Operation Manual
Bij wagens met automatische versnellingsbak staat de keuzehendel in
stand D/S of in de tiptronic-stand.
De actuele snelheid is hoger dan 20 km/h.
Dit is echter alleen mogelijk als het motorvermogen of de motorremwerking
dit toelaten.
ATTENTIE
Als het motorvermogen of de motorremwerking niet voldoende is om de in-
gestelde snelheid aan te houden, moet de bediening van het gas- en rem-
pedaal worden overgenomen!
Beschrijving van de bediening
Afb. 125
Bedieningselementen van het
snelheidsregelsysteem
Lees en bekijk eerst op bladzijde 106.
Overzicht van de bedieningselementen van het SRS » afb. 125
A
SRS activeren (regeling inactief)
Regeling onderbreken (tegen de veerdruk in)
SRS deactiveren (ingestelde snelheid wissen)
B
Regeling weer hervatten
a)
/ snelheid verhogen
C
Regeling starten / snelheid verlagen
D
Tussen SRS en snelheidsbegrenzer omschakelen
a)
Als geen snelheid is ingesteld, dan wordt de actuele snelheid overgenomen.
Na het starten van de regeling regelt het snelheidsregelsysteem de wagen af
op de actuele snelheid. In het instrumentenpaneel brandt het controlelampje
.
De automatische regelingsonderbreking vindt plaats als een van de volgende
situaties zich voordoet.
▶
Het rempedaal wordt bediend.
▶
Bij een ingreep van een van de remondersteunende hulpsystemen (bv. ESC).
▶
Door de activering van een airbag.
▶
Door het indrukken van toets
D
.
ATTENTIE
■
Om onbedoeld inschakelen van het snelheidsregelsysteem te voorkomen,
het systeem na gebruik altijd uitschakelen.
■
De regeling mag pas weer worden hervat als de ingestelde snelheid niet
te hoog is voor de actuele verkeerssituatie.
Let op
■
Tijdens de regeling kan de snelheid door het bedienen van het gaspedaal
worden verhoogd. Na het loslaten van het gaspedaal daalt de snelheid tot de
opgeslagen waarde.
■
Door het indrukken van de toets
D
tijdens de regeling wordt deze afgebro-
ken en wordt de snelheidsbegrenzer geactiveerd.
Snelheidsbegrenzer
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Werking 108
Bedieningsbeschrijving 108
De snelheidsbegrenzer beperkt de maximum rijsnelheid tot de ingestelde snel-
heidslimiet.
Deze limiet kan alleen worden overschreden door het gaspedaal volledig in te
trappen.
De toestand, waarbij de snelheidsbegrenzer een mogelijke overschrijding van
de ingestelde snelheidslimiet controleert, wordt hierna regeling genoemd.
ATTENTIE
De algemene aanwijzingen m.b.t. het gebruik van de hulpsystemen dienen
in acht te worden genomen » pag. 99, in alinea Inleiding voor het onder-
werp.
107
Hulpsystemen