Operation Manual
Wagens met vaste service-intervallen
Benzinemotoren Specificatie
1,2 l/66, 81 kW TSI
VW 502 001,4 l/92 kW TSI
1,6 l/81 kW MPI
Dieselmotoren Specificatie
1,4 l/66 kW TDI CR
VW 507 00
1,6 l/85 kW TDI CR
Bij dieselmotoren zonder roetfilter kan optioneel motorolie VW 505 01 worden
gebruikt.
VOORZICHTIG
■
Als de voorgeschreven motorolie niet beschikbaar is kan max. 0,5 l olie met
de volgende specificaties worden bijgevuld.
■
Benzinemotoren: ACEA A3/ACEA B4 of API SN, (API SM);
■
Dieselmotoren: ACEA C3 of API CJ-4.
Controleren en bijvullen
Afb. 154 Varianten van de oliepeilstok
Lees en bekijk eerst en op bladzijde 135.
De olie onder de volgende omstandigheden controleren en bijvullen.
De wagen staat op een horizontale ondergrond.
De motorbedrijfstemperatuur is bereikt.
De motor is afgezet.
Peil controleren
›
Een paar minuten wachten tot de motorolie in de carterpan is terugge-
stroomd.
›
De oliepeilstok uit de motor trekken en met een schone doek afvegen.
›
De oliepeilstok tot de aanslag in de motor steken en opnieuw eruit trekken.
›
Het oliepeil aflezen en de oliepeilstok weer in de motor steken.
Het oliepeil moet in zone
A
liggen » afb. 154. Als het oliepeil onder zone
A
ligt, olie bijvullen.
Bijvullen
›
De dop van de motorolievulopening
D
losdraaien » afb. 152 op pag. 134.
›
De voorgeschreven olie met telkens 0,5 liter per keer bijvullen » pag. 135.
›
Het oliepeil controleren.
›
De dop van de motorolievulopening weer zorgvuldig vastdraaien.
VOORZICHTIG
■
Het oliepeil mag in geen geval buiten zone
A
liggen » afb. 154 - gevaar voor
beschadiging van de motor en het uitlaatsysteem.
■
Als het bijvullen van motorolie niet mogelijk is of als het oliepeil boven zone
A
ligt,
niet verder rijden! De motor afzetten en de hulp van een specialist
inroepen.
Let op
Een te laag motoroliepeil wordt in het instrumentenpaneel door het gaan
branden van het controlelampje en door de betreffende melding weergege-
ven » pag. 35. Toch adviseren wij om het oliepeil regelmatig met de oliepeil-
stok te controleren.
Koelvloeistof
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Controleren en bijvullen
137
De koelvloeistof koelt de motor en bestaat uit water en antivries (met additie-
ven die het koelsysteem tegen corrosie beschermen en kalkafzetting voorko-
men).
Het antivriesaandeel in de koelvloeistof moet 40 tot 60% bedragen.
De correcte mengverhouding tussen het water en de antivries moet zo nodig
door een specialist worden gecontroleerd en eventueel worden gecorrigeerd.
136
Raadgevingen voor het gebruik