Operation Manual
Automatische systeemactivering bij vooruitrijden
Afb. 120
Infotainmentdisplay: Weergave
bij automatische activering
Lees en bekijk eerst en op bladzijde 101.
De automatische systeemactivering gebeurt tijdens het vooruitrijden met een
snelheid tot 10 km/h, als de wagen een obstakel nadert.
Na activering wordt in het linkergedeelte van het infotainmentdisplay het vol-
gende weergegeven » afb. 120.
Akoestische signalen worden vanaf een afstand van circa 50 cm tot het obsta-
kel gegeven.
De automatische weergave kan in het infotainment worden geactiveerd of ge-
deactiveerd » Instructieboekje infotainment.
Achteruitrijcamera
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Werking
105
Oriënteringslijnen en functietoetsen
105
De achteruitrijcamera (hierna alleen nog systeem genoemd) ondersteunt de
bestuurder bij het inparkeren en manoeuvreren door op het infotainment-
beeldscherm (hierna alleen nog beeldscherm genoemd) het gebied achter de
wagen te tonen.
ATTENTIE
■
De algemene aanwijzingen m.b.t. het gebruik van de hulpsystemen die-
nen in acht te worden genomen » pag. 99, in alinea Inleiding voor het
onderwerp.
■
Let erop dat de cameralens niet vuil is of afgedekt wordt, anders kan de
systeemfunctie aanzienlijk beperkt zijn - gevaar voor ongevallen. Informa-
tie over het schoonmaken » pag. 127, Wagen aan de buitenzijde verzor-
gen.
VOORZICHTIG
■
Het camerabeeld is in vergelijking met het echte zicht vervormd. Daarom is
de displayweergave maar beperkt geschikt om de afstand tot achterliggers in
te schatten.
■
Sommige obstakels (bv. smalle palen, gaashekwerk, roosters of oneffenhe-
den in het wegdek), kunnen als gevolg van de beeldschermresolutie mogelijk
onvoldoende goed worden weergegeven.
■
Bij een aanrijding resp. schade aan de achterzijde van de wagen kan de ca-
mera eventueel uit de juiste stand worden gebracht. In dit geval moet het sys-
teem door een specialist worden gecontroleerd.
Let op
De camera moet met een reinigingssysteem zijn uitgerust » pag. 62. Het be-
sproeien volgt automatisch samen met het besproeien van de achterruit.
104
Rijden