Operation Manual
›
Het lampje vastdraaien en de afdekking aanbrengen. De afdekking moet cor-
rect vastklikken.
›
De achterklep sluiten.
VOORZICHTIG
■
Let erop dat bij het inbouwen van het achterlicht de kabelstreng niet wordt
ingeklemd tussen de carrosserie en de verlichting - gevaar voor beschadiging
van de elektrische installatie en waterlekkage.
■
Wij adviseren, om bij onzekerheid of de kabelstreng niet is ingeklemd, de
aansluiting van het achterlicht door een specialist te laten controleren.
■
Bij het uit- en inbouwen van het achterlicht erop letten, dat de lak van de
wagen en het achterlicht niet worden beschadigd.
Gloeilampjes in het achterlicht vervangen
Afb. 198 Buitenste gedeelte van het achterlicht / binnenste gedeelte van
het achterlicht
Lees en bekijk eerst en op bladzijde 162.
Buitenste gedeelte van het achterlicht
›
De fitting met het gloeilampje
A
» afb. 198 in pijlrichting
1
draaien.
›
De fitting met het gloeilampje uit het lamphuis in pijlrichting
2
verwijderen
en het gloeilampje vervangen.
›
De fitting met het gloeilampje weer in het lamphuis plaatsen en tot de aan-
slag tegen de pijlrichting
1
draaien.
Binnenste gedeelte van het achterlicht
›
De lampenhouder in de met pijlen gemarkeerde gedeeltes ontgrendelen
» afb. 198 en de lampenhouder uit de lamp verwijderen.
›
Het betreffende gloeilampje tot de aanslag linksom draaien en uit de houder
verwijderen.
›
Een nieuw gloeilampje in de lampenhouder plaatsen en tot de aanslag
rechtsom draaien.
›
De lampenhouder in het achterlicht aanbrengen.
De lampenhouder moet goed vergrendelen.
166
Tips om het zelf te doen