Operation Manual
›
Het andere uiteinde
2
aansluiten op de pluspool van de stroomleverende
accu.
›
Het ene uiteinde
3
aansluiten op de minpool van de stroomleverende accu.
›
Bij wagens met start-stopsysteem het andere uiteinde
4
op het massapunt
van de motor
A
aansluiten » afb. 171.
›
Bij wagens zonder start-stopsysteem het andere uiteinde
4
aansluiten op
een massief, vast met het motorblok verbonden metalen onderdeel of direct
op het motorblok zelf.
Inbouwplaats van de pluspool en het massapunt bij wagens met de accu in
de bagageruimte
De pluspool
B
bevindt zich in de motorruimte onder een afdekking » afb. 172.
›
De blokkeringsnok van de afdekking in pijlrichting
1
ontgrendelen en de af-
dekking in pijlrichting
2
openklappen.
›
De plusklem van de startkabel op positie
B
» afb. 172 vastklemmen.
›
De massaklem van de startkabel op het massapunt van de motor
A
, of op
een vast met het motorblok verbonden metalen deel of rechtstreeks op het
motorblok vastklemmen.
Motor starten
›
De motor van de stroomgevende wagen starten en stationair laten draaien.
›
Daarna de wagen met de ontladen accu starten.
›
Als de motor niet binnen 10 seconden aanslaat, de startprocedure afbreken
en na een halve minuut herhalen.
›
De startkabels precies in omgekeerde volgorde van het vastmaken verwijde-
ren.
ATTENTIE
■
De startkabel nooit op de minpool van de ontladen accu aansluiten - ex-
plosiegevaar.
■
De niet-geïsoleerde delen van de poolklemmen mogen in geen geval met
elkaar in aanraking komen - gevaar voor kortsluiting!
■
De op de pluspool van de accu aangesloten startkabel mag niet met elek-
trisch geleidende delen van de wagen in aanraking komen - gevaar voor
kortsluiting!
■
De startkabels zo leggen, dat ze niet door draaiende delen in de motor-
ruimte kunnen worden geraakt - gevaar voor verwondingen en beschadi-
ging van de wagen.
Wagen afslepen
Aanwijzingen voor het afslepen
Afb. 173 Gevlochten sleepkabel / gedraaide sleepkabel
Voor het afslepen met behulp van een sleepkabel alleen een gevlochten
kunstvezelkabel » afb. 173 -
gebruiken » .
De sleepkabel resp. de sleepstang aan het voorste sleepoog » pag. 154, ach-
terste sleepoog » pag. 155 resp. aan de kogelkop van de trekhaak » pag. 114
bevestigen.
Voorwaarden voor het slepen.
Wagens met automatische versnellingsbak mogen niet met omhoogge-
brachte achteras worden afgesleept - gevaar voor versnellingsbakscha-
de!
Als er geen versnellingsbakolie meer in de versnellingsbak zit, mag de wa-
gen alleen met opgetakelde aangedreven wielen of met een bergings-
voertuig resp. aanhangwagen worden vervoerd.
De maximale sleepsnelheid bedraagt 50 km/h.
Als normaal slepen niet mogelijk is of als de sleepafstand groter is dan
50 km, moet de wagen op een transportvoertuig of een aanhangwagen
worden vervoerd.
Bestuurder van de slepende wagen
›
Bij wagens met schakelbak bij het wegrijden de koppeling langzaam op laten
komen.
›
Bij wagens met automatische versnellingsbak bijzonder voorzichtig gas ge-
ven.
›
Pas echt wegrijden als de kabel gespannen is.
153
Nooduitrusting en tips om het zelf te doen