofverbruik en weergave van de verbruikte brandstofhoeveelheid voor het gebruik van alle comfortverbruikers » Instructieboekje van de wagen, hoofdstuk Rijden en milieu Wagenstatus - Weergave van informatie over de wagentoestand » Afbeelding 44 of de bandenspanningsbewaking ■ Wagenstatus - Weergave van informatie over de wagentoestand ■ / - Geen melding / Waarschuwingsmeldingen over de wagentoestand, het aantal meldingen
■ Parkeren en manoeuvreren - Instellingen voor parkeren en manoeuvreren » pagina ■ 68 ■ Licht - Lichtinstellingen » pagina 68 ■ Spiegels en wissers - Spiegel- en ruitenwisserinstellingen » pagina 69 ■ Openen en sluiten - Instelling van het openen en sluiten voor ruiten en ■ ■ ■ ■ ■ ■ portieren » pagina 69 Stoelen - Stoelinstellingen » pagina 69 Multifunctie-indicatie - In-/uitschakelen van de weergave van de informatie van de multifunctie-indicatie » pagina 69 Tijd en datum - Tijd- en datuminstellingen
■ Middel - Gemiddelde volumeverlaging ■ Hoog - Sterke volumeverlaging Parkeren en manoeuvreren Let op De verkleinde weergave van de parkeerhulp wordt ook automatisch weergeven bij bijvoorbeeld stop-and-go verkeer in de file als de afstand tot het obstakel gevaarlijk klein wordt. ■ De verkleinde weergave van de parkeerhulp kan naar een volledige weergave worden omgeschakeld als het beeldscherm bij de weergave wordt aangetipt.
■ Spiegels en wissers › Op de toets ■ ■ → drukken. Spiegels en wissers Spiegels - Instelling van de spiegels ■ Synchroon verstellen - Activering/deactivering van het synchroon verstellen van de buitenspiegels ■ Laten zakken bij achteruitrijden - Activering/deactivering van het laten zakken van de buitenspiegel aan bijrijderszijde ■ Inklappen na het parkeren - Activering/deactivering van het inklappen van de spiegels via de radiografische afstandsbediening resp.
■ ■ ■ Chassisnummer: - Weergave van het chassisnummer Inspectie: - Aantal km/dagen tot de volgende service Kleine Onderhoud Service: - Aantal km/dagen tot de volgende Kleine Onderhoud Service Op fabrieksinstellingen terugzetten › Op de toets → Fabrieksinstellingen drukken.
Overige functies Inleidende informatie Houd uw aandacht altijd bij de veiligheidsaanwijzingen » pagina 4. Alle oproepen en bevestigingen uitvoeren zoals in het begin van dit instructieboekje beschreven » pagina 6. De volgende functies kunnen alleen bij ingeschakeld contact worden gebruikt.
Let op Climatronic instellen Indien het apparaat in het menu Climatronic meer dan circa 10 seconden niet wordt bediend en als het apparaat voor het oproepen van het menu Climatronic niet ingeschakeld was, wordt het apparaat uitgeschakeld. ■ Indien de automatische modus van de Climatronic wordt uitgeschakeld door het aanjagertoerental te verhogen resp. te verlagen, wordt de gekleurde weergave van de luchtstroom uit de luchtroosters niet weergegeven.
Telefoon met de handsfreeset verbinden Zichtbaarheid Bluetooth-Audio Bluetooth-speler Bron selecteren Trefwoordenlijst A Adres Afbeeldingen Bediening Bron selecteren Hoofdmenu Weergave AM Apparaatbediening Apparaatoverzicht Audio Informatiedisplay Media Radio Aux 53 17, 33 33 33 33 33 17 7 6 17 17 22 17 29 B Bediening Afbeeldingen 33 Media 22 Bedieningshendel voor multifunctieschakelaar 44 Beeldbron selecteren 33 Beeldscherm 4, 12 33 Beeldweergave instellen Bestandsformaten 25 Bijzonder reisdoel 56 Categ
Informatieweergave Manoeuvre Navigatie-aanwijzing In kaart Inschakelen van het apparaat Instellingen Apparaat Beeldscherm Bluetooth Eenheden Extra toetsenbordtalen Favorieten beheren Gebruikersprofiel Kaartweergave Klank Navigatie Op fabrieksinstellingen terugzetten Rijmodus Spraakbediening Taal Telefoon Tijd en datum Toetsenbord Volume Interieurvoorverwarming en -ventilatie Invoer in de kaart Invoer reisdoel Thuisadres Invoerscherm Taalteken Invoerscherm met toetsenbord Opslaan Zoeken iPod (iPad, iPhone)
Reisdoelinvoer Adres Bijzonder reisdoel Eigen reisdoel Kaart Mogelijkheden Thuisadres Uit de lijst Rijbaanadvies Rijmodus Rijmodus selecteren Rit bewerken Ritgeheugen Route Route-info Routeberekening Routegeleiding Routeopties 53 53 56 55 54 53 55 55 61 71 71 63 63 60 60 59 59 46 S Schermweergave Sd-kaart Splitscreen Audio Geografische coördinaten GPS In-/uitschakelen Kaart Kompas Manoeuvre Menu's Navigatie-aanwijzing Verkeerstekens Spraakbediening Bediening Inschakelen/uitschakelen Instellingen Navigatie
ŠKODA AUTO a.s. werkt continu aan de doorontwikkeling van de infotainment radio's en navigatiesystemen. Wij vragen u om begrip, dat om deze reden wijzigingen van de leveringsomvang in de vorm, uitvoering en techniek mogelijk zijn. De informatie over uiterlijk, afmetingen en functies van de infotainment radio's en navigatiesystemen komt overeen met de informatie die ten tijd van de redactiesluiting beschikbaar was.
www.skoda-auto.com Columbus Infotainment holandsky 11.2012 S00.5614.05.