Operation Manual

De sokkel met het gloeilampje met heen en weer gaande bewegingen in pijl-
richting
1
» afb. 193 lostrekken.
De sokkel met het gloeilampje bij
A
vastpakken.
Het defecte gloeilampje uit de sokkel in pijlrichting
2
verwijderen.
Een nieuw gloeilampje in de sokkel tot de aanslag aanbrengen.
De sokkel met het gloeilampje weer in de koplamp aanbrengen.
De beschermkap
B
» afb. 190 op pag. 163 plaatsen.
Gloeilampje van knipperlicht voor vervangen
Afb. 194
Gloeilampje van knipperlicht
voor vervangen
Lees en bekijk eerst en op bladzijde 162.
De sokkel met het gloeilampje in pijlrichting
1
draaien » afb. 194.
De sokkel met het gloeilampje in pijlrichting
2
eruit trekken.
Het gloeilampje in de sokkel vervangen.
De sokkel met het nieuwe gloeilampje tegengesteld aan pijlrichting
2
in de
koplamp plaatsen.
De sokkel met het nieuwe gloeilampje tegengesteld aan de pijlrichting
1
tot
de aanslag draaien.
Gloeilampje van mistlamp vervangen
Afb. 195 Mistlamp uitnemen/gloeilampje vervangen
Lees en bekijk eerst en op bladzijde 162.
Beschermrooster en koplamp verwijderen
In opening
A
» afb. 195 de beugel voor het lostrekken van de wieldoppen
inbrengen.
Door trekken aan de haak in pijlrichting
1
het beschermrooster in pijlrich-
ting
2
verwijderen » afb. 195.
De schroeven
B
met de schroevendraaier uit het wagengereedschap los-
draaien.
Met de sleutel
2
» pag. 146, Wagengereedschap de borging
C
in pijlrichting
3
ontgrendelen.
De mistlamp in pijlrichting
4
voorzichtig verwijderen.
Gloeilampje vervangen
De vergrendeling op de stekker in pijlrichting
5
drukken » afb. 195.
De stekker in pijlrichting
6
losmaken.
De sokkel met het gloeilampje tot de aanslag in pijlrichting
7
draaien.
De sokkel met het gloeilampje in pijlrichting
8
verwijderen.
164
Tips om het zelf te doen