Operation Manual
›
De sleutel in de uitsparing onder de afdekking inschuiven » afb. 177 en de af-
dekking in pijlrichting openklappen.
›
De portiergreep loslaten.
›
De sleutel in de slotcilinder steken en de wagen ont-/vergrendelen.
›
Aan portiergreep trekken en deze uitgetrokken houden.
›
De afdekking weer aanbrengen.
VOORZICHTIG
Let erop dat bij de noodontgrendeling/-vergrendeling geen lakschade ont-
staat.
Portier zonder slotcilinder vergrendelen
Afb. 178 Noodvergrendeling: Rechter-/linker achterportier
›
Het betreffende achterportier openen en de afdekking
A
verwijderen » afb.
178.
›
De sleutel in de sleuf steken en in pijlrichting draaien (tegen de veerdruk in).
›
De afdekking
A
weer plaatsen.
Na het sluiten wordt het portier vergrendeld.
Achterklep ontgrendelen
Afb. 179
Klep ontgrendelen
De achterklep kan handmatig van binnenuit worden ontgrendeld.
›
In de uitsparing in de bekleding » afb. 179 een schroevendraaier of een ver-
gelijkbaar gereedschap tot de aanslag geleiden.
›
Door bewegen in pijlrichting wordt de klep ontgrendeld.
Noodontgrendeling keuzehendel
Afb. 180 Deksel verwijderen / keuzehendel ontgrendelen
›
De handrem stevig aantrekken.
›
Met één hand op de rand van de afdekking in pijlrichting
1
» afb. 180 druk-
ken.
›
Tegelijkertijd met de andere hand de afdekking aan de keuzehendelhoes in
pijlrichting
2
optillen.
›
In pijlrichting
3
op het gele kunststof onderdeel drukken, gelijktijdig de
grendelknop in de keuzehendelgreep indrukken en de hendel in stand N zet-
ten.
Wordt de keuzehendel opnieuw in stand P gezet, dan wordt deze opnieuw ge-
blokkeerd.
156
Tips om het zelf te doen