Operation Manual

De wagen na het wassen grondig afspoelen en daarna drogen met een ge-
schikte doek.
Automatische wasstraten
Vóór het wassen van de wagen moeten de gebruikelijke voorzorgsmaatrege-
len (sluiten van de ruiten en het schuif-/kanteldak en dergelijke) worden geno-
men.
Als uw wagen is voorzien van speciale aanbouwdelen (bv. spoilers, dakdragers,
antenne en dergelijke) kunt u het beste vooraf contact opnemen met de ex-
ploitant van de wasinstallatie.
Na het wassen van de wagen in een wasinstallatie met aansluitende conser-
vering dienen de ruitenwisserbladen met geschikte reinigingsmiddelen te wor-
den gereinigd en ontvet.
Hogedrukreiniger
Bij het wassen van de wagen met een hogedrukreiniger moeten de instructies
voor de hogedrukreiniger worden opgevolgd. Dit geldt vooral voor aanwijzin-
gen met betrekking tot de druk en de spuitafstand tot het wagenoppervlak.
ATTENTIE
Wassen van de wagen in de winter: Vocht en ijs in het remsysteem kun-
nen een nadelig effect op de remwerking hebben - kans op ongevallen!
Bij het schoonmaken van de onderkant van de wagen of de binnenkant
van de wielkasten voorzichtig te werk gaan - gevaar voor verwonding aan
scherpe metalen delen!
VOORZICHTIG
De wagen niet in de volle zon wassen, bij het wassen geen druk op de car-
rosserie uitoefenen. Daarbij mag de temperatuur van het water max. 60 °C be-
dragen - anders bestaat gevaar voor beschadiging van de lak van de wagen.
Vóór het rijden door een automatische wasstraat de buitenspiegels inklap-
pen - gevaar voor beschadiging.
Bij wagens met dakantenne moet vóór het rijden door een wasstraat de an-
tennestaaf eraf worden geschroefd - er bestaat anders gevaar voor beschadi-
ging.
VOORZICHTIG
Wagen wassen met hogedrukreiniger
De folie mag niet met een hogedrukreiniger worden gewassen - gevaar voor
beschadiging.
Als de wagen in de winter wordt gewassen, mag de waterstraal niet direct
op de slotcilinders of op de naden van de portieren, de motorkap of de achter-
klep worden gericht - er bestaat gevaar voor bevriezen.
Een voldoende grote spuitafstand aanhouden tot het objectief van de ach-
teruitrijcamera, tot kunststof onderdelen (bv. dakdragers, spoilers, bescherm-
lijsten enz.) en tot zachte materialen zoals rubber slangen of dempingsmateri-
aal.
De sensoren van de parkeerhulp mogen maar kort worden bespoten en er
moet een minimumafstand van 10 cm worden aangehouden - er bestaat ge-
vaar voor beschadiging.
Wagen aan de buitenzijde verzorgen
Lees en bekijk eerst en op bladzijde 126.
Onderdeel van de
wagen
Situatie Oplossing
Lak
Gemorste
brandstof
Schoon water, doek, (zo snel mogelijk
schoonmaken)
Geen druppel-
vorming op de
lak
Met harde was conserveren (min. twee
keer per jaar), was op schone en droge
carrosserie aanbrengen
Matte lak
Polijstmiddel gebruiken, daarna conser-
veren (als het polijstmiddel geen con-
serverende bestanddelen bevat)
Kunststof delen Verontreiniging
Schoon water, doek/spons met eventu-
eel geschikt reinigingsmiddel
Verchroomde
en geanodiseerde
onderdelen
Verontreiniging
Schoon water, doek met eventueel ge-
schikt reinigingsmiddel, daarna met
zachte, droge doek oppoetsen
Folie Verontreiniging Zachte spons en milde zeepoplossing
a)
Ruiten
en buitenspiegel-
glazen
Verontreiniging
Afspoelen met schoon water en drogen
met geschikte doek
Koplampen/ver-
lichting
Verontreiniging Zachte spons en milde zeepoplossing
a)
127
Verzorging en onderhoud