Operation Manual

Ruitbediening
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Mechanische ruitbediening
52
Elektrische ruitbediening 52
Sluitkrachtbegrenzing 53
Storingen 53
De ruiten kunnen met de aan de betreffende portierbekleding bevestigde slin-
ger mechanisch worden bediend.
Afhankelijk van de uitrusting bestaat de mogelijkheid om de ruiten in de voor-
portieren of alle ruiten vanaf de bestuurdersplaats, en ook met de betreffende
schakelaar in het bijrijdersportier en in de achterportieren elektrisch te bedie-
nen.
ATTENTIE
De ruiten altijd voorzichtig en gecontroleerd sluiten. Anders zou u aan-
zienlijke verwondingen door knellen kunnen veroorzaken.
De elektrische ruitbediening in het bestuurdersportier en in de achterpor-
tieren beschikken over een sluitkrachtbegrenzing » pag. 53. Bij weer-
stand door een obstakel wordt het sluiten onderbroken en gaat de ruit
weer enkele centimeters omlaag. De ruiten moeten desondanks voorzich-
tig worden gesloten - gevaar voor verwondingen!
VOORZICHTIG
De ruiten schoon houden (ijsvrij en dergelijke), om een correcte werking van
de mechanische en elektrische ruitbedieningen te waarborgen.
De elektrisch bediende ruiten moeten altijd worden gesloten voordat de ac-
cukabels worden losgemaakt.
Let op
Als de ruiten openstaan, kan er stof of ander vuil in de wagen terechtkomen
en kan er bovendien bij bepaalde snelheden windgeruis ontstaan.
Mechanische ruitbediening
Afb. 37 Ruitbediening: Links/rechts
Lees en bekijk eerst
en op bladzijde 52.
Om de ruit te openen de ruitslinger in pijlrichting
A
draaien » afb. 37.
Om de ruit te sluiten de ruitslinger in pijlrichting
B
draaien.
Elektrische ruitbediening
Afb. 38
Schakelaars voor de ruitbediening: Variant 1 / variant 2
52
Bediening