Operation Manual
Wagensystemen instellen
Wagensystemen instellen
Hoofdmenu
Houd uw aandacht altijd bij de veiligheidsaanwijzingen » pagina 4.
Alle oproepen en bevestigingen uitvoeren zoals in het begin van dit instructie-
boekje beschreven » pagina 6.
De functies voor het instellen van de wagensystemen kunnen alleen bij ingescha-
keld contact worden gebruikt.
Hoofdmenu oproepen
›
Op de toets
CAR
drukken.
- Weergave van de wagengegevens » pagina 65
/
- Mogelijkheid de afgespeelde titel resp. radiozender te wijzigen
- Instelling van de interieurvoorverwarming en -ventilatie » pagina 66
- Wageninstellingen » pagina 66
Let op
■
De afzonderlijke systemen worden in het » Instructieboekje van de wagen be-
schreven.
■
Indien de functies van enkele systemen worden uitgeschakeld, worden na het
uit- en weer inschakelen van het contact enkele functies, bijvoorbeeld onderde-
len van het ESC-systeem, om veiligheidsredenen automatisch weer ingeschakeld.
■
Na het indrukken van de toets
CAR
wordt het laatst weergegeven menu uit
weergegeven.
Wagengegevens
Afbeelding 44 Rijgegevens / Wagentoestand
›
Op de toets
CAR
→
drukken.
Beeldbeschrijving
Rijafstand
Rijtijd
Gemiddelde snelheid
Gemiddeld brandstofverbruik
Actieradius
Weergave actieradius (indien de actieradius minder dan 300 km bedraagt,
beweegt de wagen langzaam in de richting van het symbool:
)
Wagenweergave (gekleurd weergegeven wagengedeelten duiden op waar-
schuwingsmeldingen met betrekking tot deze wagengedeelten, nadat op de
wagen is gedrukt worden waarschuwingsteksten weergegeven)
■
Rijgegevens
- Weergave van de rijgegevens » Afbeelding 44
Op het beeldscherm kan een van de drie rijgegevensgeheugens worden weerge-
geven:
■
Sinds start - Ritgeheugen
■
Lange tijd - Reisgeheugen
■
Sinds tanken - Geheugen na het tanken
Tussen de afzonderlijke rijgegevensgeheugens kan met
/
worden gewisseld.
A
B
C
D
E
F
G
65
Wagensystemen instellen