Operation Manual

Luchtstroom naar het bovenlichaam
Luchtstroom naar de voetenruimte
Luchtstroom naar de ruiten en naar de voetenruimte
Circulatiefunctie in-/uitschakelen » pag. 86
Koelfunctie in-/uitschakelen
Informatie over de koelfunctie
Na het indrukken van de toets

» afb. 101 brandt het controlelampje in de
toets, ook als niet aan alle voorwaarden voor de koelfunctie is voldaan. De
koelfunctie wordt ingeschakeld, zodra aan de volgende voorwaarden is vol-
daan » pag. 84.
Let op
Om voldoende warmtecomfort te garanderen, kan tijdens de werking van de
handbediende airconditioning onder omstandigheden het stationair toerental
worden verhoogd.
Climatronic (automatische airconditioning)
Afb. 102 Bedieningselementen van de Climatronic
Lees en bekijk eerst op bladzijde 84.
Afzonderlijke functies kunnen worden ingesteld resp. ingeschakeld door de
draaiknop te draaien of de betreffende toets in te drukken » afb. 102.
Temperatuur instellen
Temperatuur verlagen /
Temperatuur verhogen
Gekozen temperatuur
Graden Celsius resp. Fahrenheit
Automatische werking van de airconditioning ingeschakeld
Intensieve luchtstroom naar de voorruit ingeschakeld

1
2
3
4
5
Luchtstroomrichting
Circulatiefunctie ingeschakeld
Koelfunctie ingeschakeld
Ingesteld aanjagertoerental
Aanjagertoerental instellen (het ingestelde aanjagertoerental wordt weer-
geven door het aantal segmenten op het display)
Linksom draaien: toerental verlagen / Climatronic uitschakelen
Rechtsom draaien: toerental verhogen
Interieurtemperatuursensor
Intensieve luchtstroom naar de voorruit in-/uitschakelen - bij ingescha-
kelde functie brandt in de toets het controlelampje
Automatische regeling inschakelen » pag. 86
Luchtstroom naar de ruiten in-/uitschakelen
Luchtstroom naar het bovenlichaam in-/uitschakelen
Luchtstroom naar de voetenruimte in-/uitschakelen
Circulatiefunctie in-/uitschakelen » pag. 86
Koelfunctie in-/uitschakelen
Bij ingeschakelde functie verschijnt op het display het betreffende symbool.
Na het uitschakelen van de koelfunctie blijft alleen de ventilatiefunctie actief,
waardoor geen lagere temperatuur dan de buitentemperatuur kan worden be-
reikt.
Temperatuur instellen
Tussen 16 °C en 29 wordt de temperatuur automatische geregeld.
Bij een temperatuurinstelling onder 16 °C brandt in het display

, de Climatro-
nic werkt met maximale koelcapaciteit.
Bij een temperatuurinstelling boven 29 brandt in het display

, de Climatro-
nic werkt met maximale verwarmingscapaciteit.
Omschakelen tussen graden Celsius en graden Fahrenheit
Tegelijkertijd de toetsen
en

indrukken en gedurende 2 s ingedrukt
houden, op het display verschijnt de gewenste eenheid (positie
3
» afb. 102).
VOORZICHTIG
De interieurtemperatuursensor
11
» afb. 102 niet afdekken - de werking van
de Climatronic kan ongunstig worden beïnvloed.
6
7
8
9
10
11


85
Verwarming en ventilatie