Operation Manual

De regeling wordt weer actief zodra de snelheid onder de ingestelde limiet is
gedaald.
Let op
Door het indrukken van de toets
D
tijdens de regeling wordt deze afgebroken
en wordt het SRS geactiveerd.
Front Assist
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Radarsensor
109
Werking 110
Afstandswaarschuwing
110
Waarschuwing en automatisch remmen
110
Deactivering/activering
111
Storingen
112
Front Assist (hierna systeem) waarschuwt voor het gevaar van een aanrijding
met een wagen of met een ander zich voor de wagen bevindend obstakel en
probeert zo nodig door een automatische remingreep een aanrijding te voor-
komen resp. de gevolgen ervan te minimaliseren.
Het gedeelte voor de wagen wordt door een radarsensor » afb. 129 op pag.
109 gecontroleerd.
ATTENTIE
De algemene aanwijzingen m.b.t. het gebruik van de hulpsystemen die-
nen in acht te worden genomen » pag. 99, in alinea Inleiding voor het
onderwerp.
Het systeem reageert niet op kruisende of tegemoetkomende objecten.
VOORZICHTIG
Bij het uitvallen van meer dan één remlicht van de wagen of van een aangeslo-
ten aanhangwagen is het systeem niet beschikbaar.
Radarsensor
Afb. 129
Inbouwplaats van de radarsen-
sor
Lees en bekijk eerst en op bladzijde 109.
De radarsensor » afb. 129 (hierna sensor) kan objecten door het verzenden en
ontvangen van elektromagnetische golven herkennen.
De werking van de sensor kan in een van de volgende situaties beperkt of he-
lemaal niet beschikbaar zijn.
De sensorafdekking is (bv. door modder, sneeuw en dergelijke) verontreinigd.
Het gedeelte vóór en om de sensor is (bv. door stickers, extra koplampen en
dergelijke) afgedekt.
Bij slecht zicht (bv. mist, stortregen, hevige sneeuwval).
Als de sensor is afgedekt of vervuild, verschijnt op het display in het instru-
mentenpaneel de betreffende melding » pag. 112, Storingen.
ATTENTIE
Indien het vermoeden bestaat dat de sensor is beschadigd, het systeem
deactiveren. De sensor door een specialist laten controleren.
Door een botsing resp. schade aan de voor- of onderzijde van de wagen
kan de werking van de sensor gehinderd worden - gevaar voor ongevallen!
De sensor door een specialist laten controleren.
Het gebied voor en om de sensor heen niet bedekken. Dit kan de werking
van de sensor beïnvloeden - gevaar voor ongevallen!
VOORZICHTIG
De sneeuw met een handveger en het ijs met een oplosmiddelvrije ontdoois-
pray van de sensor verwijderen.
109
Hulpsystemen