Operation Manual

Verbinding met SmartGate via Wi-Fi
Dit verbindingstype is bedoeld voor externe apparaten met het Android- en
iOS-besturingssysteem.
Verbindingsopbouw met een extern apparaat met het Android-systeem
Het contact inschakelen.
Op het te verbinden externe apparaat Wi-Fi inschakelen en naar beschikbare
Wi-Fi-netwerken laten zoeken (zie instructieboekje van het te verbinden ex-
terne apparaat).
In het menu met gevonden netwerken het menupunt met "SmartGate_..."
1)
kiezen.
Het wachtwoord ingeven (chassisnummer in hoofdletters » pag. 45).
Op het te verbinden externe apparaat de SmartGate-applicatie starten.
Hierna de aanwijzingen in de handleiding opvolgen die in de SmartGate-ap-
plicatie is opgenomen.
Met SmartGate kunnen via Wi-Fi maximaal vier externe apparaten tegelijkertijd
met een onbeperkt aantal gestarte ŠKODA-applicaties zijn verbonden.
Verbindingsopbouw met een extern apparaat met het iOS-systeem
Het contact inschakelen.
Op het te verbinden externe apparaat Wi-Fi inschakelen en naar beschikbare
Wi-Fi-netwerken laten zoeken (zie instructieboekje van het te verbinden ex-
terne apparaat).
In het menu met gevonden netwerken het menupunt met "SmartGate_..."
1 )
kiezen.
Het wachtwoord ingeven (chassisnummer in hoofdletters » pag. 45).
Met SmartGate kunnen via Wi-Fi maximaal vier externe apparaten tegelijkertijd
zijn verbonden. In deze externe apparaten kunnen maximaal vier ŠKODA-appli-
caties tegelijkertijd zijn gestart.
Verbinding verbreken
De verbinding kan op een van de volgende manieren worden verbroken.
Het contact gedurende meer dan 5 s uitschakelen (bij wagens met een start-
knop de motor afzetten en het bestuurdersportier openen).
De verbinding in de SmartGate-applicatie beëindigen.
Wi-Fi op het verbonden externe apparaat uitschakelen.
Automatische verbinding
Werd het externe apparaat al eens eerder met SmartGate verbonden, dan
wordt de verbinding onder de volgende voorwaarden automatisch hersteld.
Het contact is ingeschakeld.
Wi-Fi is op het te verbinden externe apparaat ingeschakeld.
Het te verbinden externe apparaat slaat het voor de verbindingscontrole
vereiste wachtwoord op.
Verbinding met SmartGate via Wi-Fi Direct
Dit verbindingstype is bedoeld voor externe apparaten met het Android-be-
sturingssysteem.
Verbinding opbouwen
Het contact inschakelen.
Op het te verbinden externe apparaat de SmartGate-applicatie starten.
In de applicatie het verbindingstype naar Wi-Fi Direct wijzigen.
Hierna de aanwijzingen in de handleiding opvolgen die in de SmartGate-ap-
plicatie is opgenomen.
Het wachtwoord voor de verbinding met SmartGate_...
1 )
omvat de laatste zes
cijfers van het chassisnummer » pag. 45.
Met SmartGate kunnen via Wi-Fi Direct maximaal twee externe apparaten te-
gelijkertijd met een onbeperkt aantal gestarte ŠKODA-applicaties worden ver-
bonden.
Indien men de verbinding met SmartGate in een andere wagen tot stand wil
brengen, moet in de SmartGate-applicatie een nieuwe verbinding worden op-
gebouwd.
Verbinding verbreken
De verbinding kan op een van de volgende manieren worden verbroken.
Het contact gedurende meer dan 5 s uitschakelen (bij wagens met een start-
knop de motor afzetten en het bestuurdersportier openen).
De verbinding in de SmartGate-applicatie beëindigen.
Wi-Fi op het verbonden externe apparaat uitschakelen.
Automatische verbinding
Werd het externe apparaat al eens eerder met SmartGate verbonden, dan
wordt de verbinding na het inschakelen van het contact automatisch hersteld.
1)
Op de plaats ... worden de laatste zes cijfers van het chassisnummer van de wagen weergegeven.
44
Bediening